VROUWEN HEBBEN GEEN ZIEL
In het jaar 1920 werd ik, net uit Holland
geplaatst als onderwijzeres i.n Koeta-
Radja. Atjeh, het land dat ik alleen
kende uit "oorlogsverhalen". Aan boord
van de K.P.M.-er, die me erheen bracht,
schepte iedereen er behagen in, dit
groentje sterke verhalen te vertellen
over Atjeh-moorden. Eén had er een
soort van troost. "Ze moorden om met
de ziel van een kafir naar het paradijs
te gaan. Vrouwen doen ze niets, die
hebben geen ziel."
in het Atjeh-hotel, waar ik mijn intrek
nam, lagen een rijtje kamers met voor-
galerijtjes, die van elkaar gescheiden
waren door een houten schot. De ka
mer naast de mijne was bewoond door
een jong vrouwtje met een baby. Ze
zag er zo troosteloos uit, dat ik niet
laten kon te informeren, wat er met
haar aan de hand was. Ik kreeg het
volgende verhaal.
Zij woonde met man en drie kinderen
in Sinabang, waar haar man werkzaam
was bij een houtaankoopmaatschappij.
Een Atjeher daar meende te kort te
zijn gedaan door de plaatselijke be
stuursambtenaar, was naar zijn kam
pong terug gegaan en zon op wraak.
Hij zon heel lang; intussen was de be-
stuurambtenaar met echtgenote en 4
kinderen overgeplaatst en vervangen
door een vrijgezel.
Tegen de poeasa had de Atjeher zijn
wraak bedacht. Hij zou vrouw en kin
deren van de bestuursambtenaar ver
moorden.
Met een scherp geslepen klewang ver
borgen in zijn kain ging hij naar Sina
bang. Die morgen ging de niets-vermoe-
dende vrouw naar de toko-buurt. Achter
haar aan liepen hand aan hand de bei
de oudste kinderen. De moeder draai
de zich om, teneinde de kleintjes tot
doorlopen te manen en zag juist de
moordenaar toespringen, die de kinde
ren met zijn klewang onthoofde. Daar
na viel hij haar aan en voor iemand
tussenbeide kon komen, lag ze zwaar
gewond op straat.
Ze herstelde; leefde verder met de
vreselijke herinnering.
Ik was dagenlang van streek door dit
ontzettende verhaal.
Dat ik geen ziel had bleek tevens geen
garantie voor mijn veiligheid.
A. Moll-Lips
Naschrift van de Redaktie.
Desgevraagd deelde een Islamiet ons
mede, dat het pertinent onwaar is dat
Mohammedanen zouden denken dat
een vrouw geen ziel heeft. Eén van de
vele misvattingen die de niet-lslamiet
vaak over dit geloof heeft.
Aan mevr. Moll-Lips onze hormat omdat
zij duidelijk heeft vastgelegd dat het
een Europeaan (althans geen Islamken
ner) was, die het sprookje van de
"zielloosheid" van de vrouw, naar At-
jehse opvattingen, in de wereld hielp.
Helaas nemen veie Indischgasten het
met de waarheid omtrent andere reli-
gieën en/of andere volken niet zo
nauw,en brengen zodoende valse praat-
tjes in omloop die vaak generaties
lang troebele indentiteiten veroorzaken.
Heel wat totaal onware opvattingen
omtrent Indonesiërs, Totoks en Indo's
(en gastarbeiders!) zijn veroorzaakt
door slecht luisteren en slecht spreken!
En dan nog kwaad DENKEN!
Dan kan men zich afvragen waarom
zulk een gruwelijk verhaal zijn weg
naar Tong Tong heeft kunnen vinden.
Kalmweg: om onze lezers eraan te
herinneren dat "het koloniale pad niet
over rozen is gegaan" zowel naar Indo
nesische als Europese kant. Wij Tong
Tong lezers weten allemaal dat er veel
meer gruwelen zijn geweest de hele
"koloniale geschiedenis" door, van
Coen af tot de laatste politionele acties
toe. Dat wij er in Tong Tong nooit over
praten - evenmin als geen enkele Indo
nesische krant doet - is een typisch
Indonesische onwil om te praten over
ellendige zaken die voorbij zijn. Dit in
vergelijking met de Europese pers, die
haast bij voorkeur verhalen opdist over
gruwzame zaken vroeger en nu. En
zelfs bij de verste volken in verste
tijden.
