olOio Torpedo O VILMA 9 ik zat bij de militaire Luchtmacht en haalde met hinkende vliegtuigen onze gewonden af. En toen knapte ik af en zei mijn vriendje van het eerste cadet- tenbal na de èèrste wereldoorlog Siem Spoor tegen me: "En nu is het welle tjes, nu hou je op en gaat naar Hol land." Wat doe je dan, wanneer je van je moe derskant tot de militaire tak van Swie- ten hoort,? Dan ga je in de houding staan, slaat de hakken tegen elkaar en zegt "Ja Generaal". Ik had weer terug willen gaan, maar het hoefde niet meer. In 1949 was het afge lopen. In '50 ben ik bejaarden gaan ver plegen en dat doe ik (hoewel zelf al 2 jaar AOWster) nog en mijn oudjes van tussen de 80 en 95 zeggen "Ja kind", tegen me!!! Toen ik het boek van G. G. de Jonge gelezen had, dacht ik "Waar zou Zus ter de Jonge toch zijn?" En zie via een patient, waar een oud brigadegeneraal van tussen 1945 en 1949 veel kwam, kreeg ik haar adres. Zr. de Jonge eindigde 25 jaar geleden bij de Kempai in Semarang, maar met haar grondige Engelse kennis diende ze herrezen Nederland als tussenper soon tussen de Engelsen en ons. Japs hoefden we toen immers niet meer te kennen, maar wel werd verwacht, dat je opeens vloeiend Engels sprak!!!!! Old soldiers never die. Wie precies en meer wil weten over wat Zr. de Jonge in die verzetstijd deed en wist, leze het boek Neder- landsch Indië onder Japanse bezetting, 1942-1945, pagina 438 t/m 441 "Het verslag over het ondergronds werk door een deelneemster" Die deelneemster is Zr. de Jonge. Mies Wally-Roelofsma Een uitgave van de Moesson Reeks verkrijgbaar bij Boekhandel Tong Tong f 5,90. Ook in de Pacific-Oorlog werden door onderzeeboten torpedo's gelanceerd. Elk door de Jappen buitgemaakt schip werd in de vaart gehouden voor het vervoer van oorlogstuig, zoals kanon nen, patronen, radio-automobielen, dy namiet en noem maar op. Helaas gebruikten de Jappen, in strijd met conventies, die schepen gelijktijdig voor het vervoer van krijgsgevangenen. Het geschiedde op 18 September 1944. Wij lagen in modderkamp, "Kampong Makassar" te Mr. Cornelis, toen wij voor een party - voor de zoveelste keer - werden aangewezen. Om 2 uur in de ochtend werd "aantre den" geblazen. Bij geruchte vernamen wij van een getorpeerd schip met onze lotgenoten. Vooraf werd ons niet bekend gemaakt, dat wij per schip zouden worden ge transporteerd. Geruchten van optimis ten zouden ons willen doen geloven, dat wij naar Midden-Java zouden gaan. Alles goed en wel. Onze troep mar cheerde naar de halte Kalibata. Er stond een trein gereed zonder locomo tief. Toen wij ingestapt waren en de loc werd gekoppeld, wisten wij, dat wij richting Batavia of Tg Priok zouden rij den. Met geblindeerde ramen kwamen wij op Mangarai aan. Er werd gerangeerd en toen reden wij terug, maar uit de bocht die de trein maakte, wisten wij, dat wij van Mangarai naar station Mr. Cornelis reden. Wij gingen door naar Station Pasar-Senèn, waar andere vrienden instapten, onder wie onzfe Ambonese makkers. Voort ging het naar Tg Priok. Aan de kade waren de Jappen bezig een schip te beladen. Het was nog donker - een uur of 4 's morgens. In de wachttijd observeerden wij "ons" schip. Op het achterschip bij de boeg stond "Liverpool". Dus een ingepikte blauwpijper. De Japse naam was "Juno- Maru". Tonnage was naar schatting 5000 ton. Op het dek stonden onze militaire radio-automobielen. Dan was de tijd aangebroken om aan boord te gaan. Op Japse manier wer den wij de ruimen ingeslagen. Wij za gen ook 4: 6000 Indonesische jongelui in nieuwe witte kleding gehuld op het voorschip. Toen wij in de ruimen hadden plaats genomen, werden de luiken gesloten. Zo, het vee zat erin en nu maar varen. In open zee werden de luiken geopend en mochten wij op het dek wandelen. Buiten de scheepswand hingen aan weerszijden van het schip grote houten kisten met een bekend rond gat in de bodem. Met een beetje "haasje over" konden we 10 minuten in de bak hur ken.... De Jappen, geholpen door onze eigen koks, zorgden wel voor behoorlijke voeding; veel spek met komkommers. Escorte bestond uit twee corvetten, terwijl af en toe een vliegtuig over vloog. Zelf had ik een plaats in het achter schip boven op de schroef. Er gebeurde verder niets bijzonders tot 18 September 1944. Na het middageten lagen wij in het ruim te dongèng. Plotseling een knal midscheeps met onmiddellijk daarop een 2de knal bij de schroef. De helft van onze ligplaats was verdwenen Ik zag de verwrongen schroef. Midscheeps ontstond min of meer een gedrang op de trap om op het dek te komen en het vege lijf te redden. In het achterruim hetzelfde, zodat ik langs een paal naar boven klauterde. Het schip maakte water. De Indonesische jongelui op het voorschip waren rade loos. De Jappen hadden hun zwemves ten aan en gingen toen met de paar gammele reddingsboten het water op. Onze jongens wierpen al het drijfmate- riaal de zee in, vlug en vastberaden. Dan springen en een vlot zien te be machtigen. Ik zie nog het achterschip ten onder gaan. Het voorschip met de in het wit geklede Indonesische jongelui van de Barisan Ekonomie stak omhoog, om tenslotte met een koor van gehuil en gebrul in de diepte te verdwijnen. Op het water zagen wij verpakte dyna miet drijven. Onze Marine-officieren drenkelingen hebben door slagen op lege drums ons aangeraden bij elkaar te blijven. Wat er verder met alle drenkelingen was gebeurd, zal ik niet beschrijven. De Jappen waren zo vriendelijk om reddingsacties in te zetten. Onze mak kers, die uitgeput en in bewusteloze toestand aan boord geraakten, werden zonder pardon overboord gesmeten. In Padang werden wij onder gebracht in de gevangenis; een haard van dy senterie en mogelijk cholera, 't Was voor mij een rare gewaarwording, toen ik in mijn nakie met een vriend onder één blanket lag, het 's morgens erg koud had. Mijn medeslaper was steen koud en al dood. Verder transport per trein naar Paja- kumbu en vandaar met open vracht wagens naar Pakan Baru. Wat twee torpedo's van een Engelse onderzeeër (H.M.S. Tradewind) kunnen uitrichten, hebben wij aan de lijve ondervonden. Voor ons in Pakan Baru kwam het offi cieel bericht van de Japse capitulatie op 23 Augustus 1945. Een stuk oorlogsmijmering sluit ik hier mede voorgoed af. J. F. v.d. Lee

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1970 | | pagina 9