Fonteijn Co - DE SULTAN DANSTE NIET J. G.YSSEL DE SCHEPPER ALLE VERZEKERINGEN <S>int-c~llicolaaó viering Vlamingstraat 5, Den Haag, Tel. 11 66 77 v/h te DJOKJA GOUDEN schakelarmbanden krintjing slangen colliers (6 tot 100 gr.) toesoek konde peniti kabaja van 22 karaats goud BRILJANTEN markiesringen hangers oorknoppen gezet in 22 karaats goud MIDO 22 Karaats verlovingsringen polshorloges SEBELAH ROTAN ARMBANDEN VAN 24 KRTS GOUD (mas kertas) Komt U van BUITEN Den Haag? Wij betalen, bij aankoop vanaf f 200,— de reiskosten voor één persoon geheel terug I I Als kind hing ik aan mijn Moeder's lippen, als zij mij uit haar jeugd en later als vrouw van een Indisch Officier verhalen vertelde. En zo herinner ik mij nü nog veel van wat zij mij tóen verhaalde. Een van die verhalen wil ik U nu ver tellen. Het is 78 jaar geleden, in Pontianak gebeurd. De oude Sultan van Pontianak (Hamid de Eerste?) werd ziek en overleed aan koudvuur. Dit had misschien voorko men kunnen worden, als de Sultan de raad van zijn lijfarts had gevolgd, die zijn kleine teen, de zieke plek, had willen amputeren. De Sultan weigerde echter deze in greep te laten doen met de woorden: "Met een teen minder kom ik niet bij Allah!" De begrafenis was zeer plechtig. Hon derden Bidars (prauwen) trokken de grote Chinese boot, de "Ban - Bat Hoen," of was het de "Ban - Bat Hin", waarop zijn stoffelijk overschot opge baard lag, naar open zee, om aan de golven te worden toevertrouwd. Als Opvolger kwam zijn zoon Moha- med Sjarif op de troon. En zo gebeurde het, dat de Burgerij en het Garnizoen hun opwachting moesten gaan maken bij de nieuwe Vorst. Aan dit evene ment werd een feest verbonden. Mijn Moeder beschreef de jonge Sul tan, zoals hij daar stond, gekleed in een prachtige witzijden Toga, met goud draad bestikt. Op zijn hoofd een tul band, versierd met een grote flonke rende brilliant. Nadat de genodigden aan de Sultan waren voorgesteld, kondigde de Cere monie-Meester de polonaise aan. Zich tot de Dames richtend vroeg de Resi dent, wie van hen met de Sultan de po lonaise zou willen doen. Een stilte volg de. Blijkbaar durfde geen van de Da mes dat te doen. Tot opeens mijn Moe der de stilte verbrak en zeide: "Ik wil met de Sultan de polonaise doen." De Resident bracht haar naar de Sultan, die zich van zijn zetel verhief en haar zijn arm aanbood. Zo opende zij het bal met de polonaise en achter hen schaarden zich de ande re paren. Onder leiding van de Ceremonie-Mees ter verliep de polonaise goed. Maar toen hierna een wals werd ingezet, werd de situatie voor mijn Moeder een beetje précair, want de Sultan walste niet. Mijn Vader redde de situatie door naar hen toe te gaan. Beiden vergezelden zij de Sultan naar zijn plaats en walsten daarna samen weg, onder de tonen van de "Tsarina", nagekeken door de Sul tan. Als blijk van erkentelijkheid tegenover mijn Moeder en ook al omdat zij de moed had getoond om met hem de polonaise te doen, stuurde de Sultan de volgende dag zijn eigen Bidar (sta tie-prauw) volgeladen met de fijnste vruchten, kippen, eenden en eieren naar het huis van mijn Ouders. Er was zóveel, dat mijn Moeder het he le Kampement ervan mee kon laten genieten. Dit gebeurde tempo dulu, in die goede oude tijd. Hieruit spreekt toch de har monie en de hartelijkheid onderling toen. En wat de Sultan verder betrof: Hij was zeer gehecht aan het Oranje-Huis. Eén van zijn dochters gaf hij de naam van "Wilhelmina", naar onze oude Koning in. Later deed het verhaal de ronde, dat hij de Nederlandse Vlag nog in top had, toen de Japanners binnen vielen en daarom met zijn gezin zou zijn ver moord. Gelukkig was zijn Zoon en Op volger, Sultan Hamid de 2de, in die tijd in dienst van ons Leger en dus afwezig. M. Wolf-Nauta ATTENTIE! Door gebrek aan plaatsruimte en door ons personeelstekort, waar door wij extra administratieve rompslomp moeten mijden, zien wij tot onze grote spijt genood zaakt, de OBUZ-rubriek met in gang van dit nummer te beëindi gen. Red- Alg. Ass. bedrijf „Argo" Kantoor en woonhuis Corn, de Witt- laan 83, Den Haag, Telef. 55 71 72 ~~ïn" Koedoes (Midden-Java) werd het Sint-Nicolaasfeest altijd gevierd in de toneelzaal van de Sociëteit van 4 tot 8 voor de kinderen en daarna voor de volwassenen. Er was natuurlijk een Sinterklaas met z'n zwarte Pieten. Een verrassing was het dan altijd, wie zich in het Bisschopspak had gestoken, want de meeste kinderen de hele kleintjes daargelaten geloofden niet meet in die figuur Op zo'n Sinjo Klaas- feest zoals sommige kinderen zei den zaten de kinderen vol spanning en verwachting op z'n komst te wach ten, rustig zonder kabaal te trappen, zoals in Holland dikwijls wel het geval pleegt te zijn, tot het moment was ge komen, dat de goede Sint aan de in gang verscheen en onder een wel komstlied, statig en met plechtige tred door het middenpad van de zaal schreed om zijn zetel op het toneel te bereiken. U kunt de hilariteit en de vrolijkheid der kinderen begrijpen, als ik U ver tel, dat achter de figuur van de Sint het hondje van de onderwijzer even statig liep als zijn baas. Daar het alom bekend was, dat hij en zijn hond altijd onafscheidelijk waren, had hij daarmee zijn identiteit verraden. Men zegt, dat de onderwijzer zijn hond met opzet thuis niet had laten vastleggen, om een komisch effect te bereiken, hetgeen hem dan ook volkomen is gelukt. K.J.E.K. 11

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1970 | | pagina 11