O en en
menóenkennió
De grote jacht op Java
(Polo: H. E. Heuer)
Wat is het herinneringsvermogen
toch een mooi ding.
Vooral als met het klimmen van de
jaren dat vermogen toch wel gaat slij
ten links of rechts. Maar heeft U het
ook dat vooral etensgeuren de herinne
ring van localiteiten zo levendig kunnen
wakker roepen?
Als bij ons in de keuken goelai wordt
gemaakt, denk ik op slag en nogal
emotioneel aan een aantal plaatsen
tegelijk, waar ik onvergetelijke goelai
gegeten heb: de pasar van Padang in
de 30-er jaren (en Padangers kunnen
fantastisch goelai maken!), de pasar
van Kediri tijdens de politionele acties.
Op die pasar werden nogal eens men
sen ontvoerd of doodgeschoten, dus
eigenlijk was het niet "gezond" om er
naartoe te gaan. Daar stond tegenover
dat de goelai op die (ochtend-)pasar
doodgewoon hemels was. En blijkbaar
onvergetelijk...Ook Bandung komt me
bij het ruiken van goelai direct in het
geheugen. Speciaal Balong-gedeh, het
verlengde straatje van Aloon-aloon
Oost. En wel de oer-solide goelai van
een klein eethuisje, "Betawie" ge
naamd, die erg ingedikt was. Maar
daartegenover ook de goelai van een
verkoper achter het AID, waterdunne
goelai, met niet zulke flinke stukken
geitevlees als van "Betawie" maar al
leen allerlei rare sliertjes en dèddertjes.
Het geheel echter om te kussen en
dan meteen te lèllen natuurlijkl
Verder denk ik meteen aan een goe
lai verkoper op Pasar Tanah Abang, die
ook selecte saté verkocht, waar iede
re bezoeker zo ongepast veel van at,
dat hij zich naar huis moest laten pie-
kelen in een betja. Tsk-tsk-tsk, te erg,
ja? Als ik verder zoek, vind ik zeker
nog meer goelai-experts ,maar laat dat
genoeg zijn. Ook U heeft bepaalde her
inneringen, met het ophalen waarvan ik
U veel plezier toewens.
Het is, dat weet iedereen wel, de
combinatie ketoembar-djienten-djahé-
kaneel, (naast nog wat andere spece
rijen) die het 'm doet. En pas als ik
een groot aantal gerechten uit Indo
nesië de revue laat passeren, begrijp
ik hoe moeilijk ontleedbaar Indo's en
Indonesiërs zijn voor de toeschouwen
de Hollander. Alleen al op het gebied
van de knollen zijn er al direct vele
smaken en karakteristieken mogelijk,
die vele spijzen een heel eigen karakter
geven. Denk maar aan djahé, laos, ken-
tjoer, koenjit, temoekoentji, enz., die
elke echte Indische keukenprinses di
rect aan vorm, kleur en smaak herkent.
En daarmee onbewust bewijst dicht bij
de natuur te staan. Terwijl de in Hol
land geboren Indische dochter deze
wortels alleen maar kent als poeder
in flesjes...èls ze ze kent!
Zo herkennen Indischgasten onder
elkaar ogenblikkelijk hun gespreksge
noot naar locale afkomst en standing,
Met buitengewoon veel genoegen
plaatsen wij deze schitterende: jacht-
foto, in de overtuiging er vele ex-groot-
wild jagers een plezier mee te doen. Hij
werd in het jachtterrein genomen door
de heer Ch. L. Portier op 30 october
van het jaar 1923. (Zuid-westelijk ge
deelte van de Residentie Cheribon).
De eigenaar van deze foto is de heer
A. E. Heuer.
Van rechts naar links de H.H.: C. A.
Schmidt, W. N. Rundberg, A. C. Paul,
P. Görs, A. Moest'l en Ch. L. Portier
(geknield).
De buit: een schitterende, volwassen
bantengstier (Bos Sondaïcus) met bui
tengewoon fraaie koptooi (wat een
trofee!!!)
Tijdens een drijf kreeg de heer Rund-
berg de grote kans, maar zijn 8 mm.
kogel uit de buksloop van een drieling
kwam iets te hoog in het blad en was
niet direct dodelijk. De banteng ging er
van door, werd later weer opgedreven
en kwam nu uit bij de heer Paul. Twee
Brenneke kogels uit een kaliber 12,
recht van voren in de kop geplaatst
en het was afgelopen.
Mijn compliment! leder jager weet,
hoe moeilijk het is, zuiver te schieten
met een kogel uit een gladloopgeweer.
Op een stilstaand doel. Welnu, hier
als ze even luisteren en goed kijken
naar de gelaatstrekken van de ander.
B.v.: A. is een kleine boeng uit Solo,
en B. is een tjèt uit Soerabaja, enz.
Maar net zo min als een Hollander
Indo's uit elkaar kan houden, zo kan
hij moeilijk direct ruiken of proeven
welk ingredient te weinig of te veel
in een gerecht voorkomt. De Indo is
net als rijsttafel een gecompliceerde
natuur, die heel goede mensenkennis
en ethnische kennis vereist...
T.R.
was sprake van een bewegend doel
punt een, punt twee de schijf was geen
konijn, maar een razende banteng! Ge
bundelde kracht en furie! Vlakbij. Recht
van voren!
Op de achtergrond wat een terrein!
Glagah en alang-alang en bamboe doe-
rie. Lekker droog en harde grond.
Warm! Heerlijk!
Let eens op de kleding van de jager en
hun wapens. Khaki- of grijsgroene jas,
broek met puttees, schoenen (wit met
bruin) en natuurlijk kopspijkers, Bam-
boehoed. Geen polshorloge maar een
echte, onverslijtbare knol met rantee!
Moet je de eerste spuit rechts zien!
Kaliber doea belas met snorren, sorry,
met hanen. 70 cm. lange loop. De num
mer twee is duidelijk 'n drieling. Num
mer 4 toont trots een Mauser en de
heer Portier voert kennelijk een Win
chester punt 401 semi-automatic.
G. H. Bartman
Drieling geweer met drie jopen. Twee
naast elkaar zijn gladlopen, hier midden
onder is een getrokken loop geconstru
eerd.
Brennekekogel een loden kogel, spe
ciaal gemaakt om te verschieten uit
een geweer met "gladde" loop.
Glagah wild suikerriet (Saccharum
spontaneum)
Vernietigt die beschamende
reputatie van de Indischman in
Holland, dat hij alleen maar kan
"toenggoe mati". Laat ons voor
taan de reputatie hebben van te
"Hidoep Teroes" door goed te
doen ook na onze dood. Steun
met een tientje ons Hidoep Te-
roes Fonds 60.000 I
17