C,Bataviade plaató
waar eenó mijn
wieg ótond.
J. G. YSSEL DE SCHEPPER
ALLE VERZEKERINGEN
zelfde jaar 1922 maakte ik een foto
van een aantal nieuwe parasbeelden,
losse staande figuren in naturalistische
stijl, van Balische mannen, vrouwen en
kinderen, bestemd voor de Pura druwe
karang (tempel voor vereniging van
erfbezitters) te Kubutambahan.
Als slot van mijn verhaal als vrolijke
noot nog een korte Bali-anekdote:
Toen G.G. J. P. Graaf van Limburg
Stirum eens een bezoek aan Bali bracht
ca. 1918 stond op het reisprogramma
ook een bezoek aan een typisch Ba-
lisch dorpsbadplaatsje met aardig pa
ras reliefwerk, in het landschap Taba-
nan ("Sindu Merta"). Op één der bui
tenmuren, dicht bij de ingang, stond
sedert 1917 afgebeeld een relief van
een Balisch vrouwtje in Eva's kostuum.
Kort tevoren hadden de A.R. van Zuid-
Bali en ik op een proeftochtje nog een
kort bezoek aan dit monumentje ge
bracht, en het ook uitgekozen voor het
hoog bezoek. Maar zonder ons er later
in te kennen had het eenvoudige Ba
lische dorpshoofd twee dagen tevoren
door een dorpsbeeldhouwer de bad-
nimf van "gepaste stenen kleding"
voorzien, om het hoge gezelschap geen
aanstoot te doen geven, zodat nu een
gekuiste Eva hen verwelkomde, tot on
ze grote verrassing.
L. C. Heyting Th.zn.
Zie ook mijn korte gegevens hier
over in Prof. Dr. Th. P. Galestins "In
leiding" van de Catalogus "Hedendaag
se kunst van Bali" in Centraal Museum
Utrecht, Sept./Dec. 1962, p. 13. De be
sproken houten beeldjes zijn nog in
mijn eigen Bali-collectie te vinden.
2) W. O. J. Nieuwenkamp, "Zwerftoch
ten op Bali", Uitg. Mij. Elsevier, Am
sterdam 1922, p. 134/135.
Links en rechts: Vorst en vorstin van Taba-
nan, in het midden marktkoopvrouw, erboven
een dwerghert met aap op de rug.
Sorry, niet Djakarta, maar gewoon
Batavia; niet de hele stad maar Kramat
en Kwitang. Wie herinnert zich niet de
tramremise van de NITM met haar dood
op wielen. Locomotieven, waarvan de
ketel vol stoom werd geperst. Trem
kedjebol wil zeggen, dat alle stoom
verbruikt was, zodat hij onderweg bleef
staan. De elektrische tram was van de
BETM, ook wel tante Betje genoemd.
Bekende gebouwen op Kramat waren;
de Indische Pensioenfondsen, 't Leger
des Heils, de autoverhuurder^ (en wa-
genverhuurderij) van der Vossen, de
openbare 3e lagere school, het post
kantoor e.a.
Een bekende zijstraat was Gang Ad
judant met rechts het eerste pand van
de broodbakkerij Tio Bok Seng. Hij had
een paar houten troggen en een oven,
waarmede hij lekker brood bakte, over
heerlijke beschuit en kadetjes. Bok
Seng had geen vakonderwijs genoten,
nee, hij deed het zo maar met zijn
handen. Schuins tegenover Bok Seng
woonde de fam. Hardy. De jongens
Hardy noemden wij tambies, omdat zij
wel wat van de Br.-lndiërs hadden. Ver
der woonden er de families Cohen,
Johan, Bernard, Tientje, Carolien, fam.
Smeets met Jan en Clara, Gottskalk.
De beide jongens Gottskalk namen
dienst bij het KNIL. Zonder wat wat
bereikten zij de hoogste onderofficiers
rang, onderluitenant; echte flinke ke
rels, branie en pienter.
Dan nog de fam. Soedira, Muller
Kobold, Kouthoofd, Sahupala, Jubido,
Nikijuluw, Dumas een oom van Go
Dumas de wed. Maas met haar
dochter letje, fam. Noja (oom Daan en
tante Griet), fam. Samson en vergis ik
me niet de fam. Spel, met Leo Spel.
