Slamet Sondag,
de Bedelaar
De Kroon had gesteld dat Webb een
volbloed Arunta, genaamd Alan Cave-
nagh, doodgeschoten had bij een dron-
kenmans ruzie in de droge bedding
van de Charles River, bijna aan de
voet van de Anzac Hill in Alice Springs.
Cavenagh, die vrijgezel was, had een
10-jarige nicht van Webb benaderd,
proberende haar als kind-bruid te ver
krijgen. Webb had hem gewaarschuwd
dat volgens de verwantschapsregels
van de stam hij geen recht had aan
spraak te maken op het meisje. Een
ruzie volgde. Cavenagh werd gedood
door Webb's geweer na een vechtpartij
in de bedding van de rivier.
Toen ik Webb vond na drie dagen
zoeken, geholpen door hem welgezin
de gidsen, gaf hij toe dat hij "fout had
gedaan volgens de wetten van de
stam". Hij kampeerde in rotsachtig
hoogland, ten Noorden van Jervois,
(wat de aboriginals uitspreken als Joe-
boy), tesamen met zijn vrouw Daisy.
Slechts met een wagen met vierwiels-
aandrijving kon men het terrein berei
ken.
Hoewel hij vaak glimlachte in een
automatische reflex als er een foto
werd genomen, stond zijn gezicht voor
de rest diep bezorgd.
"Ik weet dat ik sterven zal als het
bot op mij gericht wordt. Het zal een
bot zijn van een kangeroe-poot (het dij
been), dat met de hand is rond ge
maakt, met een punt aan het ene eind,
en een gat in het andere met een lok
mensenhaar daar doorheen".
"De ceremonie die gebruikt wordt
bij het richten van het been op mij, is
sacraal, ik mag U de details niet ver
tellen. De Kaditcha is een uitvoerder
van de stamwetten en hij is tovenaar.
Ik kan hem geen weerstand bieden
het enige wat ik kan doen is te
pogen kontakt met hem te vermijden
voor de rest van mijn leven. Het is
niet voldoende dat iemand mij vertelt
dat hij het bot op mij gericht heeft.
Ik moet het hem zelf zien doen. Daarna
kan ik niet meer gered worden, zelfs
niet door specialisten in het ziekenhuis
van Alice Springs".
Webb zei dat zijn vader, George-met-
de-kromme-nek, de rechtszitting van de
Arunta-stamleden bijgewoond had, en
dat hij hem de boodschap had ge
bracht dat hij ter dood gebracht zou
worden volgens de Kaditcha-traUitie als
vergelding voor Cavenagh's dood.
"Nadat ik door de Australische auto
riteiten vrijgesproken en vrijgelaten
was, werd ik benaderd door enkele
ouden van de Arunta-stam, die me ver
zochten de rechtszitting van de stam
bij te wonen, in de heuvels van Alice
Springs. Ze zeiden dat 200 Arunta's
van de streek van Plenty River, mijn
geboortestreek, en van het gebied van
de Santa Teresa missie, en van Alice
Springs daar aanwezig zouden zijn op
de rechtzitting van de stam. Ik weiger
de te komen omdat ik wist dat ik schul
dig geoordeeld zou worden en het ge
bied niet levend zou kunnen verlaten.
Ik zou vastgehouden worden terwijl de
Kaditcha-man me te pakken zou krij
gen. Mijn vader heeft verteld dat drie
ouden, die de oude geheimen kennen,
gekozen werden als Kaditcha-mannen.
Slechts enkele aboriginals kennen de
naam van de drie. Ik geloof dat ze om
beurten op me jagen. Wanneer de een
vermoeid raakt, gaat de ander door.
Op deze wijze zal nooit iemand, uitge
zonderd deze drie ouden, weten wie
van hen mij uiteindelijk doodde", aldus
Webb.
Webb gelooft dat de Kaditcha-man
die nu achter hem jaagt misschien "een
maand verwijderd is, misschien meer".
Webb zei dat hij er niet over had
gedacht het halve woestijngebied rond
Alice Springs te verlaten. "Het is mijn
thuis, en ik wens te blijven. Maar ik
zal me telkens moeten verplaatsen.
Mijn vrienden houden me op de hoogte
van wat ze weten van de vorderingen
die de Kaditcha-man maakt bij zijn
jacht op mij".
PS: Dit is meer dan "zomaareenver-
haal". Het is de eeuwige klacht van het
leven zelf; Webb kan geen tegenactie
voeren, hij kan alleen de Kaditcha-man
ontwijken, terwijl hij er niet toe komen
kan zijn semi-desert geboortestreek te
verlaten. F. Chrisy
Het is zondag en we zitten voor op
het platje te wachten op onze vaste
zondagse bezoeker: "Slamet Sondag".
