Lunch in Atjeh
oeta tjakil
SELAMAT
<=üoorplaat
Kandjeng in kwadraat
Bij de Atjeh Tram zijn volgens het
verslag van kolonel Brendgen (Tong
Tong 15-10-70) nog steeds locomotie
ven van het jaar 1900 in gebruik. Dat
pleit enerzijds voor de taciheid van die
machines, maar doet aan de andere
kant vrezen dat de passagiers er nog
steeds evenveel last zullen ondervin
den van kolengruis en roet als in dat
qrijze verleden. Een euvel dat zich
trouwens ook op Java voordeed. Men
kon trachten zich er met speciale kle
ding tegen te wapenen (wie herinnert
zich nog de dure lichtgrijze stofjassen
van de bereisde Roeien eerste klas uit
die tijd?), maar je makanan werd er in
de trein onherroepelijk door bedorven.
Het zal bovendien in de Atjeh Tram
(die ik persoonlijk nooit heb gezien)
niet mogelijk zijn geweest stofvrije res
tauratierijtuigen in te richten, zodat men
er wat anders op heeft moeten verzin
nen. En daar is men, naar mij door
hoogst betrouwbare kennissen is ver
teld, op een erg slimme manier in ge
slaagd.
Zij die de hele reis van Kotaradja
naar Langsa (of omgekeerd) moesten
maken, konden aan het beginpunt bij
de stationschef opgeven wat zij bij
hun lunch dachten te gebruiken. Deze
wensen seinde de chef door naar Lho
Seumawah, het station halverwege,
waar de rijzigers dan bij aankomst in
een speciaal lokaaltje konden plaats
nemen om de bestelde en inmiddels
klaargemaakte spijzen te verorberen.
Niemand behoefde zich daarbij te haas
ten, want men verkeerde in de rustige
zekerheid dat de tram niet eerder zou
vertrekken dan nadat de langzaamste
eter zijn laatste hap en laatste slok
binnen had.
Ik kan me bij dit heerlijke tafereel
levendig voorstellen dat er ten gerieve
van de minder kapitaalkrachtige passa
giers ook wel de nodige lekkere djadjan
voorhanden zal zijn geweest, meer ge
baseerd op door de verkopers mentaal
aangelegde "statistische" gegevens
over smaak en voorkeur der gegadig
den dan op telegrafische bestellingen.
En dat die maaltijden denkelijk uit
een pisangblad zo maar op de hurken
op het perron er niet minder gezel
lig om zijn geweest.
Beste lezers en lieve lezeressen,
stuurt u nu alstublieft geen ingezonden
stukjes naar Tong Tong om te beto
gen dat er van mijn verhaal helemaal
niets waar is. Ik heb het weliswaar
alleen maar van horen zeggen, maar
een gedocumenteerde ontkenning van
die gemoedelijke toestand, zo echt pas
send in de goede oude tempo doeloe-
stijl, zou me wreed beroven van een
idyllisch droombeeld en dus oprecht
verdriet doen...
CORNETS
8
'ffasfc/t.
Verreweg de meeste lezers hebben
In hun leven in Indië nooit (of maar
heel zelden) wajangvoorstellingen ge
zien. Of in elk geval niets of heel wei
nig begrepen van wat de voorstellin
gen in beeld brachten. Als men heel
korte voorstellinkjes gezien heeft, is de
kans groot dat men een gevecht ge
zien heeft tussen Ardjoena en Boeta
(reus) Tjakil. Een nogal wild gevecht
dat er uiteindelijk altijd mee eindigt
dat Ardjoena wint.
Dit gevecht is wel eens voorgesteld
als een "klassiek" gevecht tussen
Goed en Kwaad, maar dat is niet zo.
In feite ligt deze strijd op het mense
lijke vlak. Vandaar dat de strijd tussen
Ardjoena en Tjakil zo populair is. Om
dat men zich met Ardjoena vereenzel
vigt, terwijl Tjakil ongeveer te vertalen
is met: "Kwelduivel", leder mens (die
het goede nastreeft) schijnt op zijn
pad altijd een ellendeling tegen te ko-
Heb met mijn verjaardag van vele
zijden kleine vriendschapsbewijzen ge
kregen, waaronder de leukste: zes gul
dens (voor elk jaar een dubbeltje)
"naar de trant van de verjaarswensen
voor Pa v. d. Steur!" en een fles voor
mij nog onbekende maar heel goede
cognac! Prosit!
Wil degene, die ons de foto, die diende
als voorplaat van T.T. van 1 maart (no.
16), in bruikleen afstond naam en adres
opgeven met het oog op retourneren
van de foto?
men, die hem voortdurend dwars zit,
hem belastert en op allerlei denkbare
manieren sart en bedreigt. Het enige
dat Ardjoena hierbij doet, is zijn kalmte
en onverstoorbaarheid bewaren ;in elk
geval niet op elke aanval van Tjakil
terug te slaan.
Wie dit op de wajangvoorstelling ziet,
herinnert zich dus de waardig, haast
plechtstatig, voortschrijdende Ardjoe-
na-figuur, terwijl Tjakil gewoonweg om
hem heen "fladdert", afschrikt, bedreigt
en uit zijn hoek probeert te lokken
zodat zelfs de toeschouwer denkt dat
het direct met Ardjoena gedaan is.
Maar als dit drama lang genoeg ge
duurd heeft, doet Ardjoena één formi
dabele tegenaanval en het is met Tjakil
gedaan. Verhaaltje uit.
Er zitten echter méér diepere achter
gronden in dit verhaal. Op de eerste
plaats bedreigt Tjakil niet alleen Ar
djoena, maar ook diens nakomelingen.
Dus: :wie "uit goed hout gesneden is",
heeft altijd last van plaaggeesten (kwel
duivels; minne, gemene mensen). An
ders gezegd: het is het Lot van alle
goede, nobele mensen, om eeuwig
dwars gezeten te worden door lage,
gemene mensen.
En verder: de kwelduivel sterft door
zijn eigen kris! M.a.w. door het kwaad
dat de kwelduivel een goed mens toe
wil brengen, wordt hij zelf ten gronde
gericht. Wie een goed mens vervolgt
met laster, wordt zelf door laster ge
troffen.
Pas wie weet hoe goed iedere Ja
vaan dit verhaal als een morele opvoe
ding kent, behorend tot het normale
leefpatroon van ieder goed mens, be
grijpt iets van de onverstoorbare en
waardige levenshouding van de Javaan
onder alle omstandigheden. En begrijpt
achteraf misschien ook iets van de on
verstoorbaarheid waarmee generaal
Suharto, het Indonesische volk en de
Indonesische pers de opgewonden de
monstraties in Nederland "begroetten"
tegen de komst van het Indonesische
staatshoofd enige maanden terug...
T.R.
REISVERSLAGEN
Van ettelijke lezers, die onlangs In
donesië terug zagen, kregen wij onge
vraagd lange reisverhalen. Méér dan
ons blad (dat maar tweemaal in de
maad verschijnt) kan verwerken. Als
dus wat lang gewacht moet worden tot
er iets over in Tong Tong verschijnt,
worde men niet ongeduldig en kribbig.
"Geef een nieuwe abonnementskaart
voor de Koek".
"Voorletters?"
"F. F. M. Jhr.".
"Boekan main. Adres?"
"Leenheerstraat
"Waddoehl"
(Afgeluisterd bij de administratie).