ANDERMAAL DE SUBSTANTIEVEN
IN WAN EN WATI
Geinspireerd en gestimuleerd door het artikel van de hand van Drs R. L.
Mellema onder de titel "Nogmaals Wan en Wati" voorkomende in TONG TONG
no. 1„ 14e jaargang, 15 juli 1969, pagina 7, waar we hem uiterst erkentelijk voor
zijn, voelen we ons genoodzaakt nog ietwat verder op deze achtervoegsels in
te gaan.
Vooreerst wensen we de opmerking
te maken dat we nimmer in ons ar
tikel handelende over deze suffixen
(gebruikt om er SUBSTANTIEVEN me
de te vormen, dus niet zoals wel
eer, d.i. in de prae-Bahasa Indonesia
periode om er uitsluitend AD
JECTIEVEN mede te vormen) hebben
beweerd dat de betekenis van het ach
tervoegsel -wan identiek zou zijn aan
'man'. In onze bovenaangehaalde bij
drage voorkomende in TONG TONG
no. 23, 13e jrg., 15 juni '69, pag. 12, heb
ben we uitdrukkelijk vermeld: "...wan
(ong. man)" of uitgespeld "...wan
(ONGEVEER man)". En over het suffix
-wati hebben we in hetzelfde artikel
het volgende gezegd: "Het achtervoeg
sel wati dat gebruikt wordt voor vrou
welijke individuen, enz., enz.", m.a.w.
ook hier hebben we n i e t uitdrukkelijk
gezegd dat wati identiek is aan 'vrouw'
(vide Drs Mellema's artikel). Bij het
neerschrijven van het bovenstaande
hadden we ons in de eerste plaats in
gedacht om de materie aan een zo
eenvoudig mogelijke bespreking te on
derwerpen t..vb. de TONG TONG-le-
zers en hadden daarbij de Engels/
Amerikaanse vertaling van bijv. angka-
saWAN in ons hoofd, welke in deze
talen wordt weergegeven door 'space-
MAN', sastraWAN door 'MAN of let
ters', hartaWAN door 'MAN of wealth',
olahragaWAN door 'sportsMAN'.
Drs Mellema formuleerde het boven
staande in zijn zeer gewaardeerde bij
drage als volgt: "Wat nu de betekenis
van de achtervoegsels -wan en -man
betreft (de achtervoegsels werden door
elkaar gebruikt), deze was niet die van
'man' of 'vrouw', zoals de schrijver in
de aanvang van zijn artikel stelt, maar
(en nu komt het AST): "HIJ DIE
(-wan) OF ZIJ DIE (-wati) IN HET BEZIT
IS VAN DE ZAAK OF EIGENSCHAP
DIE DOOR HET BETREFFENDE
WOORD WORDT BEDOELD".
De bovenstaande aanhaling is niet
geheel in overeenstemming met de fei
ten NU, VROEGER, dat is in de prae-
Bahasa Indonesia periode, was inder
daad de betekenis van -wan c.q. -man
en -wati ongeveer die, welke is gege
ven door Drs Mellema. Indien we een
Indonesische autoriteit op het gebied
van de Bahasa Indonesia even aan het
woord mogen laten, dan wensen we
hier Prof. Mr. Sutan Takdir Alisjahbana
voor het voetlicht te brengen, die in zijn
bekende TATABAHASA BARU BAHA
SA INDONESIA (Nieuwe Spraakkunst
van het Indonesisch), Deel 2, uitgave:
Penerbit Kebangsaan P.T. Pustaka Ra
kjat, Djakarta, 1955, op pagina 63 o.m.
het volgende opmerkt: "Achiran -wan
dan -man dipakai menurut kesedapan
telinga sadja untuk Iaki2 dan -wati
untuk perempuan. Umumnja artinja
m e m p u n j a i". Of, vrij vertaald: "De
achtervoegsels -wan en -man werden
slechts euphonisch gebruikt voor man
lijke en -wati voor vrouwlijke individu
en. In het algemeen (sic!) hadden ze de
betekenis van hebben of bezit
ten". M.a.w. de achtervoegsels hier
boven bedoeld betekenen dus enkel en
alleen hebben of bezitten en
niet voorafgegaan door hetzij HIJ DIE
óf ZIJ DIE, welke woorden in de B.l.
tot uitdrukking worden gebracht door
ORANG (JANG). Ergo, budi betekent
'verstand'; budiman (Takdir's formule
ring toepassende) 'verstand hebben of
bezitten', 'verstandig', 'wijs'; 'een wijze'
of 'een verstandig man' wordt dan
ORANG (JANG) BUDIMAN (of, natuur
lijk, orang (jang) berbudi). In dagbla
den komt men zo nu en dan nog de
frase tegen: pembetja2 jang budiman
met de betekenis van 'vriendelijke le
zers'.
