OP ZOEK NAAR IDENTITEIT (II)
door
H. A. de Braal-Masius
Dit ingezonden artikel plaatsen wij
met veel genoegen. Het getuigt van
scherpe studiezin en onafhankelijke oor
deelsvorming.
Voor mevr. de Braai is het identi-
teits-vraagstuk geen kwestie van domme
"assimilatie" waar veel mensen ""na-
apen" Onder verstaan), maar van eer
lijke identificatie met de grote ethni-
sche groep waartoe men behoort. Ook
bekijkt zij de westerse beschaving NIET
als het hoogste evangeliemaar als een
object van ernstige en critische studie.
Wij moedigen dit soort "Indische
studies" gaarne aan. Red.
Gaarne wil ik reageren op uw artikel:
Op zoek naar identiteit.
Wat wordt bedoeld met identiteit,
image of persoonlijkheid.
Bedoelt men persoonlijkheid, dan is
men gauw uitgepraat. Als je jezelf bent
maakt het niet uit of je zwart bent in
een blanke wereld, of blank in een
zwarte wereld. De beschaafde blanke
of zwarte of gele of groene vinden el
kaar zonder moeilijkheden.
De mens die identiteit zoekt wordt
geleefd en wel door de groep aan wie
hij zijn identiteit ontleent. Het zoeken
naar identiteit, een image, is het ver
keerde resultaat van het leven in een
verkeerd gerichte samenleving. De ge
wone man in natuurlijke omstandighe
den of hij nu in Indonesië woont of
waar ook ter wereld geeft geen lor om
zijn identiteit, hij is wie hij is. In de
samenleving waarin wij leven waarin
het groepsbelang prevaleert, is het van
levensbelang om zich te identificeren
met de een of andere groep, gewoon
uit lijfsbehoud. Identiteit is dus een
beschermingsmiddel, iets waar je je
achter kan verschuilen.
Wij worden steeds minder individu
en steeds meer groepsmens, tot onze
schade. Aangezien de samenleving
waarin wij ons bevinden een geïndu
strialiseerde productiemaatschappij is
waarin de mens langzaam maar zeker
in de positie van verlengstuk van het
productieapparaat worden gemanou-
vreerd door de Big Brothers, is die
identiteit er een van een robot. Willen
wij dat onze kinderen doodgewone
mensen blijven dan moeten wij niet
naar een identiteit zoeken maar ons
zelf zijn en deze samenleving die op het
verkeérde pad is tot de orde roepen.
De Indo vertegenwoordigt meer dan
één cultuur, hij kan dus de westerse
cultuur zien met de ogen van een mens
uit een andere cultuur.
Carl Jung, één van de eerste psychia
ters, heeft in de mens "het collectief
onbewuste" gevonden. In ieder mens
leeft onbewust het verleden voort en
iedere cultuur heeft zijn eigen collec
tief onbewuste.
De Indo heeft er dus minstens twee.
Hij kan dus vanuit de oosterse cultuur
zien waar het niet deugt in de westerse.
De vraag die wij ons moéten stellen
is niet: met welke groep zal ik mij
identificeren, maar, hoe kan ik ertoe
bijdragen om van de westerse mens
die hard op weg is om een robot te
worden, weer mens te maken.
Dat er wat mis is met de westerse
wereld is duidelijk. Hoe meer ze heb
ben hoe armer ze worden, hoe meer
ze automatiseren hoe harder ze moeten
werken, hoe groter welvaart hoe slech
ter het welzijn.
De prijs voor de welvaart: milieu
vervuiling, inflatie, verslaving, atoom
dreiging, slechter wordende geestelijke
gezondheid.
De vrede zoals die begrepen wordt
door een westerling is een gewapende
vrede van machtsevenwicht die voort
durend dreigt door te slaan.
Het voedsel dat de burger krijgt is
niet alleen vergiftigd met producten van
de chemische fabrieken, maar wordt
steeds duurder en slechter van kwali
teit. We moeten niet alleen vergiftigd
eten tot ons nemen, we moeten slecht
water drinken en slechte lucht inade
men.
