H.B.S. SEMARANG
„DIEDONG"
Telkens als ik in Tong Tong foto's
met verhalen over diverse H.M.S.-en
in Indië zag, o.a. BATAVIA - BAN
DOENG - SOERABAJA - BLITAR, dacht
ik bij mijzelf, waar blijft SEMARANG
toch en ik maar piekeren, tot ik plotse
ling me herinnerde, dat een oude
schoolvriendin, Otta Wardenaar, mij zo
ongeveer 20 jaar terug in Batavia een
schoolfoto van de H.B.S. genomen in
1917 t.g.v. het 40-jarig bestaan, had
laten zien en gelukkig kon ik via mijn
schoonzuster en via Haags telefoon
boek achter haar adres komen en nam
ik meteen contact met haar op en ja
hoor, zij had de foto nog en was met
een bereid mij die op te zenden, toen
ik haar mijn plan vertelde en dus kan
ik "eindelijk" DE foto laten opnemen
en weet ik heel zeker dat velen die
T.T. lezen en deze zullen zien, het erg
leuk zullen vinden; de foto roept im
mers zo ontzaglijk veel herinneringen
op. 1917: wat een lange jurken toch en
die half lange pantalons van de jon
gens. ..óóh wat erg zeg! Ja, dat zeggen
wij nu in 1970, maar toén vonden wij
het vanzelfsprekend nietwaar, maar
wat nu van de "MINI" (en zeer MINI)
te zeggen? Ik sta op de foto midden in
op de 3e trede in een z.g. "bretelrok"
en als ik mij NU even op die plaats
indenk en naar rechts en links en ach
terom kijk dan word ik even heel erg
droevig, want er zijn zo velen...niet
meer, dus wat medeleerlingen betreft
toch vrij jong, niet oud althans, opge
roepen!
Zeer velen heb ik nooit meer terug
gezien maar weet door diverse berich
ten dat velen het, wat wij noemen, "ver
gebracht hebben in de Maatschappij",
B.B., Leger, Ir, Planters, Mr, Onderwijs
en Ambt. bij div. Ministeries, artsen,
chirurgen tand/huid artsen.
Leraren(essen) staan op de foto mid
den boven en opzij; achter mij links,
met hoed op Mej. Zwager (Engels) met
rechts van haar Mevr. Vogler (Duits)
en achter haar Dir. Stokvis; van de an
deren herken ik nog Hr. Kok (Frans),
v. d. Riet (Ned.), van Loo (Wiskunde),
Becker (Tekenen), de Visser Smits
(Plant- en Dierkunde), van de laatste
weet ik dat hij nog in leven is, ver in
de 80 jaar; hij werd door ons altijd
"Opa" genoemd, n.b.! Toen toch nog
een jonge man, maar het zal wel aan
zijn "zacht" beleid gelegen hebben
(zonder dat er onzerzijds misbruik van
gemaakt werd, naar mijn weten). De
heer helemaal links was onze amenuen-
sis Hr. Dornstedt, tevens leraar scher
men. Er heerste in die tijd een zeer
prettige sfeer op school, n.b. "zonder
inspraak"!!! weten jullie nog? Er was
ook een H.B.S.-Vereniging "SINE NO-
MINE" of kortweg "S.N."; onze leraar
Ned. M. Mendel dichtte een Vereni
gingslied en Louis Meulemans schreef
er de muziek bij; het eerste couplet
werd algemeen bij de diverse feestjes
gezongen en laat ik hieronder volgen:
S.N.-lied 1e couplet:
Geen dichter bezong in zijn zangen,
En niemand beschreef met zijn
pen,
Het dagen, het bloeien, het bangen,
De vreugd of de rouw van S.N.
En daarom ook ruische uw feestlied,
Het konde aan d'eeuwige, "men",
Hoe trouwe en vriendschap 'n steun
biedt,
Den leden van 't roemrijk S.N.
Eens per jaar was er een grote fuif
met o.a. toneel (b.v. Kalif van Bagdad)
enz. met bal; ja, dat dansen leerden wij
elkaar, er waren altijd jongelui en meis
jes die piano, viool, guitaar speelden.
Natuurlijk komt bij mij de vraag op:
waar zijn jullie allen gebleven, toe, rea
geer hier dan op, via Tong Tong altijd
te bereiken!
Van hen, die dicht bij mij staan heb
ik nu nog contact met Santje Oorver,
op de foto links vóór met donkere rok,
getrouwd met Manus Keilman (rechts,
achter de schermers) en ontmoette ik
vóór onze repatriëring in '53 nog eens
Wim v. Soest (overl.) oud 'GoAhead
doelman, Piet Hölscher (overl.), Stee-
vert Klein (overl.) en hier in Holland
ontmoette ik Gesien (Pietje) Dirkzwa
ger, Etje de Wilde, Elly van Zuylen,
haar man Harry ook reeds overleden;
verleden jaar via Tong Tong kreeg ik
contact met nog een oud buurvrindje!
Chris Bastiaans, thans woonachtig in
Groningen, waar ik hem met mijn man
reeds opzocht en (kan het anders bij
Indische familie?) op een heerlijke rijst
tafel getrakteerd werden!
Ik kreeg ook toegezonden een ge
denkboek van het 60-jarig bestaan van
de H.B.S. met foto's; hè, ik liep in ge
dachten weer door die koele tuinen, die
het Hoofdgebouw en bijgebouwen (rij
en leslokalen) scheidden!
Ik eindig met de verzuchting: Wat is
het een kostbaar iets, als je op je
A.O.W.-leeftijd zulke herinneringen aan
een zonnige, probleemloze jeugd (dat
was het toch in onze ogen?) kan heb
ben, (onze kinderen al minder vanwege
de Jappentijd en onze kleinkinderen??
...de Hemel sta hun bij!)
L. M. (Wies) Nardten-de Jong
In Tong Tong van 1 aug. '70, las ik
over de kapperszaak van de fransman
Garreau. Mijn vader en mijn oudste
broer gingen geregeld naar die kapper
om zich te laten knippen. Wij woonden
op Soekasari, dat was met de dele
man ongeveer een half uur rijden van
het hotel "Du Chemin de Fer". Ik als
meisje, van toen ongeveer zeven jaar,
mocht dan mee en bleef, terwijl de
mannen gekapt werden in de deleman
bij onze koetsier zitten.
Nu het aardige. Deze koetsier ver
telde mij dat toean Garreau een "die-
dong" was; ik begreep daar niet veel
van en vroeg later aan mijn vader
waarom mijnheer Garreau, die in mijn
ogen een Hollander was, door de koet-
ser "diedong" genoemd werd. Het
raadsel werd opgelost: als Garreau niet
wist hoe hij iets in het maleis moest
zeggen, zei hij tot zijn knechtje Dar-
man: "dites done..." zeg het even .in
het maleis...). En zo was het dat een
Fransman in Buitenzorg een "diedong"
werd genoemd.
F. S. Tesser-Sandt