m
S-let meer van Ylgebel
NU!
Vertellingen
bij de
Lampoe Tèmplèk
Prof. Dr Bernet Kempers'
"Borobudur"
de rijen kan vinden wordt het gevecht
met de buffel hervat.
De krankzinnig geworden karbouw
loopt snuivend heen en weer. Hij kan
soms nog gevaarlijker zijn dan de tij
ger. De waker moet goed werk ver
richten; de slaper mag niet meer suf
fen en dromer is gewaarschuwd. Het
gewonde beest valt iedereen aan, die
hem in de weg staat. Alleen, wanneer
de tijger hem nadert, heeft hij alleen
ogen en oren voor zijn aartsvijand.
Stap voor stap nadert hij zijn onver-
zoenilijke vijand, nu met dubbele voor
zichtigheid. Het bloed druipt hem
langs zijn rechterzijde. De tijger doet
nog allerlei schijnbewegingen om weer
plotseling een geweldige aanval te
doen. Deze keer is 't hem niet meer
gelukt om de horens te vermijden. Hij
krijgt een haal in zijn onderbuik en
wordt in de lucht gegooid. Daar maakt
hij een salto en tracht op de poten te
recht te komen. Net is hij op de grond
of de karbouw neemt hem nog eens
op en smijt hem een paar meters ver
weg. Deze aanraking met de horens is
niet erg voordelig voor hem. Zijn buik
is opengereten en de harde val ver
ergert zijn lijden. Hij heeft geen kracht
meer om op te staan, maar hij pro
beert toch de poot van de karbouw
te bijten, op 't ogenblik dat de buffel
hem wil vertrappen.
Het publiek juicht en klapt in de han
den. Uit alle hoge bomen in de om
trek komt een gejubel. Uit de hogo
panggoeng komt ook applaus. De pra-
djoerits zijn tevreden met de goede
afloop van 't gevecht en vooral de
voorste rij is opgelucht. De dapperen
van aard hebben niets te vertellen; juist
de lafaards kunnen boekdelen kweb
belen en 't schijnt, dat zij nooit uitge
praat zijn.
Dat de tijger de kans ziet om zich
los te breken is ook geen zeldzaam
heid. Dan komt een groep bekwame
jagers, die zulke feesten altijd bijstaat,
aan de orde. Met sabels, krissen en
lansen gewapend maakt men een jacht
partij op de wegloper, opdat er geen
verder ongeluk kan gebeuren. De tong
tong waarschuwt de mensen, opdat al-
lt deuren en ramen gesloten worden.
Alle verkeer wordt stopgezet, en nie
mand mag zich buiten vertonen. Pas
als de tijger afgemaakt is en 't lijk
door twee mensen naar de arena ge
dragen wordt, wordt er een tweede
signaal gegeven, dat de rust hersteld
is. 'M Bah Nang
Speciaal voor onze lezers die kinde
ren en kleinkinderen hebben om er
mooie verhalen uit Indonesië aan te
vertellen of voor te lezen, brengen wij
in deze rubriek Indonesische legenden
en sprookjes in heel eenvoudige stijl,
ontleend aan leesboekjes voor de La
gere School van "toen jroeher".
Als je zo over het zwart glanzende
water van het meer van Ngebel kijkt,
zou je niet denken, dat daar in die
donkere diepte vruchtbaar land ge
weest is en dat daar mensen gewoond
hebben.
Maar heel, heel lang geleden wieg
den, waar nu het water ribbelt, de zwa
re padi-aren in de wind en lag daar een
groot dorp tussen de bamboebosjes.
Het was een rijk dorp, ieder leefde in
overvloed, en armen waren daar niet
te vinden.
Maar door hun rijkdom waren de
mensen hebzuchtig geworden en dach
ten ze alleen maar aan zichzelf. Kwam
er eens een arme de lange, zonnige
weg naar het dorp afgestrompeld,
dan hoefde hij bij niemand aan te klop
pen.
Zonder aalmoes joegen ze hem over
al weg. Scheldwoorden en ruwe grap
pen werden hem nageschreeuwd, 't
Was een mooi dorp, maar in de harten
van de mensen zag het er lelijk uit.
De dorpsgeest had er veel verdriet
van. Op allerlei manieren had hij al
geprobeerd, de mensen te verbeteren,
maar 't ging niet. Ze werden slechter
inplaats van beter. Het ging niet goed
zo; nog eenmaal wilde hij proberen, of
er niet een heel klein beetje medelijden
en medegevoel bij die mensen was. En
WEGGEEF-ADRESSEN
Jajasan Pa van der Steur
Matraman 77, Djakarta, Indonesia
Jajasan G.I.K.I. Foundation
djl. Pemuda 64, Surabaja,
Indonesia
Emmaüs-Communité
Eikstraat 14, Haarzuilens,
tel. 03407 - 15 40.
hij verkleedde zich als een arme bedel
jongen en trok over de stoffige weg
naar het dorp.
Daar was het feest. De dochter van
het dorpshoofd zou trouwen. Dagen en
nachten was men in de weer geweest,
maar het zag er dan ook keurig uit.
Overal waringingroen en slingers van
klapperblad en in dat groen klonk al
door de heldere gamelan. Een vrolijk
welkom voor de gasten. En die waren
feestelijk gekleed, kleurige baadjes
droegen de vrouwen en de mannen fijn
geplooide kains, die sierlijk golfden
onder het lopen.
In de feestloods was het een gelach
en gepraat en toen de schotels met
blanke rijst werden binnengebracht en
de schalen met heerlijke sambals, werd
het een eten en drinken, alsof ieder
voor tien dagen genoeg moest hebben.
Midden in die prettige drukte kwam
de dorpsgeest; brood-mager leek hij
en de lompen hingen om z'n lijf. Nie
mand lette op hem en toen hij enkelen
wat rijst vroeg, snauwden ze hem af en
duwden hem weg. Geen enkele hand
werd uitgestoken, om de arme met een
vriendelijk woord wat te eten te geven.
Het dessahoofd, dat de bedeljongen
zag, liep kwaad naar hem toe en
schreeuwde: "Vooruit, vieze bedelaar,
maak, dat je weg komt!"
"Goed," zei toen met dreigende stem
de dorpsgeest. "Ik zal heengaan, maar
niet voordat jullie deze lidi uit de grond
zult hebben getrokken!" Meteen stak
hij een lidi in de grond.
Met een angstig voorgevoel greep
het dessahoofd de lidi, maar hoe hij
rukte, ze bewoog niet. Anderen kwa
men naderbij, trokken, rukten, het ging
niet. Wat vreemd! Wat was dat? Wie
was die bedeljongen?
Toen niemand de lidi uit de grond
kon trekken, zei de jongen: "Ik zal het
doen!" En met twee vingers wipte hij
de lidi uit de grond.
Maar 't was, of achter de lidi de
grond scheurde, een dikke water
stroom golfde omhoog. Alles vluchtte
in wilde wanorde. Alleen de bedelknaap
bleef staan. De brede golven achter
haalden de vluchtenden en tegen het
avond was, zag de ondergaande zon
een meer, waar 't mooie, rijke land was
geweest.
Het meer van Ngebel.
28,75 incl. porto bij Tong Tong
Vergeet niet 1
Straks is het uitverkocht I
15