15 augustus in Kampili
Radio
Bolland
Op 17 Juli 1945 was het vijf en twin
tig jaar geleden dat de geallieerden
het vrouwenkamp "Kampili" aanzagen
voor een Jappenkamp.
Het kamp werd uitgebrand. Vliegtuigen
kwamen over, wel 75? Enfin ze vlogen
in groepjes van vier - drie witte en een
zwarte. Eerst dachten we dat ze pam
fletten strooiden, later bleken het
brandbommen te zijn - van die zeskan-
tige buizen bijeen gehouden met band
ijzer en in het midden een soort schoep.
Plotseling zagen we dat de Centrale
Keuken brandde - we zaten in een o-
pen schuilkelder. Brand jongens - eruit,
gilde een van ons. Paniek in alle staten
en stemmingen. Plotseling liep alles en
iedereen door elkaar, redden wat er te
redden viel. De Commandant - bijnaam
"Pa" - beval dat we het kamp uitmoes
ten, over het kanaal. Hij zag wit van
schrik - woede - bezorgdheid.
Zoveel mogelijk eerst de kinderen naar
de overkant gebracht, daarna de vol
wassenen die niet goed ter been waren.
Waar je die kracht vandaan haalde?
ons groepje meisjes van 18/23 droegen
volwassen vrouwen het kamp uit. Het
was wel een heel eind, maar je voelde
het niet. Die slijm of pasta die er uit de
bommen rondslingerde, bezorgde heel
wat brandgewonden. Zeker weet ik het
niet meer, maar ik meen dat er twee
volwassenen en drie kinderen aan o-
verleden.
In al die consternatie behield de com
mandant toch wel zijn tegenwoordig
heid van geest. Mijn zusje, een meisje
van 16 kreeg de kampkas toevertrouwd.
"Dries"(van Treesje) simpan", zei hij.
"Ja Pa", heel geduldig en ze stopte
dat geldkistje in haar blouse. Zo liep
ze er de hele middag mee rond.
De kampleiding piekerde zich suf, waar
de cdt. de kas toch wel gelaten had.
Pas, nadat Mevr. Joustra in bijzijn
van de Cdt. er naar vroeg, droeg ze
het af.
Dat ze een dergelijke aanval ver
wachten, hadden daar de Jap op ge
rekend.
In het bos naast het kamp stonden ba
rakken klaar, die werden daar gebouwd
zo'n paar maanden terug. Dat wisten
tante Lien Noor en ik, maar we hadden
er nooit bij stil gestaan.
We zagen de barakken bij een z.g. in
spectie van langsep bomen.
Toen er zo'n beetje balans opgemaakt
werd van: gewonden - verloren gegane
ieder die in de oorlog sterft is een
held. D.w.z. als je aan de goede kant
staat natuurlijk.
Het verhaal van onze oorlog is ge
schreven in onze herinnering en her
inneringen zijn geen bewijs. Ook wij
zijn geen bewijs. Onze gedenkstenen
zijn de kalistenen en het water dat ze
omspoelt vertelt alleen een verhaal
van zon en vrede en zorgeloosheid.
Ach, laat bet maar zo.
Lilian Ducelle
spulletjes etc. moesten we zo vlug mo
gelijk het bos in. Ons groepje, de z.g.
Makassar groep bleef bij elkaar, leder
een een plaatsje, je moest genoegen
nemen met minder. Nieuwe werkgroe
pen werden gevormd. Vrijwilligers
voor. Ons groepje zorgde voor de
drinkwater voorziening. Je hoefde niets
anders te doen dan water aansjouwen,
12 drums vullen, en het water aan de
kook brengen. De zusters o.a. kwamen
wel eens om extra water, voor thee
voor de zieke of zwakkere zusters.
Dit gaven we dan in ruil tegen een
WeesGegroetje. Of dat geholpen heeft!
We zijn er door gerold. Later heb ik een
van de zusters nog ontmoet bij de ge
boorte van onze oudste dochter.
De 15de Augustus 's ochtends toen de
zusters water kwamen halen "Meiskes
denk je er aan: het is Maria Hemelvaart
vandaag" "Ja, zuster" "Bid er maar
eens extra voor want het is een bijzon
dere dag".
