W DE VERTELLERS VAN DE DODENSPOORWEG ojofo Onder redaktie van G. H. Bartman EEN BOMBARDEMENT EN HET GROTE NIEUWS Dit is historische stof van uitzonderlijke betekenis! Maar helaas hebben wij geen historici in ons midden om deze stof te bestuderen, systematisch te bewerken, ordenen en ten slotte te bundelen tot een boek. Iedere historicus zou hieraan een levenstaak hebben. Wel hebben wij (nog) in ons midden de mensen die er geweest zijn. En zij zullen vertellen en getuigenis afleggen van hun er varingen en belevenissen uit die barre tijd. Opdat zij die na ons komen weten dat niet alles verloren is. Op een dag moesten een paar honderd man zich klaarma ken voor vertrek naar Phumy, een klein plaatsje 60 mijl van Saigon. Daar moest gewerkt worden aan de aanleg van een vliegveld. Joop was er ook bij ingedeeld, maar ik had iemand opgeduikeld, die wel ruilen wilde en zodoende bleef Joop bij mij. De tijd in Phumy is heel erg beroerd geweest, een tweede Birma. Zwaar werk, veel slaag en slecht eten. De Koreanen hadden daar weer de leiding, dus meer hoef ik niet te zeggen. Een poosje na het vertrek van de mensen naar Phumy moest er een contingent naar Dalat vertrekken. Dat is een stadje hoog in de bergen, waar de Fransen hun buitenverblijven hebben. Ook in dit contingent zaten wij niet. Velen gaven zich vrijwillig op om de steeds veelvuldiger wordende bombardementen te ontgaan. Ik zei tegen Joop: "Het is hier ook niet alles, maar ik voel er toch niets voor om weer de jungle in te trekken." Daar was hij het mee eens, dus we bleven in Saigon. Op een keer waren we met een ploeg van circa 1000 man op het olieterrein van Nhabé bezig aan het maken van "tankwallen", toen om 10 uur het luchtalarm ging. ledereen zorgde van de terreinen weg te komen. We zochten een goed heenkomen in een kampong op een K.M.afstand van de olie. Daar kwamen ze... en gooide hun eerste laag uit... god, als ze nu maar alles tegelijk meepikken... Dat was de vurigste wens van alle krijgsgevangenen. Vooral die gehate tanks moesten de lucht in. Ook in Saigon vielen de bommen; toen kwamen ze terug en ja hoor, ze lieten een laag los op de terreinen van party 8. Dat waren de plaat sen waar de vliegbenzine was opgeslagen. Oh, wat brandde dat heerlijk! Spoedig daarna klonk het "all clear". Schoor voetend kwemen we overeind, ik werd wakker door de kolf van een geweer; ik was van moeheid in slaap gevallen. We gingen terug, benieuwd hoe de "hap" eruit zou zien. Ik was net bij de poort die toegang gaf tot de emplacementen, toen gegild werd: "Daar komen ze weer!" Ja hoor, hele kleine stipjes, Liberators in de verte... Ik ging in de looppas terug naar de grote weg; iedereen zocht een goed heenkomen. Die dag was Joop niet bij me. Ik dook ergens in een slokan, waar een erg gehate Jap ook een goed onderkomen had gezocht. Z'n bijnaam was Han Hollander, omdat hij een paar woorden Hollands sprak en ook in die taal kon vloeken. Han Hollander was eensklaps erg vriendelijk en ik moest sigaretten en pisang van 'm aannemen. Maar ik reageerde niet op z'n hartelijkheden, hij kon kapotvallen en dat zag hij aan de blik van mijn ogen en toen was hij stil. De stipjes waren intussen stippen gewor den en ik zei tegen een paar maats die bij me lagen: "Duik, want ze laten ze vallen!"... Daar kwam de eerste laag gierend en fluitend naar omlaag... prachtig. De kluiten aarde vlogen om je oren en de scherven sisten door de lucht. Maar dat deerde niet, ik moest zien hoe dat gehate Nhabé vernietigd werd. Met golven van zes kwamen ze over. Nhabé brandde en nog steeds vielen er bommen. Bij de laatste golf kwam de Jap naast me overeind en zei: "Nhabé finished." Ik keek 'm eens aan en zei alleen maar: "I hope so." Hij wierp me een verbaasde blik toe en dreef af. In de kampong, waar we de eerste keer gezeten hadden, waren honderden scherven terecht gekomen, dus U kunt nagaan dat dat slachtoffers gekost zou hebben als we er gebleven waren. Ons geluk was dat het "all clear" te vroeg gegeven was. Nu was Nhabé dan eindelijk gefinished; er stond niets meer overeind en ook de tanks waren geraakt. Voor goed afgelopen. We hadden de grootste lol en juichten, maar de Jappen waren te down om iets te doen of te zeggen. We deden een uurtje opruimingswerk en mochten toen naar huis. De andere parties waren natuurlijk erg benieuwd hoe het afgelopen was. Het was gewoon een feestdag! Zo naderde juni. We werkten dag en nacht aan geschuts- stellingen, pillboxen en bunkers, welke allemaal in de sawah's rondom het kamp werden gebouwd. Al deze werken kwamen ons vrij zonderling voor, want de schietsleuven en openingen waren allemaal op het kamp gericht! Dat kon eigenlijk maar twee dingen betekenen: Ten eerste: Werkverschaffing zonder meer. Ten tweede. Bij landingen van de geallieerden zouden we worden afgemaakt. Men zegt dat er na de capitulatie documenten zijn gevonden waarin het plan stond ons neer te schieten. De helden...! We kregen toen al maanden iedere dag op een zeer geheim zinnige wijze een krant binnen, waarin we konden lezen van landingen op de Philippijnen, de bombardementen op Japan en Kyusioe, enz., maar de Jap was nog steeds de baas in onze archipel en van een groot gedeelte van het vasteland van Azië. Zouden de geallieerden sterk genoeg zijn om dit jaar (1945) de eerste landigen uit te voeren op Japan? Ik sloot weddenschappen af, dat deze landingen eerst in het voorjaar van 1946 zouden plaatshebben, maar zouden ze volgens mij eerst Formosa moeten veroveren om dit als springplank naar Japan te kunnen gebruiken. 90% van alle krijgsgevangenen waren er echter zeker van dat in 1945 de vrijheid zou gevierd worden. Enige lui hadden kans gezien om bij stukjes en brokjes zoveel radio-onder delen binnen te brengen, dat er een ontvangapparaat van gebouwd kon worden. Dat moest natuurlijk onder de groot ste geheimhouding gebeuren. Het apparaat werd opgesteld onder de keukenvuren en was daar via een onbekend ge houden tunneltje te bereiken. Iedere nacht werd er door enige mensen geluisterd en dan kregen we het laatste nieuws. Zo werd het augustus. Die er het meest verstand van hadden beweerden dat in deze maand de landing zou plaatshebben. 10 Augustus moesten 1000 man zich klaar maken voor vertrek naar de binnenlanden van Siam. God, zouden we toch nog een tweede Birmaperiode meemaken? De stemming was allesbehalve opgewekt, dat kunt U zich voorstellen. Joop en ik waren er ook bij. We hadden nog wat geld en kochten daarvoor zoveel mogelijk tabak als we maar krijgen konden. De tocht zou gemaakt worden per tongkang over de Mekong naar Pnompenh en van daaruit te voet honderden kilometers het binnenland in... Een tongkang is een lomp, motorloos vaartuig van 2 a 300 ton. We hadden 6 tongkangs tot onze beschikking, waarvan er een als keuken was ingericht. 16

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1970 | | pagina 16