Andere voorbeelden: guna betekent
'nut'; gunawan 'nut hebben', dus 'nut
tig'; 'een nuttig man' is dan orang
(jang) gunawan; harta betekent 'rijk
dom'; hartawan 'rijkdom bezitten'; 'een
rijkaard' is dan orang (jang) hartawan.
Hedentendage worden in de B.l.
géén nieuwe bijvoeglijke naamwoorden
(adjectieven) meer gesmeed met het
achtervoegsel -wan of -man (tussen
twee haakjes, -wati werd in de prae-
Bahasa Indonesia periode NIMMER ge
bruikt ter vorming van adjectieven!!!).
Tempora mutantur et nos et mutamur in
illis. Ten tijde van de nationale bewe
ging was het de Parindra of PARtai IN-
Dosenia RAya (Groter Indonesia Partij)
welke in de dertiger jaren z'n padvin
ders aanduidde met de benaming sur-
jawirawan (surja: 'zon', wira: 'held' en
het achtervoegsel -wan; wirawan bete
kent eveneens 'held'; we vinden dit
wira terug in het Duitse Wehrmacht).
Hoe het ook zij, het achtervoegsel
-wan heeft (hoogstwaarschijnlijk sedert
de Parindra) een nieuwe betekenis en
functie gekregen in 't (moderne) Indo
nesisch, hetgeen duidelijk blijkt uit
SEMANTIK door Prof. Dr Slametmul-
jono, uitgave: Djambatan, 1964, waar
in op pagina 38 het volgende wordt
opgemerkt: "Bubuhan wan diturunkan
dari bubuhan Sansekerta. Didalam ba
hasa Indonesia ,(let wel: bahasa Indo
nesia en niet bahasa Melaju! - AST)
mangandung pergertian keachlian atau
pekerdjaan. Bentukan kata dengan wan
jang diwariskan dari bahasa Melaju
ialah hartawan dan dermawan" (Het af
fix wan is ontleend aan het Sanskriet
en impliceert in de B.l. de betekenis
van: deskundigheid of werk, taak. De
woordvormen met wan geërfd van het
Maleis zijn hartawan en dermawan). Ter
illustratie van het bovenstaande willen
we hier enkele moderne vormen geven.
De Berita Yudha van zaterdag, 19 juli
1969, lanceert op pagina V in een ar
tikel het woord aksarawan in de na
volgende context: "Kepala Inspeksi
Daerah Pendidikan Masjarakat Suma-
tera Barat baru2 ini menandaskan
bahwa 20% dari aksarawan baru telah
mendjadi buta-huruf kembali setelah
pada tahun 1960 jang lalu dinjatakan
bebas dari buta-huruf". (Het Hoofd van
de Regionale Inspectie voor Maat
schappelijk Onderwijs in West Sumatra
constateerde recentelijk dat 20%
van hen die onlangs hebben leren lezen
en schrijven (m.a.w. de alfabeten; ak
sara betekent 'letter', ergo aksarawan
zo iets als 'deskundige op het gebied
van de letters van het alfabet') weder
om analfabeten zijn geworden, nadat
zij in 1960 reeds waren verklaard vrij
te zijn van analfabetisme.
De dramawan of 'toneelschrijver'
zou dan kunnen worden verklaard als
'hij wiens werk (taak) het is toneel
stukken te schrijven'. Het zou natuur
lijk mogelijk zijn met allerlei kunst- en
vliegwerk de betekenis van het achter
voegsel -wan als gegeven door Drs
Mellema, nl. "hij die in het bezit is van
de zaak of eigenschap", gelijk deeg te
kneden en coüte que coüte van toe
passing te verklaren op de bovenstaan
de voorbeelden, maar hoe is het dan
gesteld met bijvoorbeeld aksarawan?
Zou men hier kunnen spreken van 'hij
die in het bezit is van letters' of 'hij
die de eigenschap bezit van letters'?
Funny isn't it? En wat te zeggen van
'hij die de Gama (GAdjah MAda Uni
versiteit) drijft of bezit' voor Gamawan?
En hoe zou men de> nieuwvorming
pirsawan voor 'TV-kijker' in Drs Melle
ma's jakje moeten steken? Pirsa is het
Javaanse werkwoord 'zien, getuige zijn
van iets'.
In Malaysia werkt men met de vorm
siswati (een contractie van siswa en
wati) voor 'een studente die haar eer
ste graad nog niet heeft behaald', dus
een 'female undergraduate' (vide Zainal
Abidin bin Safarwan An Advanced
Malay-English Dictionary, Marican
Sons (Malaysia) Limited, Kuala Lum
pur, Singapore, 1966, pagina 313). De
vorm siswati of voluit gespeld siswa-
lees_ verder pag. 14