Als ik dit schrijf wandel ik in gedachten
gang Adjudant in en dan zie ik de hui
zen van die familie hier links en die
daar rechts. En tussen ons in zo maar
beste brave Indonesische gezinnen
zonder apartheidsgedachte in die tijd,
60 jaar geleden. Al slenterende zie ik
de wegkruising, een viersprong. Rechts
gang T, niet voluit maar zo maar T.
Misschien zit u te eten als u dit leest.
Kan toch wel, al etende lezen. Gang T
kwam uit op Kwitang, een grote weg
waar de families Kal en Twijsel woon
den. Dan de fröbelschool van juffrouw
3) Zie voor dergelijke humoristisch
beeldhouwwerk, o.a. op Bali, in oud-
Java en India het artikel van Mevr.
Prof. Dr. J. E. van Lohuizen-de Leeuw,
"Humor in Indian and Southeast Asian
art". (Indological Studies in honor of
W. Norman Brown, American Oriental
Society 1962, New Haven, Conn. pp.
217-227 ill. Okt. 1962. Zie hierin fig.
3, "relief ("hold-up") on the modern
temple at Jagaraga (North-Bali)".
Alg. Ass. bedrijf „Argo"
Kantoor en woonhuis Corn, de Witt-
laan 83, Den Haag, Telef. 55 71 72
Vernet, bij wie ik ook fröbelde. Achter
in was de HIS.
Nu even denken welke bekenden in
gang T woonden. Eerst ons alles Tjang
Johanna, die er bij mijn ouders op aan
drong, dat ik pastoor moest worden.
Die goede oude Tjang. De weduwe
Stoetzer met haar zoon Ventje en een
dochter in het klooster. Ventje kreeg
op de 3de school eens een mep van
meneer Poortman. Toen kwam zijn moe
der in de uitspanning. Eerst bekvech
ten tegen hem en toen een oorvijg en
een flinke, want de bril van meneer
Poortman wapperde van zijn neus weg.
Dat kon toen ook nog wel. Verder
woonden er de fam. Verduijn Lunel, van
wie de dochter Trui huwde met Sauer-
bier van 's Landskas. Dan de fam. Ki-
liaan, van wie werd verteld, dat toen
de oude heer Kiliaan gestorven in de
kist in de lijkwagen lag hij wakker werd
en van zijn levende aanwezigheid deed
blijken door tegen het deksel te trom
melen. Dus werd hij er weer uit ge
haald en thuis gebracht.
De Kwitang-families behoorden tot
de have-nots. De jongens en meisjes
bezochten de 3e school. Hoofd der
school was de Heer v. d. Wal, later de
Heer Krijnen, met de onderwijzers Bos
en Poortman. De namen van de andere
schoolmeesters soeda loepa. Ik weet
wel, dat wij in de uitspanning van de
skola heerlijke warme rijst kregen met
smoor tahoe, die in de speelloods werd
opgediend. De schoolmeesters behoor
den tot de allerbesten. Eerst moest je
van de 7e klas je KAE (klein ambte
naars examen) doen, daarna je toela-
tings-examens voor de HBS en KWS
of je kreeg een verklaring voor de
Mulo. Denk er niet zo licht over. Ik
kwam oud-3de scholers later tegen als
bestuursambtenaar, als Hoofdwerktuig
kundige bij de Gouvernementsmarine,
bij de grote handelsvaart, als jurist, als
inspecteur van de belastingen, als ar
chitect bij de BOW, later Waterstaat,
als Knil officieren. Dat was het werk
van die harde oude schoolmeesters.
Batavianen waren krokodillen, die op
latere leeftijd hun korte £oten hebben
weggeworpen om op stevige benen te
staan.
In 1914 of 1915 heeft een felle brand
heel kampong Kwitang met de grond
gelijk gemaakt. De zoeven genoemde
families zochten bij familie of kennis
sen een onderkomen verspreid in het
grote Batavia.
Ik schei er nu echt mee uit. Nog
dit, Batavia was de stad van de Kron
tjong. Velen met mij hebben van Bata
via en onze vrienden gehouden. Het
was alles onvergetelijk.
Dick v. d. LEE
7