Ja hoor, want later op de dag zagen we
de cdt. in het kamp komen. Mevr. Jous
tra werd geroepen - ze moest mee -
van alle kanten werd er "wat" geleend.
En heel pontificaal en hoffelijk bracht
hij Mevr. Joustra naar de auto - opende
het potier voor haar en weg reden ze.
O, en wij stonden duizend en één ang
sten uit - wat zou er gebeuren? En de
cdt, deed zo hoffelijk, vast niet pluis.
Ongeveer een twee uur later kwam ze
terug, het hele kamp moest daarna aan
treden op de koeienweide. Worden we
op transport gesteld, gaan we weg????
Allemaal vragen. Een stoel en een tafel
werden er aangedragen.
Eerst zou de cdt. wat zeggen, maar kon
niet uit zijn woorden komen, toen Mevr.
Joustra. Ze vroeg ons rustig om kalm te
blijven en zei daarna dat het "over"
was. Japan heeft gecapituleerd. Leve
de Koningin en daarna heel bibberig
Wilhelmus.
Wat er toen bij de meesten van ons om
ging weet ik niet. Zelf dacht ik "oef"
en nu naar huis terug.
Later zag ik de cdt op mijn Moeder
afkomen en even met haar praten. Toen
ze daarna huilde wist ik dat mijn vader
overleden was. Hij werd even voor
onze internering opgehaald als "politie
ke gevangene", notabene was hij al
doof en jaren gepensioneerd; ze
vonden een foto van hem waar hij op
stond met de MWO onderscheiding.
Zo zoetjes aan werd het kamp daarna
opgeheven, want vandaaruit ging het
Makassar waarts. Met behulp van
de krijgsgevangenen op Makassar,
werden er huizen opvang-klaar ge
maakt en zakte Kampili groepsgewijs
af.
Bij die gelegenheid ontmoette ik mijn
man, Cupido kwam, zag en overwon.
Wel, en nu zitten we hier dan, al acht
jaar in Nederland, mijn man van tijd tot
tijd een pijnlijke rug, overgehouden van
vader Jap zijn kastijdingen. Een groot
gedeelte van het leed is vergeten, ja
je weet het natuurlijk nog wel, maar
je haalt alleen de leuke herinneringen
op, daar kun je tenminste nog om
lachen. En is dat niet beter?
Maar dit moet wel gezegd worden.
In het kamp hebben we geen dag zon
der eten gezeten, we hadden daar
zelfs scholen van kleuters tot HBS.
Verplicht en de cdt wist precies of je
schoolmeisje was, of al van school af
Er werden cabaret avondjes gegeven.
Later liet de cdt een grote kerkloods
bouwen. Zwemmen in het kanaal onder
toezicht; een klein soosje hadden we
ook met ping-pong tafel, tennisbaan,
badminton, korfballen. Voor korfballen
hadden we speciaal witte shorts en
blousje. Vrijwilligers voor het sokken
breien, maar daar werd mee gemazzeld,
want je moest natuurlijk garen overhou
den, dit werd gesplitst, en maakte je
een truitje voor je zelf.
Brood werd er gebakken van rijste-
meel en ragi als gist. Bij toerbeurt
kreeg je een "broodmaaltijd". Een
stang zeep per persoon per maand,
thee en koffie en suiker werd per week
gedeeld. Kleren via de bedeling. Brid-
ge-clubjes waren er ook. Heb het zelf
nooit kunnen leren - geen belangstel
ling voor.
Wanneer je het idee van "achter kawat"
weg liet, hadden we echt niet te klagen.
Zelfs beter dan buiten.
H. E. Frijn-Le Doux
Stationsweg 143 tel. 070
60 17 03 DEN HAAG
Stationsweg 77 tel. 070
60 15 12 DEN HAAG
Herenstraat 157 tel. 070
86 32 01 VOORBURG
Fred. Hendriklaan 161
tel. 070 - 55 66 97
DEN HAAG
Zojuist weer een grote partij platen uit
Indonesia geïmporteerd: krontjong, gamelan,
indonesian beat, suara Sunda etc.
Bezoekt U de speciale Pasar Baru Beek,
op de Frederik Hendriklaan. Raméh, Raméh.
13