HET GELUK VAN HETJAGEN
HARIMAU!
.fk
SOENDANESE PANTOEN
"De jacht behoort tot het zuiverste repertoire
van het menselijk geluk"
JOSé ORTEGA Y GASSET
Inheemse jachtverhalen, door een Minangkabauer verteld.
In 1952 verscheen bij de Penerbitan
dan Balai buku IndonesiaDjakarta-
Surabaja, een boek, getiteld "Dokter
Rimbu"geschreven door El Hakim. El
Hakim is een schuilnaam voor de Indo
nesische schrijver Abu Hanifah, Mi
nangkabauer, in 1907 op Sumatra ge
boren.
De hoofdpersoon in zijn werk, naar
ik meen een autobiografie, is Dr. Ha-
kam, een Indonesisch arts, wiens leven
op Sumatra wordt beschreven. Het ge
beuren speelt zich niet af in de eigen
lijke "rimbu", wat titel en omslag sug
gereren, maar wel op een Indische
buitenpost, temidden van enkele Euro
peanen en de Maleise bevolking aldaar.
Op enkele uitzonderingen na is het er
een vredige samenleving van inheemsen
en Europeanen. Alleen tegen het einde
van deze doktersroman komt het tot
een uitbarsting tussen de nationaliteiten
van enige hoofdpersonen, waaronder
Dr. Hakam.
Uit deze prettig geschreven en ge
makkelijk te lezen (Bahasa Indonesia)
doktersroman koos ik voor onze Tong
Tong-lezers enige spannende gedeelten
over inheemse tijgerjachten op de Su
nt atraan se koningstijger (Felis tigris
Sumatrensis) in lndragiri, landschap
behorende tot de toenmalige residentie
Riouw en Onderhorigheden.
Ik heb de stof in drie korte verhalen
verdeeld en deze zo goed tnogelijk zelf
uit de Bahasa Indonesia vertaald.
S.
grootvader en kleinzoon reeds gevor
derd, toen zij, bij een bocht van de
weg, opeens een tijger vóór hen de
weg zagen oversteken.
Omdat zij reeds zo dicht bij de kam
pong waren, vervolgden zij toch hun
weg, maar vanaf dat moment waren zij
steeds op hun hoede. De weg, die zij
nu volgden, was maar een klein bos-
weggetje, met gras begroeid en links
en rechts met struikgewas omzoomd.
Niet lang daarna kwam echter de tijger
terug en stak weer de weg over, maar
iets dichterbij dan de eerste keer.
De oude man werd nu nog voorzich
tiger, het regenscherm hield hij stevig
in de linkerhand, terwijl hij zijn scherpe
kapmes rechts omvatte en gereed
hield. Zijn kleinzoon liet hij dicht achter
zich lopen.
"Gewoonlijk", vertelde de oude man,
"heeft de tijger, als hij tweemaal ie
mands pad heeft gekruist, het plan, om
iemands handigheid in het gevecht te
toetsen. Daarom behoorden wij eerst
onze stappen te regelen en waren wij
I GEVECHT VAN EEN MALEIER MET
EEN KONINGSTIJGER.
Een oude man trok dagelijks uit zijn
dorp in de vroege morgen naar zijn
ladang in de omgeving, vergezeld van
zijn kleinzoon van elf jaar. Hijzelf droeg
altijd zijn scherpe kapmes en zijn pa-
joeng, terwijl zijn kleinzoon ook een
kapmes bij zich had en een bundeltje,
gevuld met eten en wat drinkwater,
voor het werk op de akker.
Ongeveer vijf uur in de middag, toen
de zon nog warm scheen, keerden bei
den naar huis terug, want de akker lag
ver van hun kampong en het was on
geveer een uur gaans door struikge
was en jong bos.
Gewoonlijk keerden hun naaste bu
ren gezamenlijk met hen naar de kam
pong terug tegen die tijd, maar deze
ene keer was het duidelijk, dat ze reeds
eerder waren weggegaan, want hun la
dang was reeds verlaten.
Ongeveer tot halverwege waren
20
voorbereid op de komende aanval, al
begon ons hart sneller te kloppen...
en jawel, bij de beboste wegbocht
wachtte "injik" ons al op, midden op
de weg staande".
"De staart van de tijger ging al naar
boven, zijn rug kromde zich al, en hij
gromde als een grote kat. Ik fluisterde
mijn kleinzoon toe enige meters achter
uit te gaan, om meer armslag te heb
ben. Ik zei toen hardop enkele gebe
den op, die ik vroeger van mijn guru
silat (schermmeester) had geleerd. Op
eens nam "injik" een sprong naar zijn
prooi, maar een dwarse boomtak, ter
hoogte van mijn hoofd, hield zijn snel
heid iets tegen, zodat hij aan de linker
kant van mijn lichaam met een boog
op de grond terecht kwam. Op dat
ogenblik, met een gebed in mijn hart,
sprong ik snel naar links en hieuw ik
met mijn kapmes met alle kracht in de
dwars gerichte nek van de tijger. Op
datzelfde moment probeerde "injik" mij
te bijten, maar met mijn linkerhand stak
ik de pajong in zijn grote bek. Zo hevig
was deze botsing, dat ik nog meer
naar links werd geslingerd. Mijn klein
zoon sprong bliksemsnel naar mijn
kant en hielp mij zo vlug mogelijk weer
overeind. Toen wij in de richting van
injik keken, zagen wij tot onze ver
bazing dat hij er niet meer was, spoor
loos verdwenen dus. Van deze gele
genheid maakten wij snel gebruik, om
zo vlug mogelijk naar huis te rennen.
Pas in de kampong aangekomen, werd
ik mij ervan bewust, dat mijn linker
hand met bloed besmeurd was doordat
twee vingers waren gebroken en dat
ik verder langs de hele weg nog met
de steel van de pajong in de hand had
gelopen. Vanmorgen vroeg gingen de
kamponglieden met geweren en lansen
naar de plek, waar wij gisteren ge
vochten hadden en een halve kilometer
verder werd onze tijger dood gevon
den. Het lijk werd naar de kampong
gedragen door de kampongbewoners
en toen bleek dat de tijger aan de hals
een grote wond had en zijn slagader
daar geheel was doorgeslagen.
Mogelijk zocht "injik" reeds zijn voor
beschikt stervensuur en ik werd daar
van de oorzaak, maar slechts als in
strument van Tuhan Allah".
Aldus vertelde een oude Maleier, pa
tiënt van "Dr. Hakam", aan de schrij
ver Abu Hanifah.
Samudradatta
Saninten, boeah saninten kastanjes,
vruchten, kastanjes.
Di tjandak ka parapattan brengt men
naar de viersprong.
Hapoenten, abdi hapoenten Sorry,
ik vraag bij voorbaat vergeving.
Bilih aja kalepattan als ik 'n fout
maak (of heb gemaakt). Tante Pim
Sterk verlaagd in prijs
Thans slechts f 4,incl. porto.