We kunnen hem in de verte al zien
aankomen; huis in, huis uit, strompelt
hij steunend op zijn stokje, en over
zijn schouder hangt de oude tas, waarin
hij alle goede gaven verzamelt. Zijn
gezicht staat zorgelijk en we vragen
ons af wat de klacht van deze week
zal zijn, en we verkneuteren ons een
beetje, want we hebben een verrassing
voor hem vandaag.
"Goeie moooge, Toean Besar, sla
met Soooondag, Kakè erge hooonger.
Kakè nog niet éééte, alleen maar waa-
ter".
U ziet wel dat Kakè niet maar zo'n
gewone bedelaar is, hij was eens een
deftige djongos, bij een resident, die
hem zelfs een verlof mee naar Holland
genomen heeft. Hij spreekt dan ook
liefst Hollands. Alleen als hij erg in
vuur raakt, of tot Toean Allah spreekt,
bedient hij zich van zijn moedertaal.
We geven hem gauw zijn pakje brood,
dat al voor hem klaar ligt, met het
wekelijkse kwartje en een paar siga
retten. Z'n doffe ogen glanzen begerig
naar de sigaretten, maar alles verdwijnt
eerst in de grote tas.
"Aah, heel erg dank je séér, Toean
Besar", en dan komt er een lang en
vurig gebed met vele sembahs.
We wachten tot hij voor ieder lid
van ons gezin Toean Allah's zegen af
gesmeekt heeft, en vragen dan:
"En, Kakè, ada baik?"
Hij schudt mistroostig het oude
hoofd:
"Kakè heel erg seer verdrietig. Kakè
helemaal niet slape. Kakè sooo koud,
Kakè helemaal allemaal pijn".
"Arme Kakè", beklagen wij hem, en
toveren dan van achter onze stoel onze
verrassing tevoorschijn: een oud plu
che tafelkleed.
"Kan Kakè dit misschien gebruiken
om onder te slapen?"
Zó confuus hebben we "Slamet Son
dag" nog nooit gezien! Hij slaat zijn
handen in elkaar en weet het eerste
ogenblik alleen een langgerekt "Oooh!"
uit te brengen. Maar dan is hij in twee
stappen bij het kleed en klemt het
tegen zich aan alsof hij bang is dat
we ons nog weer bedenken zullen.
Er komen zowaar tranen in z'n ogen
en dan barst de woordenvloed los:
uitingen van blijdschap en oude klach
ten dooreen:
"Oooo, Kakè sooo gelukkig, nu Ka
kè lekker slape. Kakè al sooo oud:
Kakè helemaal alleen, Kakè geen Rin-
dere, nu Kakè niet meer koud. Kakè
sooo lekker slape. Kakè in Holland
gewees, sooo koud! Kakè sooo blij,
Kakè heerlijk slape".
We plagen hem nog een beetje en
zeggen heel ernstig:
"Kakè heeft zo veel tegen Toean
Allah gebeden, maar de Toean is nog
altijd ziek!"
Kakè richt zich zo statig als zijn oude
botten het toelaten op uit z'n gebogen
houding en z'n ogen fonkelen ver
toornd. Hij steekt bezwerend zijn oude
bevende hand omhoog en zegt met
krachtige stem:
"Kakè sal Toean Allah bevélen de
Toean Besar gauw beter te maken.
Kakè sal altijd maar door bidden voor
de Toean".
Maar dan valt zijn oog weer op z'n
deken en na een laatste sembah en
een "hee! erg dank je seer; slamet
Sondag", stopt hij z'n nieuwe schat
onder z'n duizendlapjes baadje en
scharrelt haastig het erf af. We kunnen
nog net zien hoe hij op de hoek van
de straat neerhurkt, het kleed uitspreidt
en met een liefkozend gebaar de zach
te bovenkant streelt.
Arme Slamet Sondag!
W. M. Bongers-Heroma
DE VLUGSTE MANIER
van bestellen bij Tong Tong: be
stelling op de giro schrijven, giro
zenden naar Tong Tong, Prins
Mauritslaan 36, Den Haag. Dus
NIET in de girobus doen, duurt
soms 4 dagen voor wij de giro
ontvangen I
Wij verzenden uw bestelling
direct na ontvangst van uw giro,
incasseren komt later. Op deze
manier kunt u de barang binnen
3 dagen thuis hebben I
17