<2)room en werkelijkkeld
De laatste jaren van de bezetting
woonden we in onze "pondok", op
Bermé, een vredig plekje hoog op de
hellingen van de Argapoera. Waar al
leen de afwezigheid van man/vader
herinnerde aan de droeve realiteit, de
oorlog die woedde over de hele wereld.
Als krijgsgevangene was hij, met dui
zenden anderen, uit 't 10e Bat. op Ma-
lang weg gevoerd. Waarheen? En of hij
nog leefde, dat wist alleen De Lieve
Heer. Nooit meer hadden we iets van
hem gehoord. Natuurlijk bléven we
vertrouwen.
De jongens van vijftien jaar en ouder
werden op de nabije onderneming Aër-
dingin in de aanplant aan 't werk gezet.
Gezond. Ze konden thuis eten en sla
pen. Nishida zwaaide daar de scepter,
een kleine japanner, die we niet meer
gevaarlijk achtten voor onze dochters.
Omdat hij zijn keuze al had bepaald;
en "Corrie met de mooie ogen" be
waakte hem, als een tarantella haar
prooi.
De meisjes n.l., moesten op de fabriek
leren spinnen; rosella vezels. Maar ze
ginnegapten meer dan dat ze werkten.
Als ze tussenen de middag even gin
gen eten, jatten inheemse, overblijven
de werksters hun spoelen. Ze leverden
dan ook nooit volle klossen in en
kwamen aan een weekloon, dat nooit
hoger lag dan zes cent. Ze kregen er
een paar kilo's djagoeng bij, een hand
vol koffie-bonen en een beetje petro
leum. Olie voor Bermé's lampen; die
we sporadisch ontstaken. Meestal lie
ten we de avond in 't donker voorbij
gaan.
Altijd pratend over pappa, want Huib
mocht zijn vader niet vergeten. Hij was
maar even twee toen de oorlog begon.
Misschien omdat we zoveel over hem
spraken, droomde ik ook iedere nacht
van mijn man waarbij we samen allerlei
dingen beleefden, die slechts in dro
men kunnen gebeuren.
Op een morgen echter schrok ik wak
ker door Rob's overslaande stem van
een jongen van vijftien jaar.
"Mamma, kijk eens wie ik hier voor je
heb?" - Ze stonden aan mijn bed, Rob
en zijn vader. Met blije, lachende ge
zichten. Wat leken ze op elkaar.
Ik strekte mijn armen naar hem uit
en... viel terug in de werkelijkheid.
Tóch een droom. Maar geen gewone
deze keer, niet zo één van elke nacht.
Eén die me erg verdrietig maakte.
Maar niet over praten met de kinderen.
Door de gaatjes in de bagor-matten,
die als gordijnen voor de ramen hingen,
zag ik dat 't nog maar net begon te
dagen. Ik stond toch op, kleedde me
aan en liep naar de stal om de geiten
te melken. Voor de kinderen ieder een
kopje bij 't ontbijt van grof djagoeng-
brood met terrong-blanda. En timpih-
kaas, als variant op de pinda-.
Alles en alles was 't zo slecht nog niet
op Bermé; het juweeltje in onze "Gor
del van smaragd". Waar behalve 't
nieuwe gezag, practisch geen japanner
't bestaan van kende.
Ik bleef me de hele dag vreemd tob-
berig voelen; de "droom" bleef me bij...
Eens in de week werd de post voor de
kleine gemeenschap op één adres be
zorgd en daar kon iedereen zijn brie
ven komen afhalen.
De middag van deze morgen, liep Rob
er voor, de helling af. Juichend kwam
hij terug. - Mamma, mamma, kijk eens
wat ik hier heb! Een kaart van pappa."-
Enkele woorden maar. Kami sehat,
harep kamoe dan anak-anak djoega.
Geen datum, maar hij zou zo oud wel
niet zijn. En we lazen er uit, dat hij zich
op Batavia bevond. Hij ondertekende
n.l. met "Mar-grethe". Grethe was een
vriendin, die daar vóór de oorlog ge
woond had.
Niet eens zo ver van ons vandaan;
maar duizend kilometers, ongeveer.
Wat een blijdschap in Marsmanië. De
kaart werd verder nog nauwkeurig on
derzocht op nog meer geheime taal,
maar we vonden niets meer. Dit ge
beurde kort voor de vier en twintigste
Augustus, de dag, dat we in onze een
zaamheid pas hoorden dat de oorlog
ruim een week geleden afgelopen was.
Maren was jarig en jarig-zijn werd door
de hele gemeenschap meegevierd,
ledereen kwam met lekkers. Vruchten
koekjes, limonade, ja, hele taarten van
gaplèh-meel en geraspte peentjes. Een
mens wordt in moeilijke tijden zó vin
dingrijk. De meisjes waren thuis geble
ven; er waren ook vriendinnen geko
men om te helpen bakken en braden.
Rob kwam thuis om te eten. En hij ver
telde: - "Een rare boel op Aër-dingin.
De Kempei kwam in twee auto's met
zeker wel acht man. En stuk voor stuk
schoten ze al hun kogels in de lucht.
Nishida was helemaal gek. Die brak
een zwaard in tweeën over zijn knie." -
"Ja", zeiden de vriendinnen, er is vast
iets ergs gebeurd.. De chinezen in de
toko keken ons ook zo aan, toen we
langs liepen". "Zouden we 't feest dan
wel door laten gaan? Straks heet 't
provoceren".
De eerste gasten kwamen en natuurlijk
werd e.e.a. druk besproken. Er hing
iets in de lucht, dat was duidelijk. On
miskenbaar!
's-Middags gingen de kinderen geza
menlijk de post ophalen. Jubelend kwa
men ze terug, zwaaiend met kranten,
die er niet langer om konden liegen.
Japan had zich over gegeven, de oorlog
was voorbij. En zouden we dat niet
vieren?
't Werd een internationale avond in
ons kleine huis.
ledereen was present. De duitse me
vrouw Grotrian, de franse mevrouw
Brands met dochters. De indonesische
ass. wedono en de raden-ajoe, de
Kempei-mannen, Nishida en zijn Corrie.
Er was geen plaats meer in de kamer,
de chinezen staken hun hoofden maar
om de hoek van de deur.
ledereen praatte en lachte.
Nishida danste, onder handgeklap van
zijn kameraden, een vissersdans. Eén
van de andere jappen, ging boven op
een stoel staan en zong uit volle borst,
"Soerabaia, sajonara..." Toch sportief,
't Werd een latertje. Tegen de morgen
pas, begonnen de gasten op te breken.
Als laatste, 't hoofd van de Kempei-tai.
Hij gaf me een hand en mompelde
zachtjes voor zich uit: "Soesah... kah...
soesah...".
Ja, soesah. Niet alleen voor hem.
Als we dachten, dat eindelijk 't einde
was gekomen van de moeilijkheden,
begon de ellende van ónze kamp-tijd.
Plantersvrouw.
(H. M. Marsman-van Deventer)
2 4 STADSWAPENLEPELTJES f 12,50 incl. porto
Vier stadswapens kiezen wij voor U, twee hoofdsteden kiest U zelf uit:
Batavia Bandoeng Soerabaja Semarang.
Medan, Malang, Magelang uitverkocht!
Twee van dezelfde mag ook
Uw bestelling luidt dus
Stuur mijen (hoofdsteden)
en 4 kleine steden.
Laatste aanbieding, onze voorraad strekt zo lang niet meer
Toko Tong Tong Prins Mauritslaan 36 Den Haag
6