ER WAS EENS EEN HEER Mineralen en stenen Er was eens een heer. Hij heette H. L. C. B. van Vleuten. Hij was resi dent van Bantam. Hij overleed in 1923. Normaliter zou met deze laatste zin het verhaaltje definitief uit zijn. Want als een mens na zijn dood niet verder leeft, is geen enkel verhaal mogelijk. MAAR DEZE HEER LEEFDE WEL VERDER Kort voor zijn dood namelijk had hij in een testament een pakketje aandelen en obligatiën, ongeveer een waarde van 1000,vertegenwoordigend, na gelaten aan een instelling die zich het lot aantrok van behoeftigen in Indië. Maar ziet, ook Indië ging voorbij en alle Europeanen die nog leefden ver lieten Indië dat voortaan Indonesië heette. Was dus de nalatenschap voor niets geweest? De erfgenamen van de heer Van Vleuten vonden van niet. En zij gingen op zoek naar een instelling die zich nog steeds het lot aantrok van arm lastigen in Indonesië. En vonden na jaren zoeken inderdaad zo'n vereni ging. Die vereniging was EN IS de Bond van Oud Steurtjes (BOS). Geen enkele andere instelling trok zich zo lang en zo volhardend het lot^ aan van onbeschermden in Indonesië. Nadat een uitgebreid onderzoek de erfgena men overtuigd had, dat de BOS de gedachte en de taak, die erflater Van Vleuten bedoelde, het best belichaam de, werd een notaris aangezocht om de gelden te doen overschrijven. DE GELDSWAARDE VAN DE ERFE NIS BLEEK ECHTER IN BIJNA EEN HALVE EEUW UITGEGROEID TE ZIJN TOT DERTIG DUIZEND GULDEN Zodat een groep weesjes en hunne leiders (het BOS-bestuur in Djakarta) op slag een FORTUIN van drie miljoen roepiah "in de schoot geworpen krijgt". Er was ook nog een ander klein erfe nisje dat tezamen aan de BOS werd overgedragen. Korter van historie en kleiner van omvang, nagelaten door de heer C. Zuur ,maar natuurlijk ook even dankbaar geaccepteerd. Nu vatten we de draad weer op van de eerste paar regelen. Want nu weet U ook hoe het kwam dat de heer Van Vleuten tóch voortleefde. In feite nog een halve eeuw HIDOEP TEROES tot de dag van heden. En dat mijn waar den, is ook ónze bedoeling van het Hidoep Teroes Fonds. Dat het onze Indische groep nog lang overleeft en vele arme mensen van later helpen zal. Doe dus mee. Help bouwen nog vijftien jaren nadat de laatste Indischman is heengegaan. Stort Uw tientje NU I En nog wat: het verhaaltje begint met: er was eens een HEER. Dat is goed gezegd, want je moet betoel Tuan Besar zijn als je verantwoordelijkheids gevoel hebt tot vér in de toekomst! vervolg: "Olifanten in het leger op Atjeh" Was de olifant eenmaal genezen dan volgde de africhting. Hierbij bood Ma- nis door zijn voorbeeld de behulpzame hand. Het is haast ongelooflijk in welke korte tijd de nieuwe olifant, bij de vangst, het transport naar Koeta Radja en de eerste behandeling zo woest nog, kalm meewandelde met de andere dieren en hoe het kort daarna toeliet dat hem of haar het draagkussen en als vracht dienstdoende zakken met zand werden opgelegd. LAM MEULO Medio 1918 trof ik bij mijn detache ring te Lam Meulo aldaar 8 olifanten aan. Het gebouw waarin zij waren on dergebracht bestond uit een geraamte van zware djati houten palen, die met lange ijzeren staven in de cementen vloer waren verankerd en geplaatst waren in een rechthoek van 8 bij 16 m. Iedere olifant had zijn eigen stal van 4 m in het vierkant zodat zij zich daar in vrij konden bewegen. Drie zijden van iedere stal waren betimmerd met dikke houten planken. Naar de buitenzijde waren de stallen open en slechts af gesloten met twee balken die uitge schoven konden worden. Het zinken dak was hoog boven de dieren aange bracht. Op stal waren zij niet gebonden om geen ongelukken te krijgen bij het slapen. Zij slapen op hun zij net als paarden. Bij elke olifant waren vast ingedeeld een hoofdverzorger en een helper, beiden dwangarbeiders. Aangezien de dieren zich op aandoenlijke wijze aan hun oppassers hechtten hadden muta ties zo min mogelijk plaats. Het geheel stond onder commando van een span- dri (soldaat 1e klasse) van de Trein, Ka Besar, terwijl een der officieren belast was met het algemeen toe zicht. Besar was van onschatbare waarde voor de gang van zaken bij de dieren, hij had een bijzondere knobbel om met ze om te gaan. Niet op transport zijnde werden zij 's morgens om half zes naar het alang alang-veld dicht bij het kamp geleid. Hier graasden zij tot ±10 uur, namen een bad in het riviertje dat langs het bivak stroomde en dronken elk een grote hoeveelheid water. Een volwas sen olifant drinkt daarvan dagelijks 200 liter. Zij graasden en liepen vol komen vrij onder aanwezigheid van twee a drie gestraften. Het is te Lam Meulo nimmer voorgekomen, dat er een van de lari trok. Wel elders zoals we later zullen zien. Bij het grazen zag je soms verma kelijke toneeltjes. Als Baroe DE man, verreweg de grootste en sterkste ko los, een bos gras uit de grond trok waaraan zich nog te grote kluiten aarde bevonden sloeg hij die met zijn slurf schoon op zijn slagtanden. Een paar wijfjes door hem blijkbaar uitverkoren genoten de eer in zo'n geval hun gras pol op een der tanden te mogen reini gen. Om 10 uur gaven zij zelf het sein om naar hun stallen te gaan door in colonne zich op de weg op te stellen. Iedere olifant liep bij thuiskomst naar zijn eigen stal en ontving daar zijn portie gaba, oebi en een kam pisang. Dezelfde voeding ontvingen zij te 14 uur en om 16 uur gingen zij weer een luchtje scheppen en grazen. Voor de nacht moesten zij het verder doen met vers gras.- In het regen seizoen konden zij wat het gras betrof nog wel aan hun trekken komen. In de droge tijd was dat moeilijk. De bij de olifanten ingedeelde dwangarbeiders, soms ver sterkt met nog een aantal voor andere diensten bij het detachement ingedeel de gestraften, zochten dan de aloers en door bomen beschaduwde plekken af om de 100 kg gras te vergaren, dat aan pikolans naar het bivak werd ge dragen. "Oom Piet" (Wordt vervolgd) Thieme's Mineralen Boek - door H. Bögel. Een onmisbaar boek voor ieder die aan geologie "doet". Bögel heeft 100 van de belangrijkste en meest karakteristieke mineralen en kristallen beschreven. Tabellen, afbeeldingen, beschrijvingen, een beknopt geologisch overzicht en een uitgebreid register maken de lezer wegwijs in de wondere mineralenwe- reld, die voor iedere liefhebber een onuitputtelijke schatkamer kan zijn. Verkrijgbaar bij Boekhandel Tong Tong, 19,50 incl. porto. Stenen zoeken - door H. Krul. Voor verzamelaars van stenen een zeer handige wegwijzer die alles vertelt over het ontstaan van de verschillende ge steenten in de diverse geologische tijd perken, met talrijke afbeeldingen en ta bellen. Verkrijgbaar bij Boekhandel Tong Tong, 8,90 0,80 porto. 16

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1971 | | pagina 16