Kortom er is geen facet in dit leven
dat geen ergernis of gevaar oplevert.
Er steekt een enorme inconsequentie
in dit alles.
De westerling heeft letterlijk alle vra
gen die het leven en de natuur hebben
gesteld beantwoord. Zo goed als alle
ziekten zijn bedwongen, ze zijn rijk en
kunnen zich omringen met alle comfort
en veiligheidsmiddelen en toch is hun
bestaan nooit leger geweest.
Volgens een arts die een onderzoek
heeft gedaan zou één van de drie
gezinnen aan een psychiatrische be
handeling toe zijn, maar die krijgen ze
niet, want, men moet eerst naakt over
de dakgoot gelopen hebben en twee
maal een zelfmoordpoging hebben ge
daan, alvorens men in aanmerking
komt voor behandeling, aldus deze
arts.
Het gebeurt ook wel eens dat je
eerst je huis in brand moet steken
voor ze merken dat je wat hebt.
V.ele ziekten worden veroorzaakt
door sociale omstandigheden en werk
milieu.
Men zou zich kunnen afvragen waar
om die inconsequentie.
Het antwoord moet men zoeken in
de westerse cultuur. Wij nemen maar
aan dat het goed zit met die cultuur,
maar waarom loopt alles dan mis?
De Indo heeft een Nederlandse, dus
westerse opvoeding gehad, hij heeft te
maken met Nederlanders die doorgaans
erg aardig zijn en intelligent. De Ne
derlander als individu is best een ge
schikt persoon, maar als groepsmens
gedraagt hij zich anders.
Ter voorkoming van misverstand, on
der cultuur wordt hier verstaan het ge
heel van menselijke activiteiten, in het
materiële vlak en het geestelijke. In
het materiële vlak manifesteert de
westerse cultuur zich b.v. in de wijze
waarop men zich kleedt en daar kan
niemand bezwaar tegen hebben. De
bezwaren die ik heb tegen de westerse
cultuur liggen in het geestelijke vlak,
in zijn denksysteem.
Door middel van de cultuur wordt
een groepsidentiteit aangekweekt.
De drie fundamenten waarop de
westerse cultuur gevestigd is, zijn:
Het sofisme
Na de veroordeling van Socrates tot
de giftbeker heeft het sofisme de over
hand gekregen in het westerse denken.
In tegenstelling tot de filosoof, die
de waarheid zoekt om de waarheid,
zoekt de sofist de waarheid om er zijn
doel mee te bereiken.
Een voorbeeld van sofisme is het
volgende: tijdens een ouderavond stel
de een vader voor de kinderen discus
sietechniek bij te brengen door ze de
ene keer een standpunt te laten ver
dedigen en daarna dat zelfde standpunt
aan te vallen. In de praktijk komt het
erop neer dat men vandaag demon
streert voor Vietnam en morgen voor
de Amerikaanse politiek in Vietnam.
Ook de Nederlandse rechtspraak be
rust op sofisme. Men mag b.v. een dief
geen dief noemen. De redenatie is dan,
het stelen mag men veroordelen maar
niet de mens.
Als men b.v. door een louche zaken
man wordt opgelicht en men zou pu
bliekelijk de mensen waarschuwen voor
de praktijken van deze zakenman dan
maakt men een mooie kans door de
zelfde louche zakenman voor de rech
ter gedaagd te worden, waarbij hij aan
de rechter verzoekt om zijn slachtoffer
voor goed de mond te snoeren. De
jurisprudentie wijst uit dat zo'n ver
zoek doorgaans wordt toegewezen. Het
slachtoffer wordt op straffe van een
soms zeer hoge dwangsom verplicht
voortaan zijn mond te houden. Het is
logisch dat zo'n systeem een klimaat
schept dat alleen gezond is voor lou-
chelingen.
In feite zien wij het om ons heen
gebeuren dat het zakelijk klimaat
steeds hardvochtiger en oneerlijker
wordt. Met deze wetten zijn de dief-
achtigen niet te grijpen. Vooral de
lees verder volgende pag.
6