I
13e
Dinsdag 29 juni t/m
zaterdag 3 juli 1971
in de HOUTRUSTHALLEN
PASAR MALAM
Tong Tong
het bivak Tangse. Het transport door
zwaar bergterrein met de 30 km naar
het zuiden gelegen post Geumpang
werd toen nog steeds met draagpaard-
jes, waarvan er een 30-tal bij het de
tachement Tangse aanwezig waren, on
derhouden.
Ik was reeds in 1918 tijdens mijn
proefdetachering de mening toegedaan
dat dit transportgedeelte, na het doen
springen van een aantal versperren
de rotsgedeelten en na verbreding van
het pad, geschikt zou kunnen worden
gemaakt voor het gebruik van olifanten.
Mijn voorstel daartoe werd na de lange
weg - divisiecommandant - korpscom
mandant marechaussee - gewestelijk
militair commandant Atjeh - chef gene
rale staf - legercommandant (hè hè) te
hebben afgelegd, goedgekeurd. Daarbij
heeft vermoedelijk zwaar gegolden mijn
betoog, dat de opvoer van goederen
met olifanten veel goedkoper zou zijn
dan met paardjes.
Na 3 maanden kwam ik met de eer
ste beladen olifant te Geumpang aan,
waar de mij vergezellende brigade en
de dwangarbeiders door de comman
dant, luitenant G. W. J. Walraven fees
telijk werden ontvangen en onthaald.
Kort daarna werden 4 olifanten van
Lam Meulo te Tangse gestationeerd.
Het transport naar Geumpang had
voortaan twee maal per maand plaats.
De tocht duurde 2 dagen met een over
nachting in het marsbivak Kali Tjabang.
De paardetrein werd opgeheven.
Het was een vriendelijk, haast men
selijk toneeltje als de vier olifanten van
Lam Meulo op het grasveld voor het
bivak Tangse aankwamen. Die van
Tangse werden voor de ontmoeting van
de stallen naar het grasveld geleid
waar zij zich vrij mochten bewegen. Zij
omstrengelden elkaar met de slurven
en zouden daarbij niemand vergeten.
Het was alsof zij elkander toefluister
den: "Kerel (meid) hoe gaat het met
je. Blij je weer te zien. Geef me de
vijf", (wat de joffers betrof een tjioem).
Na deze vreugdevolle verwelkoming
marcheerden de 8 kolossen gezamen
lijk naar de stallen.
Mijne derde aanraking met olifanten
kwam in de periode 1931 -1934 toen ik
commandant van de IV-divisie was ge
worden. Het transport van Tangse naar
Geumpang werd toen nog steeds met
olifanten onderhouden. Dat van Lam
Meulo naar Tangse niet meer. Hier was
het olifantentransport eind 1929 ver
vangen door autovervoer. Dat kon om
dat over de rivieren stevige bruggen
waren gebouwd en de wegen waren
verbeterd. Autovervoer ging sneller en
met minder risico was het oordeel te
Bandoeng.
De laatste luitenant, die te Lam Meu
lo met het toezicht op de olifanten was
belast, Karei Anten, maakte de ophef
fing en het afscheid van de olifanten
mee.
Dat olifanten een hun aangedane be
lediging en ruwe behandeling niet
spoedig vergeten en soms lang daar
na wraak nemen is algemeen bekend.
Op een dag in 1928 werd Anten door
de spandri, commandant van de die
ren gemeld, dat een bijverzorger een
der olifanten (Agam) had geplaagd en
onheus behandeld. Het beest had hier
over zijn ontstemming getoond door
kwaad met zijn slurf te zwaaien en diep
te brommen. De man werd onmiddellijk
vervangen om ongelukken te voorko
men. Hem werd verboden nog verder
contact met de dieren te hebben.
Ongeveer 3 maanden later werd hij
bij vergissing als extra helper aange
wezen bij het opladen van het trans
port. Terwijl Anten toekeek hoorde hij
een waarschuwende schreeuw van de
hoofdoppasser: "Djangan dekat gadjah
ini" en zag in het schaarse licht van
de kaarslantaarns een man door de
lucht keilen, die 8 meter verder in de
kawat om het bivak terecht kwam. Ze
plukten hem er uit. Hij zat onder het
bloed en de schrammen. De dokter in
het militair hospitaal te Sigli consta
teerde verder nog een gebroken sleu
telbeen en twee ribben. Hij heeft het
gehaald! De olifant had na 3 maanden
zijn plaaggeest herkend en hem met
een "zachte aai" met zijn slurf het hos
pitaal ingeslagen.
Een dergelijk geval had zich in 1914
te Lam Meulo voorgedaan. Een dwang
arbeider bij een der olifanten ingedeeld
had de laffe aardigheid tussen het gras
van het beest een brandende sigaret te
stoppen en het hem zo te eten gegeven.
Het dier heeft zich deerlijk pijn ge
daan. De dwangarbeider waagde het
voorlopig niet bij hem in de buurt te
komen. Toen hij na verloop van 4 maan
den langs de stal liep, greep de olifant
hem met zijn slurf, smeet hem tegen
de wand van zijn stal en had hem bijna
vermorzeld. De man werd onmiddellijk
in het hospitaal te Sigli opgenomen
maar is aan de verwondingen overle
den.
Ook te Koeta Radja is het een keer
misgegaan. Zoals gezegd hechten oli
fanten zich zeer innig aan hun oppas
ser. Het was voor een niet dagelijks
met zijn verzorging belaste dwangar
beider en zeker niet voor een totaal de
olifant onbekende gestrafte raadzaam
te dicht in zijn nabijheid te komen. Dit
moge blijken uit het volgende.
De oppasser van een dier aldaar
had zijn straf er op zitten en zou naar
Java vertrekken. Omdat het een goede
oppasser was, werd hem verzocht als
vrij burger aan te blijven. Daar had hij
wel oren naar, mits hij een dagloon van
1,60 zou ontvangen. Dat werd te duur
gevonden! Een andere dwangarbeider
werd aangewezen. De volgende dag
vond men hem vermorzeld in de stal.
In 1930 werd na het terugkeren van
het transport van Geumpang in het
marsbivak Kali Tjabang een dwangar-
lees verder pag. 14
Ditmaal zullen er op de Pasar Malam
in Den Haag drie podia worden op
gebouwd voor een betere spreiding
van het amusement. Twee grote voor
het uitgebreide showprogramma en
de modeshows en een kleiner po
dium voor de speciale kinderprogram
ma's.
in het showprogramma komen o.m.
Tante Pirn Eisinger, Ben Cramer, The
Millers, Sandra Andres. Sandra
Reemer, die zich al zoveel jaren in
de show-biz weet te handhaven en
vorige maand nog Nederland verte
genwoordigde op een song-festival in
Chili is zo langzamerhand een oude
bekende. Ze trad al in Den Haag op
toen èn de Pasar Malam èn Sandra
nog in de kinderschoenen stonden.
Nu is zij een opvallende verschijning
Sandra
in de showwereld, een zangeres waar
men speciaal voor naar de Pasar
Malam komt, die net als Sandra een
"opvallende verschijning" is gewor
den!
Meer inlichtingen en geïllustreerde
folder op aanvrage bij:
PASAR MALAM TONG TONG
LANGE VOORHOUT 25 B
DEN HAAG - TEL. 070 - 64 52 49
13