OLÈH OLÈH RAMBATAN Disco Bolland Onkruid als geschenk. Ver vóór de oorlog zijn wij al op de Smilde komen wonen. Dat waren toen andere tijden dan tegenwoordig. Je moest assimileren, wilde je meetellen in de gemeenschap, het was geven en nemen, maar zo zoetjes aan wist je niet beter. Al met al bleven wij vreemde eenden in de bijt, natuur is nou een maal niet te loochenen. Vooral op ge bied van eetgewoonten bleven wij rare vogels, wie eet er nou rijst en mais, dat voer je toch aan de kippen. Boem- boe was toen nergens te koop, kregen het toegezonden uit Indië of kennissen met verlof, namen het voor ons mee. Eens kwam de bode met een pak trassie Pekalongan2). Ruiken, dat het deed, dwars door de verpakking heen. "Mevrouw Weites, hier is een pak voor je uit de Oost, maar ik geloof, dat het bedorven is," was het commentaar. Thuis aten wij toen heel erg gevari eerd, vreemde gerechten voor de an deren, en ongehoord. Vermicelli, bamie, gedroogde lombok en andere vreemde kruiden kochten wij in een heel spe ciale winkel; andere hadden het ge woon niet. Groenten werd toen in de streek nog haast niet gegeten en to maten waren nog vreemde vruchten. In die dagen stond onze groentetuin al vol gewassen, die bij anderen nooit verbouwd werden. Door veel lezen en aangeboren ervaring uit de tropen, zochten wij toen al wilde groenten om ze in de keuken te verwerken. Als de rogge nog klein stond op de akker was daar ook melde en krodde; heel goed smakende gewassen. In de zomer vermengd met knopkruid, radijs- loof, jong bonenblad en andere blad groenten, heerlijk voor petjil of oerap. Doordat er bij het kippehok een maïs korrel op kwam en wij daar later zaad van kregen, hadden wij toen ieder jaar ook djagoeng. Bah, daar bij Weites eten ze ook mais: 't Lieken wel een koppeltien kip'n". Grontol3), frikadel djagoeng, gewoon gebakken of gekookt in zijn klobot4), zelf jong gestoofd bij de kentang en als maisgries in de kar- nemelk voor hele dunne pap (slobber) voor de oorlog ongehoorde dingen. Djagoengblad was toen goed voor pèpès en lontong; gaf een speciaal aroma en veel, veel later kwamen wei eens Ambonnezen aan de deur een portie djagoeng vragen. In de oorlog is de kennis door harde noodzaak en ervaring meer uitgebreid geworden. Mijn moeder verwerkte toen al rozenbottels, vlierbessen en bramen tot sap en jam. Na de oorlog is pas de hoge vlucht begonnen, nog meer varia tie in groenten en vooral veel tuinkrui den. Door reizen veel ervaren, overal zaden meegenomen en thuis gepro beerd. In de oorlog hadden ze thuis al zelf tabak verbouwd en verwerkt. De pastinaak, schorseneren, witlof, kool rabi, Nieuw-Zeelandse spinazie, molsla en namenia raakten ingeburgerd. Na mijn thuiskomst hadden wij een aparte kruidentuin, de maggiplant, bieslook, knoflook, tijm, kervel, basilicum en dille werden vaste bewoners; later is daar kruizemunt en salie bijgekomen. Proeven met katjang pandjang, ket- jipir, bloestroe5), gambas4 en koro9 mislukten, te koud en wij hadden geen kas Lombok en tomaten werden niet rijp, ma moest ze na laten rijpen (imboe)7 op de vensterbank. Kedelée zwart en wit, kwam mooi op, goed ge was, helaas geen enkele bloem. Ken nissen kregen er bonen in, maar heb ben het gebengket gekookt en verge ten er bibit van te trekken. Walohpitten van een Ambonnese kennis gekregen, gaven prachtige planten, heel decora tief getekend blad, geel van de man lijke bloemen, helaas geen één vrouw tje. Pompoen deed het prima, leverde enorme vruchten, voor kolak, sajoer en zoet-zuur. De Zuchetti en kusa hadden bij ons ook geen lang bestaan, te week, moeilijk te verwerken; voor ons te tjemplang. Katjang tanah