OUWE NJOO IN DE STEEK TERUGKEER DER MONARCHIEËN je het wel aan de Jap (humeuriger en slaanderiger) èn aan het vervoer over de baan, dat dan practisch stilstond. Eens werd onze brug op geen 100 me ter (hemelsbreed) van ons af te pakken genomen. 't Was 's middags na het werk en we lagen of zaten op ons tampatje. Plotseling aankomend vliegtuiggeronk en schoten van luchtafweergeschut. We wisten niet hoe gauw we weg moesten komen. Het bos in, zover mo gelijk van de brug. Veel tijd hadden we niet meer. De bommen vielen al op de brug en we hoorden de bladeren ritselen van de scherven. Toen kwam er een aanzwellend geluid van een naderend laag vliegende bommenwer per (Liberator). Angstaanjagend ge woon. Het vliegtuig scheerde vlak bo ven ons en na een paar seconden hoorden we een geweldige klap. Neer geschoten. Later zagen we de Jap met alluminium plaatjes lopen en ander materiaal dat van een vliegtuig afkom stig was. Van de vliegers geen spoor. Waren ze gedood? Waren ze gevan gen? We zijn het niet te weten geko men. Terug in onze barakken merkten we dat verscheidene tampatjes door de scherven waren doorboord. Soms kwamen de bombardementen tijdens het werk zoals ik al zei en één voorval herinner ik me nog wel, omdat dat in een humoristische noot eindig de: Laag overvliegend kwam een Mos quito bommenwerper over ons heen en wierp bommen af op het emplacement van het station Apron. Nog eens en nog eens kwam het kreng terug. We hadden allen een goed heenkomen ge zocht. Na het "all clear" signaal kwa men we weer druppelsgewijs binnen. De Jap, dat zagen we heel gauw, was danig uit zijn hum. We moesten alle maal aantreden en onze neuzen wer den geteld. Plotseling trad er een Ja panse bewaker naar voren en begon te schreeuwen: Amerika soldier- De A- merikanen keken hem aan en toen zei hij: Motekoi (kom hier) tegen één van hen. Om het volgende goed te begrijpen, Dick vertelde van een belastingamb tenaar in Soerabaja, die hij goed ge kend had, een zeker F., die wijd ver maard was om zijn uitgebreide en nim mer falende kennis van de meest uit eenlopende belastingzaken, maar nogal eens kleine moeilijkheden had met het gebruik der Nederlandse taal. U weet: stijgt men dan op de maatschappelijke ladder, dan wordt de behoefte aan schoner woorden en uitdrukkingen groter. Op een dag kwam er een dame aan de balie met een nogal ingewikkeld belastingprobleem, waarvoor de amb tenaar aan het loket dacht haar te moe ten verwijzen naar mijnheer F. Sendiri. Deze had in één oogopslag de moei lijkheid door en wendde zich tot me vrouw met de woorden: "O ja, me- moet men nl. weten dat de Jap de ge woonte had, één man, soms wel de hele groep, van die nationaliteit te straffen, wiens vliegtuig ons gebombar deerd had. Dat was vooral voor Ameri kanen en Engelsen niet zo prettig. Het waren immers altijd vliegtuigen van een van die nationaliteiten, die de bombardementen uitvoerden. Zoals gezegd: de Amerikaan, een lange, flegmatische Texasser, kwam aan, stond in de houding voor onze Jap: Yes? vroeg hij. Toen zei de Jap: Sikoki-na, America ka? (Was dat een Amerikaans vliegtuig) "Yes, that was an American plane." antwoordde de Yank met enige spot in zijn stem. "Bakairo", zei de Jap. Toen schreeuwde hij: Englishe mo tekoi. Een Engelsman stond op, kwam keuriq in de houding staan en salueer de correct (op z'n Engels met natrillen van de bovenarm). De Jap: America soldier speako America plane. You speako? (De Amerikaanse soldaat zegt dat het een Amerikaans vliegtuig is. Wat zeg jij?) De Engelsman zei vol trots: No sir, that was not an American plane, that was an English plane sir. "Bakairo", zei de Jap, no goodtena. Amerika speako Amerika plane. Eng lish speako English plane. Nani! (De Amerikaanse soldaat zegt, dat het een Amerikaans vliegtuig was