Prinselijke Hofdansers naar Nederland nooit gezien in Europa, zelden in Indonesië Links: een serimpi-dans, zoals wij die allen kennen. Rechts: een mannendans in al zijn kracht en gratie. Met een galapremière in de Alexanderhal van het Congresgebouw te Den Haag op 1 april start een tournee door heel Europa van de hofdansers van de Kraton van Jogjakarta, die ongetwijfeld vooral van Indische zijde enorme belangstelling zal trekken. Want zijn reeds de dansers van de klassieke dans- en toneelschool van Jogja, Krido Bekso Wiromo, beroemd en door liefhebbers van de wajang schaarse malen gezien, de hofdansers van de Kraton hebben wij nooit gezien. Ze zijn zelfs in Indonesië onbekend uit eigen aanschouwing. Er valt ons met dit optreden werkelijk een VOOR RECHT ten deel. Onder de dansers zijn twee broers van de Sultan van Jogja Hamengku Buwono IX: dansmeester Prins Surjobrongto en muziekmeester Prins Puger, en verder de oudste doch ter van de Sultan. Het gezelschap be staat in totaal uit 38 personen, w.o. 9 danseressen, 13 dansers en 11 mu sici. Het gamelan-instrumentarium van de Kraton (eeuwen oud en beroemd om zijn klankzuiverheid) reist ook mee. Bij de voorstellingen zullen afwisselend het pèlog- en het slèndro-toonsysteem ten gehore worden gebracht. Het dansprogramma brengt Javaan se versies uit: 1. de Mahabharata, 2. de Ramayana, 3. historische legenden, 4. de pandji-cyclus (welke laatste ge baseerd is op de invloed van de Islam op Java). Hoe diep-intensief de Kraton-dansers ingesteld zijn op hun kunst, mag blijken uit het feit dat de dansstudie niet min der dan 20 jaren duurt, waarvan 10 gewijd aan hoofdzakelijk de techniek en 10 aan de dansfilosofie. Een cen trale figuur is de dalang, die niet al leen het dansverhaal reciteert, maar ook aanwijzingen geeft aan het game lanorkest over de emoties van het ver haal. De vrouwendans kent drie vormen: 1. De 400 jaar oude "bedojo" en "serimpi" dans, 2. De "golek" solo dans (gebaseerd op de Arabische tentdansen en op de knieën uitgevoerd, 3. De "beksan golek", een speciale creatie van Sultan Hamengku Buwono die trouwens de schepper is van de specifiek Jogjase hofdans. "Uitvoeringen" werden om de twee jaar gegeven met wajang wong voor stellingen, die van 6 uur 's morgens tot 11 uur 's avonds en in totaal drie tot vier dagen duurden. De vrouwendansen munten uit door fijnheid en ingetogenheid. De mannen- dansen zijn te bewonderen in twee vormen: de "aloes" dans van buiten gewone verfijning en gratie, de "gagah gagah" dans van kracht en zelfbe wustheid. Wij mogen de heer H. J. da Silva (van "Fiesta Gitana da Silva"), de im- pressario van dit "Javaans dans-festi- val", wel erkentelijk zijn voor zijn moe dige en goed doorgewerkte initiatief. En ook al klinkt het onbescheiden, wij hopen dat hij er ook in slagen zal later een Balisch dansgezelschap naar Eu ropa te halen en ook het Filippijns gezelschap "Bahanian", werkelijk het meest kleurrijke en gevarieerde Azia tische gezelschap dat wij ooit zagen. Laat ons onze deuren wijd open zetten voor Aziatische danskunst! Wat de uitvoeringen in Den Haag betreft: na de gala voorstelling op 1 april eerst twee dagen niets en dan van 4 april af t/m 13 april zowel avond uitvoeringen als matiné's. Toch moet men niet denken: gelegenheid genoeg om plaats te krijgen, want de belang stelling is NU al enorm groot. Verder zijn er voorstellingen in Utrecht, De Doelen in Rotterdam, Arnhem, Nijme gen, Groningen, Eindhoven. Brussel, Antwerpen, Wiesbaden (festival), Parijs (Theatre des Nations) en Rome. Men houde de kranten met aankon digingen goed in het oog. Misschien komt er in ons blad nog een overzicht van het gehele programma. Eén vreugde verdrijft honderd zorgen. (Uit: bronnen van Oosterse wijsheid). Duizend en nogmaals duizend rivieren stromen naar de zee, maar de zee wordt nimmer vol. Wanneer de mens de stenen in goud kon veranderen dan nog bleef zijn hart hunkeren naar meer. (Uit: bronnen van Oosterse wijsheid). 4

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1971 | | pagina 4