kreeg wel bloemen, maar werd ook niet rijp. In die periode hadden wij ook lange rode ramenas, net lobak, scherp en lekker, in alle vormen te eten. Sinds vorig jaar verbouwen wij witte, zaad uit Spanje meegenomen, ook van krulandijvie, broccoli, rode, zwarte bonen en veld sla. Engeland bracht ons de turnip en het gebruik van mint. Na de reis van ma naar Australië, weer ettelijke vreem de gewassen rijker geworden, alleen de paarse snijboon bleek bestand te gen het Hollandse klimaat. De wilde groenten hebben wij door proeven ook meer uitgebreid. Krodde, melde, muur, zuring, perzikkruid, knopkruid, mandel- lan, toppen van aardappelloof, blad van witlof, radijs, knollen, jong bonenblad, dit alles gemengd met alle soorten groenten levert een overheerlijke pet jil en oerap. In de vensterbanken groeit sereh, djahé, koenir, pandan, lombok, klaar voor het grijpen, waar had je die vroe ger. Veel kenalans, vrienden en familie hebben via en door ons de kruiden en wilde groenten leren waarderen; stek ken, loten en plantjes leven nu van Am sterdam tot Tegelen toe. Als wij ergens op bezoek gaan, is steevast een flinke portie rambatan aanwezig voor olèh- olèh, onkruid als geschenk, wie heeft Stationsweg 143 tel. 070 60 17 03 DEN HAAG Stationsweg 77 tel. 070 60 15 12 DEN HAAG Herenstraat 157 tel. 070 86 32 01 VOORBURG Fred. Hendrikl. 161 tel. 070 - 55 66 97 DEN HAAG De onovertroffen krontjong L.P. van Miss Annie Landouw uit Solo is nu uit voorraad leverbaar, prijs 19,90 per stuk. Originele Sundanese ketjapi L.P. f. 22,— Indonesische import platen in alle soorten f. 21,— p. st. Grote sortering gamelan en Hawaii platen ook in de goedkopere prijsklasse van uit stekende kwaliteit. het ooit gekker horen dromen. Adoeh, een keer hebben wij toch zo heerlijk geschranst, (mbadok, njekè8) om het maar heel grof uit te drukken. Rode rijst uit Koeningan, nog meege nomen uit Indonesië, petjel van puur onkruid (rambatan), gerèh, kiriman van kenalan uit Salatiga, en de sambal zelf gemaakt, verse katjang gegorengd, ver se lombok, plus een paar rawit, maka- nan kampong; eenvoudiger kan al niet. Gegeten op be'deele (in de schuur) met pakai vingers, met de 10 geboden zou mijn vader zeggen, zittende op sto ven met een entourage van hooi, klom pen, landbouwgerei en een pompstraat, voelt U de combinatie, zalig godenmaal deze makanan, met koude thee, lekker. Minta ampoen, zij, die ons zo gezien hadden, zouden gedacht hebben: "Die lieken wel niet wies, wie eet nou roeg- te, Als je de toene vol groenten heb staon". Rare mensen heur? 1. olèh-olèh gescenken na een reis; rambatan kruipend (van wilde groenten op pagger, tegal of kebon). 2. trassie pekalongan kleine rollen van bijzondere trassie. 3. grontol jonge rijpe djagoeng, ge stoomd en later gegeten met klappa paroet en witte suiker of met kientjo suikerstroop. 4. klobot maisscheden. 5. bloestroe komkommerachtige klimplant; gele bloemen. Jong is de vrucht groen van kleur met strepen. Lekker voor smoor, met spek. Oud en droog levert het een soort spons; zit dan vol zwarte pitten. 6. Gambas bijna als boven. Wordt alleen op de tegalan gekweekt; ge drongen van vorm met scherpe ran den. Ook fijner van smaak. Chinezen maken er de heerlijkste gerechten van. 7. imboe rijp worden door bewaren, vroeger met sawo in de rijstkist. Pisang in een kuil met stroo, een bamboe "Vgor de lucht en dan ver warmen. 8. mbadok, njekè laag javaans voor ongehoord veel eten. 9. koro lima bonen, groene, blauwe, witte, in trossen en klimmend. Som mige soorten bevatten veel blauw zuur en zijn enigzins giftig. 16

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1971 | | pagina 16