Vertellingen
bij de
Lampoe Tèmplèk
SDe '^.awoe
HAMAR
selijke zenders zijn tenslotte de aan
leiding geweest tot de instelling van
de latere officiële NIROM (Neder-
landsch-lndische Radio Omroep Maat
schappij). Overigens bleek het wet
boek in voormalig Nederlands Oost
Indië niet in een artikel over zend
amateurs te voorzien, zodat het aan
vankelijk als illegaal veronderstelde
zenden van de heer De Groot later
toch legaal bleek. Aan de oprichting
van de NIROM had de heer De Groot
geen werkzaam aandeel.
INDIË-HOLLAND.
Zijn avonturen op dit gebied waren
overigens nog niet ten einde, want er
kwam opnieuw schot in zijn zaak toen
Philips in 1927 vanuit Nederland naar
Indië ging zenden en de heer De Groot
als eerste de PCJJ-zender ontving.
"Toen ik Philips hoorde", vertelt de
heer De Groot met een lachje, "dacht
ik: Nou moet ik Holland ^bereiken. Ik
was in die tijd adviseur löij de Ban-
doengsche Radiovereniging, welke
over twee muzieklijnen met o.a. het
Preanger-Hotel en Hotel Homann be
schikte. De directies van deze ho
tels vonden het goed dat ik deze mu
zieklijnen ook voor mijn kortegolfuit-
zendingen naar Nederland gebruikte,
kregen ze meteen gratis reclame".
In 1929 werden die uitzendingen in
Nederland ontvangen. De heer Vuyk
uit Heemstede stuurde een telegram
dat hij PK-1 gehoord had". De volgen
de morgen heeft P.T.T. alles gestopt.
Ze waren al een tijdje bezig om zelf
een zender naar Nederland te bouwen
en stel je voor dat een zendamateur
eerder was!"
Later is de heer De Groot toch bij
de P.T.T. aangenomen!
JAPPENKAMP.
De jappen hebben alles stuk gemaakt.
Toen De Groot naar het jappenkamp
het 15e Bataljon moest, smokkelde
hij in zijn koffertje enkele essentiële
onderdelen voor de vervaardiging van
een eenvoudig 1-lamps ontvangertje.
"Het was bijzonder zenuwslopend want
er stond de doodstraf op en dus kon
er alleen maar op veilige momenten
geluisterd worden". Geruime tijd is hij
met deze ontvanger bezig geweest,
maar zijn luisteren was uiteindelijk niet
tevergeefs, want na 21/2 jaar op zijn
verjaardag de 6e augustus 1945,
hoorde hij "the Japanese has been
ordered to an unconditional surrender"
(de Japanner is een onvoorwaardelijke
overgave bevolen).
Het zijn woorden die je nooit meer
vergeet.
REÜNIE.
"In tegenstelling tot de vice-voorzit-
ter van ons comité de heer Cotey
(PK 3 LC) en vele anderen, heb ik na
de oorlog in Indië niet meer uitgezon
den. Door alle ontberingen moest ik
in een ziekenhuis worden opgenomen
en ben in 1950 naar Nederland gerepa-
triëerd. O ja, wilt u vooral het adres
Speciaal voor onze lezers die kinde
ren en kleinkinderen hebben om er
mooie verhalen uit Indonesië aan te
vertellen of voor te lezen, brengen wij
in deze rubriek Indonesische legenden
en sprookjes in heel eenvoudige stijl,
ontleend aan leesboekjes voor de La
gere School van "toen froeher"
Elke Javaanse jongen kent Semar
en zijn trouwe metgezellen Petroek
en Gareng. Die grappenmakers, die tot
't gevolg van de dappere Ardjoeno
horen. Nu woonde Semar vroeger bij
de Lawoe. Alleen, z'n kameraden Pe
troek en Gareng kende hij nog niet. De
Lawoe zag er toen ook heel anders
uit, niet, zoals tegenwoordig met een
platte bovenkant, maar met een mooie
top, die tot in de wolken stak.
Daar woonde Semar.
't Was toen al zo'n plaag! Hij klom
's avonds tegen die wolkenhoge La
woe op en kriebelde dan de sterren
met een bamboetak.
