totok?
Waar staat de "thuisgekomen
Op zoek naar Identiteit
if
Al gaan de artikelen onder deze titel
hoofdzakelijk over Indo-Europeanen, zij
worden ook door de Totok met grote
belangstelling gelezen, niet alleen om
dat Totok en Indo als Kinderen van
Ned. Indië zo lang samen zijn opge
groeid, maar ook omdat diverse psy
chologische en ethnische kenmerken
door beide gedeeld worden.
"Ras-technisch" wordt de echte Indo-
Europeaan (dus van zowel Indonesi
sche als Nederlandse afstamming) "ge
flankeerd" door de Nederlandse Cre
ool, dus "volbloed Nederlander" in In
dië geboren (en soms met onvermengd
bloed al verscheidene generaties ach
ter elkaar in Indië, en aan de andere
kant de Indonesiër die uitgesproken
Nederlands is opgevoed, de Nederland
se taal spreekt als zijn eigen taal en
geheel denkt en leeft als een Euro
peaan.
In beide "flank-groeperingen" zijn
soms zulke opvallend Indo-Europese
gedragingen dat b.v. onder "Creool"
vaak ook mengbloed verstaan wordt
(zie o.a. Koenen), terwijl onder "Euro
pees georienteerde" Indonesiërs vaak
een habitus waargenomen wordt die
maakt dat de betrokkene (als men zijn
naam niet hoort noemen) wordt aange
zien voor een Indo-Europeaan, in wiens
milieu deze Indonesiër zich trouwens
ook het natuurlijkst voelt.
In deze categorieën is NIET bespro
ken de mengbloed van Indonesisch-
Nederlandse komaf (dus Indonesische
vader en Europese moeder) die al
dan niet normaal erkend geheel in
de Indonesische samenleving is opge
nomen; zódanig dat zij uiterlijk niet als
Indo-Europeaan (wat zij technisch zijn)
te onderkennen zijn. Zelfs bij benade
ring is niet te schatten hoeveel Indo-
Europeanen in de Indonesische sa
menleving opgegaan zijn. Eens vertel
de dr. Takdir Alisjabana mij dat dit
aantal (dus ook in vierde, vijfde en
verdere graad) te schatten is op zes
tien miljoen. En het aantal Indo-Chine
zen zou veel groter zijn. Het zoeken
naar dominante heriditeitskenmerken
kan echter niet op kruidenierige wijze
in precieze getallen uitgedrukt worden.
Voor een zeer beperkt aantal Indo-
Europeanen is de naam Indo-Europe
aan een vanzelfsprekende en enig juis
te betiteling voor elke persoon van
Indonesische en Europese "toeroenan"
(afkomst), ook al wil men van de naam
niet horen, vooral in verkorte vorm (In
do). Over het algemeen is men tevre
den met de term Indische Nederlander,
ook al realiseert men zich dat ook zij
van NIET-Nederlandse (maar b.v. Fran
se, Engelse, Belgische) afkomst hier
eigenlijk niet toe gerekend zouden moe
ten worden.
En verder piekert men er niet over
10
na, hoe dan de Indo genoemd zou moe
ten worden die in Amerika de Ameri
kaanse nationaliteit aanneemt of daar
geboren is (Indische Amerikaan?) en
hoe de Indo's genoemd zouden moeten
worden die in Indonesië geboren zijn
of de Indonesische nationaliteit hebben
aangenomen (Indische Indonesiërs?).
Deze onbeantwoorde vraag bestaat ook
t.a.v. de Indo's in Canada, Australië,
Brazilië, enz. enz. Voor de wetenschap
pelijke onderzoeker die op algemeen
erkende heriditeits- of biologische wet
ten de Indische herkomst bestudeert
blijft de naam Indo-Europeaan de enige
bruikbare.
Bij de bestudering van al deze iden
titeiten (die dus in alle opzichten buiten
de nationaliteitswaarmerken staan)
wordt over het algemeen bijna auto
matisch gedacht aan bijzondere ken
merken die te traceren zijn langs er
felijkheids-kanalen. Als dus een blanke
Indo-Europeaan enkele in het oog val
lende gedragingen vertoont die niet
voorkomen bij "onvermengde" Neder
landers, is het gemakkelijk te zeggen:
"O, die en die kenmerken? Die komen
van de Indonesische (voor-)oudersl"
Zelfs al kent men de ethnische afstam
ming niet precies, "het zal wel klop
pen". En toch scheelt het een heel stuk
of men van b.v. Menadonese of Ja
vaanse herkomst is.