Een enkele spaarzame herinnering
aan wat was is genoeg om het besef
bij te brengen dat ook wreedheid en
domheid menselijk zijn, dus in elke
generatie kunnen terugkomen: "wacht
U daarvoor!" Niet omdat één verhaal
al erg genoeg is, maar vooral omdat
elke wrede daad andere wrede tegen-
daden oproept. Zo zouden dus naast de
afschuwelijke foto's in Breton de Nijs'
"Tempo Doeloe" van Atjehsoldaten
en hun gedode tegenstanders (die
"echt waar" zijn) door gegriefde lezers
foto's opgediept kunnen worden van
Europeanen die getjintjangd of ont
hoofd zijn. Maar al zulke "bewijsstuk
ken" zwepen alleen anti-hartstochten
op, die van kwaad tot erger leiden. En
waaruit wij een huiveringwekkende,
maar WARE les leren: in elke oorlog
gaat de mens "a la guerre comme a la
guerre"; vrij vertaald: in ELKE oorlog
gebeuren afschuwelijke dingen, waarin
de mensen "erger dan dieren" zijn. O-
ver oorlogen NIET "schuldje-zoeken
spelen", zoals zoveel mensen op hun
praatstoel zo graag doen, die nooit
zelf iets van nabij meemaken. Wat Indië
betreft: wij hebben allemaal ons deel
gehad van goed en kwaad. Daarom: in
Tong Tong geen schuldzoekerijen.
T.R.
vervolg: "H.B.S.-Soerabaja"
dischgasten en vooral Indo's voelden
evenmin vijandschap of verachting voor
b.v. Duitsers of Amerikanen en moes
ten pas hier in Holland leren dat er min
of meer felle, min of meer gefundeerde
animositeiten bestonden t.a.v. verschei
dene "blanke nationaliteiten", zodat
men "moest oppassen voor zijn woor
den" om niet te gauw verdacht te wor
den. Eén van de zegeningen van het
Indische leven was Het Leven Zonder
Vijandschappen, want ook al werden er
af en toe hatelijke termen gebezigd t.o.
v. Chinezen, Arabieren en "Klingen"
(Indiërs), Totoks en Indo's, het bleef
altijd aan de snel wegwisbare opper
vlakte.
Tegenover Indonesiërs bestond geen
enkele vijandigheid, misschien ook om
dat veie Indo's te zeer bewust waren
van hun Indonesische afkomst. Arro
gante Indo's met een misplaatst supe-
riorteitsgevoel waren er helaas wél,
maar dit werd (geloof ik) in de hand
gewerkt door de sociale niveauver
schillen die door het Gouvernement in
acht genomen werden. B.v. door de
derde klasse van openbare vervoers
middelen te bestempelen tot "bestemd
voor Inlanders" en het salarisverschil
voor gelijk werk. Alleen kennelijke
windbuilen en blaaskaken lieten zich
om die reden als superieur gelden...
en de volgende generatie heeft ervoor
moeten boeten in de bersiaptijd! Als
het woord "koelie" gebruikt werd om
te kwetsen, was het niet het raciaal
element dat in die schoffering een rol
speelde, maar de nederige status. En
dan had "koelie" ongeveer dezelfde
waarde als het Hollandse "heikneuter".
Verder kenden de meeste Indisch
gasten de Indonesiër vaak in zijn eth-
nische hoedanigheid en maakte men
geen fouten in het herkennen van de
Javaan, de Batak, de Madoerees, de
Ambonnees of Menadonees. Deze
woorden en begrippen werden nooit
discriminerend gebruikt. Markante eth-
nische eigenschappen werden soms
als beoordelingsmaatstaf veel gebruikt.
Zo bestond in menig Indo-gezin de
roepnaam Dris (Madoerees) voor het
driftigste, vechtlustigste kind.
Red.
Weet ge wat nooit te verzadigen is?
Het hebzuchtig oog: alle goederen ter
wereld kunnen zijn holte niet vullen.
(Uit: bronnen van Perzische wijsheid).
If you are wise, you will mingle one
thing with the other:
not hoping without doubt, not doubting
without hope.
(Seneca, uit: Springs of Roman wis
dom).
STERREN STRALEN OVERAL
KOKKIES RIJSTTAFEL-ARTIKELEN STAAN
BOVENAL.
KOKKIES Rijstwinkel
Witte de Withstraat 128
Telefoon 38 94 38 - Amsterdam
P.S. Wij verzenden rijsttafel-artikelen ovei
de gehele wereld.