Fonteijn Co - B>ing Ook in de tropen wordt men weieens zeer oud v/h te DJOK.JA Vlamingstraat 5, Den Haag, Tel. 11 66 77 GOUDEN schakelarmbanden krintjing slangen colliers (6 tot 100 gr.) toesoek konde peniti kabaja van 22 karaats goud 22 Karaats verlovingsringen BRILJANTEN markiesringen hangers oorknoppen gezet in 22 karaats goud MIDO polshorloges SEBELAH ROTAN ARMBANDEN VAN 24 KRTS GOUD (mas kertas) Komt U van BUITEN Den Haag? Wij betalen, bij aankoop vanaf 200,de reiskosten voor één persoon geheel terug I I Niet lang geleden kon men hier in de dagbladen lezen over twee vrouwen, die op dezelfde dag hun 107e verjaar dag vierden. Inderdaad, een gedenk waardige leeftijd! Een van hen was een Indische. Nu komt. het in Europa (Bulgarije, Kaukasie en ook Nederland) vaker voor, dat een leeftijd boven de 100 jaar wordt bereikt. In de tropen is zo iets veel minder het geval. Toch her inner ik mij enkele gevallen waarin een zeer hoge ouderdom bereikt werd. In 1934 ontmoette ik een heel oude, grijze in Nederland geboren Hollander, een ex-administrateur van een koffie- onderneming Djoego, die helemaal krom liep. Hij genoot echter nog een heel goede gezondheid. Toen ik hem vroeg hoe oud hij wel kon zijn, ant- woodde hij: "een en negentig, maar de loerah van dessa Djoego, is wel tien jaar ouder". Nieuwsgierig geworden, besloot ik deze man op te zoeken. Ik trof een grijsaard aan, die meer op een oude Chinees leek. Op zijn kin en bij zijn mondhoeken groeiden enkele lange haren. Toen ik hem, tijdens ons gesprek, te kennen gaf, dat ik verstefd stond van zijn hoge ouderdom, vertel de hij mij, dat zijn vader nog in leven was .Wanneer ik mij voor zijn persoon interesseerde, zou hij hem laten roe pen. Ik wees dit echter van de hand, maar verzocht hem zijn vader te mogen opzoeken. De oude man leek uiterlijk zeer veel op zijn zoon en nauwelijks zoveel ou der. Hij bood mij een zitplaats aan en ik vroeg hem mij te vertellen over de djaman koeno de oude tijd over zijn dessa en de omgeving. Hij deed dit met genoegen en ging ver in het verleden terug tot aan de tijd waarin de grote postweg door Daendels moest worden aangelegd. Niet zonder bitter heid vertelde hij hoe de mensen wer den opgejaagd om aan deze weg te werken. Hoe er niet op gelet werd of zij wel te eten kregen en dat er onder hen waren, die genoegen moesten ne men met in de bossen verzamelde, ge kookte bladeren, wortels of het binnen ste gedeelte van de stam van de wilde pisang. Hij was zelf toen nog maar een jongen van twaalf, of jonger en moest de karbouwen hoeden. Rekent u nu maar uit hoe oud de man in 1934 kon zijn. Ik herinner mij nóg een man, die zeer oud werd. Hij was geen islamiet, doch beleed een bepaalde leer. Hij kwam vaak bij ons op bezoek, waarbij mijn vader, die hij bij de zwijnenjacht assis teerde, hem weieens een borreltje schonk. Als 18-jarige jongen ging ik graag mee op jacht. Wanneer wij na uren sjouwen nog steeds geen zwijn hadden ontmoet, vroeg ik de oude heer wel eens: "Waar blijven die beesten nu?", waarop hij steevast antwoordde: "Djagoeng oemoerée satoes dino", (de mais rijpt wanneer hij honderd dagen oud is). Ik vroeg hem mij de betekenis van dit gezegde uit te leggen en hij zei mij, dat de djagoeng geoogst wordt wanneer hij honderd dagen oud is, eer der niet. Wanneer wij dus eens geen zwijnen vingen, kwam dat omdat "zij nog niet rijp waren om "geoogst" te worden". Deze man, die ik mbah groot vader noemde overleefde mijn va der die toen hij stierf de 80 jr was ge- gepasseerd. Toen ik in 1948, na terug keer uit krijgsgevangenschap, mijn ge boortestreek bezocht, ontmoette ik de zoon van de oude mbah. Op mijn vraag of zijn vader nog leefde, antwoordde hij dat deze gestorven was op 141 - jarige leeftijd. Had hij de leeftijd ge schat? Neen, de man toonde mij een vuil, geelbruin boek, waarin de ge boortedatum van de oude mbah en diens kinderen in de javaanse jaartel ling waren genoteerd. Deze jaartelling telt weliswaar minder dagen dan de christelijke, maar groot is het verschil toch niet. De zoon telde thans ook reeds 88 levensjaren. Mijn overtuiging is, dat men onder bepaalde gunstige omstandigheden, ook in de tropen heel oud kan worden. N.N. Dat is zijn voornaam. Doodgewoon Bing. Zijn achternaam luidt Crossby. Hij wordt en met recht ook wel Mister America genoemd. Zingen kan hij. En als hij het doet, solo of samen met The Andrew Sis ters, Frank Sinatra of Louis Armstrong, je luistert altijd naar een warme, volle, gevoelige stem. Ik heb ergens gelezen dat Bing he lemaal een fijne peer is! Voor de oorlog heb ik zowat alle films waarin hij optrad gezien, maar vooral gehoord. Daarna trad voor ons de grote stilte in. Tot augustus 1945. Mijn laatste kamp lag ongeveer 8 km van een plaats dicht tegen de grens aan van Laos: Ubon. Toen de oorlog was afgelopen en wij voorzien waren van behoorlijke kledij, was het al gauw passagieren geblazen. Wij wandelden naar Ubon, waar op de aloon-aloon een paarden-race werd ge houden. Lang vóór we er waren hoor den we uit een enorme luidspreker het schorre, krassende geluid dat door een versleten grammofoonplaat en een gammele pick-up werd voortgebracht. Het was in ieder geval muziek en wij waren na al die jaren niet veeleisend. Toen we echter dichterbij kwamen, herkenden we de stem van de zanger: Bingl "Lay that pistol down, Ma, Lay that pistol down! Pistol packing Mama, Lay that pistol down! (it may go off! I)" Bing! Het deed ons allen wat na lange jaren weer Bing te horen zingen. We vergaten dat de plaat versleten was en de pick-up gammel. Het was immers Bing die zonq en dan was het OKAY! GeHaBe 11

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1970 | | pagina 11