Net zoals men dus van een koppige
Indo-Europeaan gauw zou zeggen: dat
heeft hij van een Groningse (Friese)
grootvader. Wat geheel niet het geval
hoeft te zijn, want ook Madoerezen
gelden als koppigl
Van mijzelf zeggen Hollanders wel
eens dat ik "echt Hollands koppig"
ben, terwijl Indonesiërs mij als voor
beeld zien van een mens die het "rawé
rawé rantas, malang malang poetoeng"
(koppig doorzetten tot het uiterste) tot
een deugd gemaakt heeft. Terwijl ik
mezelf "gewoon" vind en alleen wat
waar is volhoud (b.v. het Indo-schap"),
en voor de rest erg schappelijk ben.
Vele karaktereigenschappen zijn beslist
geen raseigenschappenl
Hoe dan ook, bij de oppervlakkige
bestudering van Indo-Europeanen wor
den ettelijke kenmerken gemakkelijk
herleid naar de afkomst van beurtelings
de Europese en de Indonesische zijde.
Deze opvallende kenmerken zouden
dan door de genen en chromosomen
zijn "overgeplant", dus volgens physie-
ke wetten.
Pas hij echter die met scherp waar
nemingsvermogen de Indische groepen
bestudeert, zal merken dat er ook "ty
pische kenmerken" zijn overgenomen,
terwijl er toch in het geheel geen spra
ke is van erfelijke overbrenging. Wij
kennen allen wel Europeanen van ab
soluut onvermengde afkomst, die ge
woonten hebben, zó door en door In
disch dat ze physiek overgeërfd schij
nen, maar toch alleen maar aangeleerd
kunnen zijn. Totokse jongens die b.v.
opgegroeid zijn tussen Indo-Europese
en Indonesische kornuiten in een korte
periode tussen het zesde en dertiende
jaar (de lagere school-tijd) en hoog
blond en blauwogig zijn, maar spreken
met een onmiskenbaar Indisch accent.
En ook een houding hebben (lopen met
een losse Indische "swagger" i.pl.v.
Hollands vierkant of stijf) die men al
leen verwachten kan van iemand van
gemengden bloede. Zo had b.v. admi
raal Conrad Helfrich een "onvervalst"
Soerabajaas accent, dat hij toch onmo
gelijk van een leven in Krembangan
gekregen kon hebbenl
Ook als er niets Indisch aan Totoks
te zien is, zullen deze vaak van Hol-
landers-van-hier gehoord hebben: "U
komt zeker uit Indië?"
Maar practisch alle Totoks die lan
gere tijd in Indië geleefd hebben, heb
ben iets behouden van een Indische
onverschilligheid en zwier, die men bij
Hollanders-van-hier niet aantreft. B.v.
(bij mannen) het gemakkelijk achteruit
zitten in een fauteuil met de enkel van
het ene been los op de andere knie,
soms met de hand die enkel vast hou
dend. Nog één graad verder vindt men
de Totok die op een rechte etensstoel
kan zitten met één knie hoog opgetrok
ken (tot de voet op de stoelzitting rust).
Hollandse vrouwen uit Indië zijn ook
aan tal van gedragingen direct te on
derscheiden van Hollandse vrouwen
van hier. De laatste draagt haar hand
tasje meestal aan de hand als 'n bood
schappentas (dus met afhangende arm)
terwijl de "Indische Hollandse" dame
het tasje geklemd onder de gebogen
arm draagt.
Tenslotte onderscheidt elke Indische
Totok zich van de Hollander-van-hier
door de taal met andere zinsconstruc
ties, ander accent en andere woord
keuze.
Merkwaardig is dat wij onze eigen
(overgeërfde of aangeleerde) kenmer
ken niet zien (of horen), maar van an
deren wel. Wie voorts taalkundige is,
kan diverse aangeleerde merkwaardig
heden direct herkennen. Een lezeres
van ons blad, echte Hollandse, belde
eens een hoogleraar in de Nederlandse
taalkunde op en hij vroeg haar: "Bent
U van oorsprong Friezin en heeft U
ook in Indië gewoond?" Onze lezeres
stomverbaasd, vooral om het feit dat
het voor haar onhoorbare Indische ac
cent door de professor die nooit in
Indië was, direct gedetermineerd wasl
Al deze eigenaardigheden zijn dus
geen geërfde eigenschappen maar ont
staan door langdurige milieu-invloeden,