pasar malamrotterdam NU! <=Y)recl<^=> 1 t/m 5 september 1970 - 'oude' AHOY-hal - Hofdijk ER IS NOG STANORUIMTE TE HUUR DE ONBEKENDE TAWANAN Prof. Dr Bernet Kempers' "Borobudur" J. G. YSSELDE SCHEPPER ALLE VERZEKERINGEN 16 Wij, die jonger waren, keken tegen hem op. Hij was, wat wij wilden zijn: gespierd en branie. Een jonge Tarzan. Als hij met ons sprak voelden wij ons gevleid. In een groep was hij de onbetwiste lei der; zijn blonde kop gaf steeds de rich ting aan. Zijn naam was Put. Zijn voornaam weet ik niet, heb ik ook nooit geweten. Put, sadja. Hij had ook een broer in het kamp en hoewel ouder, trad deze minder op de voorgrond, was zachter van aard. Het "Marinekamp" in Malang was niet zo groot, er zaten misschien 2000 man. Na een verblijf van een half jaar wer den we overgeplaatst naar Tjimahi, het "4e Bat". Toen dit kamp helemaal vol was, waren we met 10.000 man, waar onder Engelsen, Chinezen, Aussies, enz. Er waren allemaal nieuwe gezichten om ons heen. De bekenden uit het Marine kamp waren her en der verspreid. Ook Put was uit ons gezichtsveld verdwe nen. Af en toe nog maar zag je zijn helblonde haardos opduiken. En als al tijd was hij in de weer, steeds op weg. Maar langzamerhand raakte hij toch uit onze gedachten. De weken en maanden van het kamp leven regen zich aaneen. Het eten werd schaarser en steeds talrijker werden de doden die vielen. Eerst wa ren het vooral de ouderen die bezwe ken, maar allengs ook zij die jonger waren. Het enige wat je als jongen van 15 eigenlijk besefte was dat er gevaar dreigde. De dood waarmee je toch vrijwel dagelijks werd geconfronteerd, bleef je als van een afstand bezien. Tot op die dag, toen die verschrikkelij ke tijding kwam. Het was ochtend. We waren geza menlijk iets aan het doen, wat weet ik niet precies meer. Alles scheen ons op dat moment nogal redelijk toe. Geen corvee, geen angst. Toen dat bericht ons bereikte. Ons gesprek knapte af. Verslagen zochten we elkaar met onze blikken. Gedachten tuimelden terug in de tijd die achter ons lag. Vragen schoten om hoog, maar niemand die het antwoord wist. Wat wij nooit als een mogelijk heid hadden gezien, was gebeurd. Put was dood.... Een paar dagen later ging en wij op weg voor een laatste groet. Wij, jongens uit het Marinekamp. Het was vreemd in dat rouwkamertje. Het aanwezige zwart en het schaarse kunstlicht zouden we nooit in verband hebben gebracht met die blonde figuur die daar lag. Maar we moesten wel ge loven. Hij was daar, zonder beweging, zonder richting. Sorry, Put.... Na de val van Japan werd ons gezin in Batavia herenigd. Daar wachtten we op repatriëring naar Nederland. Op een middag liepen we in de stad, omgeving Pasar Baru. Het was erg druk, er waren veel voetgangers. In eens zag ik op enige afstand de broer van Put snel tussen de mensen door lopen. Voordat ik het goed en wel be sefte, was hij alweer verdwenen. Robert f 28,75 incl. porto bij Tong Tong Vergeet niet Straks is het uitverkocht Die dag begon als alle dagen. Ik slofte mee, dook, krimpend van pijn elk kwartier de velden in om de brand in me kwijt te raken, gaf urenlang modder door aan mijn maat. Modder voor de dijk, die nergens heenleidde; ons le ven, dat nergens toe leidde. Versuft sleepten we ons terug naar de barak. Straks zouden we bij elkaar kruipen en in het donker pogen te ver geten. Morgen, overmorgen zouden we koelie zijn zoals gisteren, eergisteren. Er vibreerde iets. Ik keek op, zwijg zame Javanen langs de weg. Ze zwe gen, maar anders. De Hei-hoër vond het goed: we kwamen bij een put, mid den in de kampong. In pisangbladeren de heerlijkste gerechten; we konden het niet zo gauw op, begrepen het niet, accepteerden dankbaar. Smokkelden, wat mee, werden betrapt. Een uur later aantreden. De Japan ner krijste. Brillen af, oneven nummers naar voren. Hij hief zijn stok, zwaaide met volle kracht, hield plotseling vlak boven het hoofd in. Ook bij mij. We begrepen het niet. Kop-staart in de benauwde barak. Stil, toch anders, gespannen. Ik voel de de kramp weer, zocht mijn weg door het duister. Haastte me naar de w.c.- stellage boven de kali. "Keeree!" brul de hij; ik was het vergeten, voelde de harde klappen op mijn slappe lijf. Ik hurkte, slijm, de kramp ebde weg. Toen zag ik het. Ginds, op de berg helling brandde het, fel, laaiend. Ik keek, begreep niet. Tuurde. Ineens de brandende lichtende letters: PEACE. Vrede, dus toch? J. H. Ringrose, burgergeïnterneerde, Madjalakamp (boven Bandoeng) Alg. Ass. bedrijf ,,Argo" Kantoor en woonhuis Corn, de Witt- laan 83, Den Haag, Telef. 55 71 72 rotterdam communicatie Na het grote succes van de Pasar Malam in Den Haag zal ook in Rotterdam in het kader van de evenementen van G 70 een pasar malam worden georganiseerd. Op ruim 7.000 m2 tentoonstellingsruimte komt een sfeervolle cosmopolitische markt waar men feestelijk kan kijken, kopen en eten. VOOR ALLE INLICHTINGEN: PASAR MALAM ROTTERDAM, L. VOORHOUT 25 B, DEN HAAG, TEL. 070-64 52 49 Buiten de Trein-Toegangblljetten waarvan nog geen opgave van de NS werd ontvangen trok de Haagse Pasar Malam 55.000 bezoekers.

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1970 | | pagina 16