?|R7 TANGAN dingin Kalang Kaboet Van verschillende dames kreeg ik de laatste tijd de vraag: heeft het nu zin mangga, advocaat-, asem-, ramboetan- en andere pitten in de grond te stop pen. Wordt het wel wat, denk je? O ja, die verwachting hebben we al-' lemaal als we handenklappend op het schattige plantje neerblikken dat uit die tropische pit geboren is. Plantje groeit stevig door, en door, en door, en door. En dan? Mijn asemboompjes, mijn kemoening, mijn koffie, ze zijn allemaal ter ziele gegaan. Na 3 jaar overwintering op Nova Zembla. Eerlijk gezegd, ik had er ook de brui aan ge geven. Blijven leven, zonder uitzicht op DIE zon, DIE lucht, DIE vochtigheid, die hoofdvereiste zijn voor blijven leven? Toch blijf ik pitten in de grond stop pen, per slot van rekening zit ik hier ook. Nog wel niet in de grond, maar toch wel met een paar (zwakke bij mij hoor!) worteltjes die me ook in leven houden. Ik ben voor overplanting vatbaar, nu direct. Maar waar ligt mijn stukje grond klaar? Ophouden met vergelijkingen maken, laten we liever, met de zomer op komst luisteren naar de klare en wijze raad van een expert, de heer Polman. LILIAN DUCELLE Wanneer ik dan zou moeten begin nen met mijn persoonlijke visie te ge ven op de vraag of alle indische ge wassen in Nederland zouden kunnen groeien dan zou ik hier in positieve zin op willen antwoorden. D.w.z. in theorie zou dit mogelijk zijn doch in de praktijk zouden zich zeker zoveel moeilijkheden voordoen dat dit bijv. bij hoge bomen ondoenlijk is. In ieder geval zullen alle planten achter glas geplaatst moeten worden waarbij het licht, het op temperatuur houden en de luchtvochtigheid de voor naamste factoren zijn. Dit kan dus al leen in kassen en zeker niet in de huis kamer, hoe gunstig deze overigens voor het houden van planten ook in gericht is. Nu wil ik niet alle planten over één kam scheren want er bestaat een belangrijk aantal dat zich in de huiskamer normaal ontwikkelt, sommige zelfs zonder enige moeite, o.a. sanse- viéra (vrouwentongen), ficus elastica, gatenplant, caladium en hertshoorn, doch ook lastiger planten zoals croton, stephanoot, bougainville, wasbloem en chevelure zullen met een beetje goede wil en tangan dingin en vooral met het opvolgen van de in de talrijke boeken over kamerplanten aangegeven ge bruiksaanwijzingen met succes te kwe ken zijn. Anders is het met de volgende bloemplanten, heesters en klimplanten, die op een enkele uitzondering na uit sluitend in kassen aan de bloei ge bracht kunnen worden. Ik denk bijv. aan kembang soengsang, decemberbol, kop en schotel, mimosa, terong, lom bok, koemis koetjing, temoe lawa, brunsfelsia, katja piring, kemoening sokka, oleander, boentoet koetjing, in dische sering, molentjesbloem, congea, kembang merak, koepoe koepoe, schil dersverdriet, vakantieklokken, petraea, tongkèng, allamanda, rode en witte bruidstranen, clematis (de heel sterk ruikende), melati gambir, oranje step hanoot en passiebloem. De groei- en bloeiomstandigheden van deze planten zijn meestal te mini maal in de huiskamer, al wil iemand toch wel eens met de één of andere van laatstgenoemde planten succes boeken. Waarom dit de één wel en de andere niet gelukt is moeilijk te zeggen. Al zou men bijv. twee planten van de zelfde soort in twee woningen met vol komen gelijke omstandigheden plaat sen en deze dezelfde behandeling la ten ondergaan, dan nog zullen deze planten vaak verschillend reageren. Zo ben ik er van overtuigd dat tro pische