Eerst vonden ze 't wel leuk en lach
ten om die malle Semar, maar toen
hij niet ophield en ook de oude, grote,
rustige sterren krielde, werden die erg
boos en gingen bij hun Dewa klagen,
dat ze niet rustig meer konden schijnen
en dat de mensen op aarde bang wer
den van die bibbersterren.
De Dewa liet Semar bij zich komen
en gaf hem een flink standje en zei:
"Nu moet het maar eens voorgoed uit
zijn met die lelijke grapjes. Je breekt
de top van de Lawoe af en gooit die
in de Indische Oceaan. Dan kun je
niet meer bij de sterren komen en is
het geplaag ook uit."
Semar beloofde, dat hij niet meer
zou plagen en heel braaf zou worden,
maar tóch moest hij de top van de La
woe in zee gooien.
Hij wachtte op een avond tot het
heel donker was, want hij was bang,
dat de mensen boos zouden worden,
als hij zo'n groot stuk van de Lawoe
weggooide. In 't holst van de nacht
ging hij zuchtend tegen de berg op. De
sterke lianen van de kesamboekan
nam hij mee. Die wilde hij als touw
gebruiken. Toen hij boven was, keek
hij goed rond. Gélukkig, alle mensen
sliepen en het was heel donker, want
de sterren waren boos achter de wol
ken gekropen.
Voorzichtig brak hij de top van de
Lawoe af. Krak, ging het. Verschrikt
keek Semar rond, maar gelukkig, nie
mand was wakker geworden. Toen nam
hij z'n zware vracht op en ging naar de
kust. Hij liep en liep en alles ging
goed. Maar toen hij bij het dorp Tjang-
kring kwam, hoorde hij de vrouwen
padi stampen. Ze waren vroeg op, want
het was oogsttijd. Semar schrok zo
van het lawaai, dat hij z'n zware last
liet vallen. Wat was hij nu boos op de
ijverige vrouwen van Tjangkring. Hij
zei: "Omdat jullie me zo hebt laten
schrikken, mogen jullie voortaan niet
trouwen, vóór je grijze haren hebt." En
zo is 't nog.
De vrouwen pruttelden erg, maar 't
hielp niets. Die Tjangkringse vrouwen
moeten grijze haren hebben, vóór ze
mogen trouwen.
Toen mijn vader, de Heer Hamar de
la Brethonière in Koedoes zat, was
hij nog niet gepensioneerd.
Zelfs durf ik met zekerheid te ver
klaren, dat mijn vader nooit regerings
steun ontvangen had.
Dat de naam Hamar er pas later
door de nakomelingen bij gedragen
mocht worden, heeft de Heer Busse
laar uit de lucht gegrepen.
G. Rosenquist-
Hamar de la Brethonière
van onze actieve secretaris de heer
J. E. M. van Drunen (PK 1 AE) niet
vergeten, wij hopen op een grote deel
name".
Het secretariaat van het Comité
"Reünie Radio (zend) Amateurs
voormalig N.O. Indië" luidt:
Wapserveenstr. 359, 's-Gravenhage.
Zo lang Tong Tong bestaat kennen wij
Max Busselaar als een breed geörien-
teerde en volstrekt betrouwbare vraag
baak in vele Semarangse en zelfs Mid
den-Javaanse personalia en geogra
fische feiten.
Hij moet ten aanzien van de persoon
en de omstandigheden van de Hamars
beschikt hebben over absoluut be
trouwbare gegevens die zelfs vele fa
milieleden onbekend zijn.
Dat is overigens een omstandigheid
die geldt t.a.v. veel familiebijzonderhe
den in heel Indië. Grote families gingen
uit elkaar en hoorden vaak niets meer
van elkaar, terwijl oude vrienden op
de hoogte bleven van veel feiten in de
familie.
Aan de andere kant weten oude ge
trouwen vaak weinig af van door ver
huisde gezins- of familieleden gesloten
huwelijken in jongere generaties.
Juist door een langdurig en geduldig
redactiebeleid over vele jaren heeft
ons blad uiteindelijk een reputatie ge
wonnen van stevige betrouwbaarheid
in veel historische feiten.
15