en de En gelsman zegt dat het een Engels vlieg tuig is geweest. Hoe zit dat!) De Jap zat kennelijk in een dilemma. Plotse ling verscheen er een sluw lachje om zijn mond: "Olanda", schreeuwde hij ons toe. Maar geen van de Hollanders keek naar hem, we hadden het plotse ling te druk met allerlei dingen. "Olanda", bulderde de Jap: You mo tekoi" en wees in onze richting. "Kijk niet zo scheel, smerige rot Nip", zei Colette Boutmy nog. Met lood in zijn benen (schoenen hadden we allang niet meer) liep hij naar de Jap. Heel tergend langzaam kwam hij aan en stond niet eens in de houding voor de Jap, een minachtend trekje op zijn gezicht. J. J. den Outer. wordt vervolgd) vrouw, gaat u even zitten ja mevrouw, dan zal ik u even bloot leggen Er wordt over zulke grapjes vaak nogal denigrerend gelachen om die rare Indo-tjes, overigens zelden reali serend dat ook bij Hollanders van hier, en bij elk volk, het taalgebruik vol fou ten zit. Maar men moet een mens zijn met grote levenservaring en nobeler mensenkennis, als men bij het horen van dergelijke grappen toch ook meteen met dierbaarheid denkt aan de mensen waarom het gaat. Namelijk het goedmoedige, sympa thieke type van de eenvoudige Indo, die vaak terecht^o.a. "de ruggegraat van de Indische maatschappij" werd ge noemd, door vele voortreffelijke eigen schappen tegelijk, waar men in de mo derne tijd vaak te vergeefs naar zoekt: stiptheid, grondige en brede kennis, Schrijvende over de achterstallige salarissen van het ex KNIL-personeel, de ambtenaren en particulieren, gedu rende de oorlog in Zuid-Oost-Azië te gen Japan, zei wijlen Prof. Dr. F. C. Ger- retson in 1957 over de houding van de Staat der Nederlanden het volgende: "Een heer, die zijn knecht op het kritieke moment in de steek laat, alleen de lusten van de vazallentrouw wil ge nieten, doch zich aan de lasten daar van met slimmigheden onttrekt, is eer loos, trouweloos en karakterloos. Con clusie van de dagbladcorrespondent: "Het is een vernietigend oordeel. Een dodelijke conclusie: Eerloos: Trou weloos; Karakterloos! G. H. Bartman. Weet u nog hoe wij vroeger Hirohito, de Tenno Heika noemden? Goed zo! Tienus Heipaal I Sinds wij in onze socialistische maat schappijen de monarchieën hebben af geschaft, komen wonder boven wonder weer nieuwe koningen, compleet met paleizen, terug. Eerst hadden wij de voetbalkoningen en ijspaleizen. Daarna ook worst- en haringen-koningen en accordéon- en werkmanspaleizen. (In de laatste worden steeds meer militai re uniformen - tot panterpakken toe! - te koop aangeboden. De monarchieën worden blijkbaar ook militanter! Eén van de laatste terreinen waar de monarchie binnendringt, is de moraal, getuige Sex-queens en Porno Konin gen. Het leven wordt werkelijk weer romantisch! corredt gedrag, bescheidenheid, on kreukbaarheid, flegma. Sommige van deze veteranen spra ken "beroerd" Nederlands, maar ver reweg de meesten hadden een correc te taalbeheersing, die men zelfs in de Kamers in Holland of in de journalistiek van de moderne tijd zelden meer aan treft. Dit is een waarheid. Howgh! Zelden ook heb ik in mijn leven zo veel wellevendheid en geduld onder vonden bij inlichtingen in ambtenaars zaken als in dat oude Indië. Ah, tot mijrt beste levensherinneringen beho ren die magere Indo achter zijn brede bureau, zijn dunne vingers rustig ritse lend met de papieren, zijn duidelijke en begrijpelijke uitleg, de correcte ge steven toetoepjas, op de tafel zijn grote, dikke zilveren horloge, zijn zil veren tepak met shag, het kalongpijpje, het grote dikke glas met zwarte kof fie, met een zilveren dekseltje op een zilveren "onderzetter", de pennen en potloden-met-dop, tsk-tsk-tsk. Ouwe Njoo, ik mis jou erg, weet je T.R. 19

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1971 | | pagina 19