bomen, o.a. waringin, boengoer, plasa, flamboyant, spathodea, tjempaka, trommelstokkenboom, asem, djohar, kanari, djati, rasamala, regenboom, tje- mara, zakdoeken-, kanonskogel- en kalebasboom, amhertsia, pasang, poes- po, noem maar op, hier zeer zeker wil len groeien en bloeien als men de kassen maar hoog genoeg kon maken. Ditzelfde geldt eveneens voor tropi sche vruchtbomen want ik heb per soonlijk vruchtdragende djeroeks, pi sang, katès en koffie in diverse hor tussen aangetroffen. Trouwens U kunt tegenwoordig ook vruchtdragende dje roeks volop in de bloemenwinkels ko pen. Verder zou ik willen ontraden vrucht- of sierbomen uit zaad te kweken, tenzij U zich tevredenstelt met een dwerg boompje dat nooit zal bloeien. Zelfs in Indië duurt het nog 8 a 9 jaar voordat een uit zaad opgegroeide djeroek de eerste vruchten voortbrengt. Voorts bestaan er nog zoiets als korte (in Indië) en lange (hier) licht- dagen. Ofschoon deze aanleiding kun nen geven tot groei- en bloeistagnatie geloof ik dat dit met uit de tropen ge- importeerde planten en bomen hier nog wel mee zal vallen. Mij is tenminste geen geval bekend. Wel misschien om gekeerd, want waarom willen bijv. Wiuïiiti zeeuwse gele en bruine uien, kool rapen en knolselderij in Indië tot op 2000 meter zeehoogte toe geen bollen en knollen vormen doch wel bombay- uien, sjalotten, koolrabi, wortelen, kro ten, meirapen, radijs, rammenas en wit lof? En waarom willen bessen, holl. frambozen en bramen, noten en diverse sierheesters en bomen in Indië wel groeien doch niet bloeien? Zelfs niet op Ranoe Pani (noordhelling van de Smeroe) op 2000 meter zeehoogte, waar in de maanden juli en augustus de temperatuur tot min 8 graden kan dalen. Daarentegen kunnen appels, pe ren, pruimen en perziken in Indië wel bloeien en vruchtgeven. En waarom willen de hollandse vliersoorten in In dië wel groeien doch niet bloeien ter wijl de canadese vlier, die dus ook uit een subarctisch klimaat komt, volop bloeit op zeehoogte tot hoog in de ber gen? En ten slotte, waarom stonden er voor de oorlog op 't terras boven de tennisbaan van het Grand Hotel te To- sari twee echte europese eiken, onge veer 10 meter hoog, die elk jaar tien tallen eikels voortbrachten? Dit zijn al lemaal vragen waar ik geen antwoord op kan geven. Misschien Dr. v. d. Pijl of iemand anders? H. Polman Enige tijd terug vroegen we of de juiste betekenis van kalang kiboet be kend, althans achterhaalbaar, was. In tussen lezen wij in het woordenboek van Kramer als zelfstandige betekenis van "kalang kaboet" (dus met een a; niet met een i!) vermeld: "in de war, verwarring, consternatie". Ik hoorde een Indonesische kennis dit woord zó afleiden: kalang kiboet moet eigenlijk kala kebut zijn. Kala is schorpioen; kebut schudden (net als het kebut van een bed). Wie schor pioenen stoort door ze te schudden, maakt ze dol. Achteraf bleek het woord kebut niet eens te bestaan; althans in het Indo nesische woordenboek van Kramer staat het niet eens. We vragen ons dan af waar het ons allen zo bekende woordje kebut dan van afkomstig is, als het niet eens in het woordenboek staat! TONG TONG PREMIES Nu de Ardjoena bladwijzers er zijn kunnen we ook onze premie belofte voor het aanbrengen van nieuwe abonnees inlossen. leder die in 1971 een nieuw jaar-abonnee heeft aangebracht ontvangt onze fraaie, leren blad wijzer als blijk van waardering. De aangebrachte lezer, die het abonnement voldaan heeft ont vangt de koperen mini-dandang als welkomstgroet. D.w.z. tot en met juni 1971, we hopen dat on ze voorraad tot zolang strekt! 10

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1971 | | pagina 10