J. G. YSSEL DE SCHEPPER - :l ALLE VERZEKERINGEN die vredige negerdorpen overvielen, betrokken. In de Afrikaanse binnenlan den zijn deze praktijken tot in de 2e helft van de 19e eeuw in zwang ge weest. Als ruilgoederen dienden metalen en koperen voorwerpen, zout, sterke drank, geweren en stoffen. Ook oude uniformjassen waren zeer in trek. Velen stierven reeds vóór de ver scheping. Vooral het z.g. "slavengat" van Elmina, een verblijf, waar tallozen als gevolg van slechte voeding, te wei nig ruimte en het uitbreken van epide- mien het leven lieten, was berucht. In een "Instructie voor de schippers, in den dienst van de West Indische Compagnie op den slaaf-handel varen de", die omstreeks 1675 verscheen en lange tijd in gebruik is geweest vindt men de nauwkeurige aanwijzingen met betrekking tot de inrichting van het schip, voeding etc. Om de slaven wat "afwisseling" in het menu te geven, bepaalde de instructie, dat de ene dag 's morgens gort en 's middags paarde- bonen en de daarop volgende dag de zelfde gerechten, maar dan in omge keerde volgorde zouden worden opge diend! Tegen scheurbuik, de gevrees de ziekte in die tijd op elke lange zee reis, werd het gebruik van tamarinde aanbevolen. Hoewel sommige schepen speciaal voor het slavenvervoer werden ge bouwd, kwam het vaak voor dat de schepen overbeladen waren. Zo is er het voorbeeld van de Franse brik "Vigi- lanti" uit Nantes, waar de slaven zit tende op eikaars knie werden gestuwd. Men kan zich wel voorstellen welke toestanden er heersten in de ruimten, waar de slaven waren ondergebracht. Zo vertelt Pater Mercado, dat in één nacht op een schip bij Kaap Verde 120 slaven door verstikking omkwamen. Over boord springen uit wanhoop over hun lot kwam veelvuldig voor. Een sterfte van 16-17% gedurende de overtocht was normaal, hetgeen af te leiden is uit assurantiepolissen die be waard gebleven zijn. Een bijzonder on gelukkige reis maakte de "Nicolaas Theodorus" in 1772, toen van de 200 slaven er 148 stierven. Was de behandeling soms al eens beter, dan was dit niet uit humanitaire motieven, maar uitsluitend uit koop- mansbelang. Daar de overtocht zo snel mogelijk moest verlopen, waren de schepen vaak op snelzeilen gebouwd. Aangekomen aan de andere zijde van de Atlantische Oceaan werden de sla ven extra gevoed, gekleed en verzorgd, om hen in zo goed mogelijke staat ten verkoop aan te kunnen bieden. Het was dan de taak van de chirurgijn "de koop waar" te keuren. Wat de afgekeurden betreft, deze ongelukkigen was meest al geen lang leven meer beschoren en waarschijnlijk zag geen enkele ooit zijn vaderland terug. Bij verkoop werden families meestal van elkaar gescheiden ten gevolge van de bepaling dat slaven slechts twee aan twee werden verkocht, dit ten ge rieve van kleine plantage-eigenaren, die niet kapitaalkrachtig genoeg waren om grote partijen te kopen. Pas in late re tijd was het niet meer toegestaan om moeder en kinderen te scheiden, hetgeen echter vaak werd ontdoken. Johan de Veer, Gouverneur van Suri name, die pogingen deed om het lot van de slaven te verbeteren, maakte deze bepaling in 1822. De verkoop vond vaak plaats in een vendulokaal waar aoor de vendumees ter bij opbod werd verkocht. Zij kregen van hun meester als bewijs van eigen dom een brandmerk, meestal de eerste letter van de naam van zijn plantage. Uit dit alles blijkt, hoe naar de op vattingen van die tijd de slaven slechts beschouwd werden als object; een Su rinaamse ordonnantie van 1804 sprak dan ook van deze voorwerpen". Bij de siaven onderscheidde men twee groepen: de huisslaven en de plantageslaven. De eersten werden soms als huisgenoten