Fonteijn Co - Aankoop Karbouwen Vlamingstraat 5, Den Haag, Tel. 11 66 77 v/h te DJOKJA GOUDEN schakelarmbanden krintjing slangen colliers (6 tot 100 gr.) toesoek konde peniti kabaja van 22 karaats goud BRILJANTEN markiesringen hangers oorknoppen gezet in 22 karaats goud MIDO 22 Karaats verlovingsringen polshorloges SEBELAH ROTAN ARMBANDEN VAN 24 KRTS GOUD (mas kertas) Komt U van BUITEN Den Haag? Wij betalen, bij aankoop vanaf f 200,de reiskosten voor één persoon geheel terug I 1 pen), Rest. Djiran en ongeveer op het midden het Japanse Warenhuis Ginza en de grote Apotheek. Aan de andere kant Hotel Paviljoen, Ind. Verzendhuis en Toko Spiegel. Ook nog een grote Muziekwinkel met piano's, harmoniums, maar de naam hiervan loepa. O ja, ook noq een Auto-zaak, Fuchs Rens. (Kan dat?) Achter Djiran, aan de Aloon-Aloon was Pasar Djohar; eerst een gewone, op de grond, alles hit hots door el kaar. Later een groot gebouw, met ver dieping, waarin, aan de voorkant res taurants: Chinese, Javaanse, Arabische. En met Pasar Djohar komen ook herinneringen aan bl'njih, ting-ting gil les, gandjelril, bolang-baling, enz. Bl'njih is specifiek Semarangs. Dat is heel fijne witte ikan terie, gezouten, gestoomd, in kleine balletjes gedraaid en gedroogd. Dan per 10 balletjes in een peperhuisje met djatibladeren ver kocht. Thuis in geklopt ei gegorengd, met warme rode rijst en sambal en danbeuken (a la Tjalie). Achter Pasar Djohar, de Klentèng, met eromheen Chin, eettentjes. En met wat voor heerlijks je daar je verhemelte kunt strelen, valt niet te beschrijven. Daarom stop ik maar, voor ik ga snotteren en ngiler van heimwee en verlangen. P. Ook andere inzenders van herinne ringen aan Djiran bedankt, maar we kunnen natuurlijk niet alles plaatsen! Mevr. Retel Helmrich herinnerde zich dat Djiran's restaurant dicht lag bij een huis dat "La Solitude" heette. Wie graaft in oude Indische herinneringen, zal de naam Solitude (Eenzaamheid) vaker tegenkomen. Wie herinnert zich b.v. in Meester Cornells nog Laan Soli tude met dat enorme oud-Indische huis op het einde? Merkwaardig (of vanzelf sprekend?) speelt de Eenzaamheid in de filosofie en literatuur der moderne mestizo's in Zuid-Amerika ook een rol. Octavio Paz: "El Laberinto de la So- ledad" (Het Labyrinth van de Eenzaam heid). En wat ons in de correspondentie met de meest serieuze lezers van Tong- Tong treft: de confrontatie met (en de penetratie in) de Eenzaamheid. - T.R. RESTAURANT DJIRAN (IV) Naar aanleiding van het artikel "Res taurant Djiran" het volgende: Ik ben de 2e zoon van wijlen Mevr. J. M. Smabers-Plaggen, weduwe van de oprichter van "Maison Smabers" aan de Bodjongseweg te Semarang; toendertijd een begrip. Nu moet U de tijd terug draaien tot 1908 1912. Ik ben geboren 6-2-1898. Ik was dus toen pl.m. 10 tot 14 jaar. Djiran was toen bijkok of hulp-kok in de zaak van mijn ouders en was nog minderjarig. Hij scheen van zijn over leden vader nogal wat geërfd te heb ben. Zijn kapitaal(tje) werd, omdat hij minderjarig was, beheerd door de "Wees- en Boedelkamer". Na 1914 ben ik uit Semarang vertrok ken en ik heb nadien nooit meer Mai son Smabers weergezien. Toevallig kwam ik in 1920/1921 in Solo terecht. Ik zag daar tot mijn grote verwondering Restaurant Djiran en hemzelf, in eigen persoon. Ik had door omstandigheden tekort aan geld. Hij heeft mij 500,aange boden, wat in die tijd heel veel was. Zijn vrouw had annex een bedrijfje van zelf-gebatikte sarongs. Kort daarop ben ik naar Europa ver trokken en ben niet meer in Indonesië geweest. Ik weet niet, waar zijn zaak in Solo stond. En bij mijn weten had hij in Semarang geen eigen zaak. Waar schijnlijk is hij als volleerd bakker-kok uit Semarang naar Solo vertrokken. A. SMABERS In 1920 kwam er op onze suikerfa briek "Besito", 4 km. van Koedoes ge legen, een nieuwe hoofdtransportop- zichter in dienst, die de zaken anders wilde gaan aanpakken. Er waren voor het transport van het suikerriet per lor rie en per grobak, nieuwe karbouwen als trekkracht nodig. De Javaanse man, die het suikerriet snijdt en ook transporteert naar de fa briek, krijgt een stel dieren in bruikleen en van zijn verdiende geld wordt de helft ingehouden en afgeboekt van het bedrag, waarvoor de karbouwen zijn ingekocht. Indien hij dit verschuldigde bedrag geheel heeft voldaan, blijven de beesten zijn eigendom. Om die karbouwen te kunnen aan schaffen, stelde de heer van der Star - zo heette hij - de administrateur voor, ons die persoonlijk op de karbouwen pasar in Koedoes (éénmaal per week gehouden) te gaan kopen en dan al daar contant te betalen. Er moesten circa 60 stuks worden aangeschaft, waarvoor een bedrag van pl.m. 5000,nodig was. De administrateur keurde dit plan eerst af, wegens het risico, maar na grote overredingskracht van de heer van der Star, gaf hij zijn toestemming, mits mijn persoon - ik was fabricage- chef - met hem mee ging naar de pasar en dit geldbedrag onder mijn hoede nam en het later na de aankoop van het vee zou verantwoorden. Zo gingen we samen 's morgens vroeg, ik met een tas met 5000,in kleine coupures bankpapier, naar Koe does. Op de pasar aangekomen, kozen we op een paar stoelen een mooi plaatsje en lieten de karbouwen, bege leid door hun resp. Javaanse eigenaren voor ons défileren, waarna het loven en bieden begon, waarbij hij de nadruk legde op de contante betaling ter plaatse. De heer van der Star kon de waarde der dieren uitstekend schatten en hij hield vast aan zijn (lage) bod. Dat ging zo door tot het ongeveer 4 uur 's mid dags was geworden, gloeiend heet en we hadden nog maar weinig karbouwen gekocht. Het was zijn tactiek zolang te wachten met verdere aankopen, dat de Javanen naar huis terug wilden. Toen het dan ook tegen vijven liep, kwamen de Javanen met hun dieren weer voor ons défileren en konden we tegen re delijke prijzen de benodigde karbouwen kopen, ook dank zij de contante beta ling ter plaatse. Terwijl de aangekochte dieren, die van een merk op de horens werden voorzien - om verwisseling te voor komen - door onze mandoers naar de fabriek werden geleid, keerden we vol daan naar huis terug, na op het kantoor te hebben afgerekend. Na een verfrissend bad en een koele dronk, hadden we een rust op de krossi males wel verdiend. K.J.E.K. 11

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1971 | | pagina 11