behandeld en waren in het algemeen beter af dan de op het veld te werk gestelden. Op Cu- ragao, met zijn handeldrijvende bevol king, waren zij in hoofdzaak huisslaven, en was hun positie veel gunstiger dan in Suriname. "Verkoop naar Suriname" na wangedrag gold als een zware straf bedreiging. Tegen de Bosnegers, ook wel "mar rons" genoemd, voormalige slaven die zich door ontvluchting aan de slavernij hadden onttrokken moest in Suriname verschillende malen gewapenderhand opgetreden worden, waarbij soms de vrede door het gouvernement gekocht moest worden. De Hernhutters, die zich in 1735 in Suriname vestigden, en er veel hebben gedaan om het lot van de slaven te verbeteren, traden bij derge lijke conflicten enige malen als bemid delaar op. De plantageeigenaren zelf woonden meestal in Europa en lieten het beheer over aan een administrateur. Dit ab senteisme had natuurlijk een ongustige uitwerking op de toestand van de plan tages en de slaven, daar de beheer ders alleen geinteresseerd waren in 'n zo groot mogelijke opbrengst, op welke manier die ook werd verkregen. Suri name stond lange tijd bekend om de slechte behandeling van zijn slaven. Zeer streng werden weggelopen sla ven gestraft, afkappen van een voet was zeer gebruikelijk om van andere mishandelingen dan nog maar te zwij gen. In 1744 werd in de Raad van Suri name een voorstel gedaan, de dood- Alg. Ass. bedrijf „Argo" Kantoor en woonhuis Corn, de Witt- laan 83, Den Haag, Telef. 55 71 72 -• GOEDE BELEGGINGEN MOGELIJKHEID VAN KAPITAALGROEI In het zonnige Spanje aan de Costa del Sol kunnen wij U aan trekkelijke aanbiedingen doen in grond, flats, bungalows, enz. Ren dement minimaal 10% netto. Ook voor zelfbewoning diverse moge lijkheden. Inlichtingen Makelaars kant. A. LATERVEER Laan van Meerdervoort 794-766, Den Haag, Tel. 070-68.51.84 en 25.08.03 Vertegenw. in Spanje: Mevr. H. D1JKZEUL, Postbus 162, Torremolinos straf af te schaffen met de motivering, dat de gevluchten deze straf als een uitkomst beschouwden. Dit feit zegt al genoeg om een indruk te krijgen van hun omstandigheden. Tegen het einde van de 18e eeuw begonnen er in Europa vele stemmen op te gaan om de slavernij af te schaf fen, daar juist in deze tijd vele wan toestanden op dit terrein tot de open baarheid waren doorgedrongen. Voor al in Engeland, onder leiding van de staatsman Pitt en Wilberforce was deze beweging sterk. In 1788 werd voor dit doel door het Engelse Lagerhuis een enquête-commissie ingesteld, die tot de conclusie kwam dat slavenhandel "in strijd was met alle beginselen van menselijkheid en Christendom". Door politieke invloeden kwam men echter nog niet tot daden. Onder invloed van de ideeën van de Franse revolutie en de door haar gepropageerde "Droits de l'homme" besloot de Franse Assemblée Natio nale in 1794 de slavernij in de koloniën af te schaffen. Dit had in de toenmalige Franse kolonie San Domingo een ver schrikkelijk bloedbad tengevolge onder de Franse kolonisten, aangericht door de vrijgelatenen. Bonaparte herstelde de slavernij weer en pas in 1848 ver dween de slavernij voorgoed in de Franse bezittingen. Inmiddels was Engeland (evenals de U.S.A.) er in 1808 toe overgegaan de invoer van slaven in de Engelse kolo niën te verbieden. De siaafvaart werd hierdoor buiten de wet gesteld en dit bedrijf werd voortaan met zeeroof gelijkgesteld. Op overtreding stonden zware traffen en bij betrapping op heterdaad zelfs de doodstraf. Doordat de slavendepöts aan de Afri kaanse westkust bleven bestaan, werd het beoogde doel met de afschaffing lees verder pag. 9 7

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1971 | | pagina 7