VMsT
VULKANEN
SAMBER LILIN
Aan de kleine mededeling van de Heer
Kiliaan in Tong Tong van 15 mei over
vulkanen zou ik wel het volgende wil
len toevoegen.
Naar de vorm beoordeeld kan men
"kegel"- en schildvulkanen met elkaar
vergelijken. De kegelvulkanen, zoals
die op Java zo mooi te zien zijn in de
Tjikurai, de Tjareme, de Slamet, de
Sundoro, de Sumbing, de Merbabu, de
Merapi, de Lawu, de Semeru, zijn Stra-
tovulkanen, welk woord slaat op de
gelaagde en gemengde samenstelling,
voor iedereen duidelijk zichtbaar, die
er naar uitkijkt. De vorm, een kegel,
maar dan wel met dat karakteristieke
holle profiel, heeft zijn ontstaan te dan
ken aan twee oorzaken.
De eerste is het in wijde omtrek, rond
om de krater neervallen van de uitge
spuwde losse producten. Dat kunnen
zijn meer of min grote stukken van bij
het neerkomen reeds gestolde lava,
z.g.n. bommen, zo groot als je hand of
je hoofd of groter nog. Mogelijk en
veelvuldig zijn ook kleine steentjes van
enkele centimeters, zgn. lapilli, zwart
van kleur, blazig, en zeer dikwijls lij
kende op stukjes kooks. Die stukken
zijn eigenlijk door de kracht van de vul
kanische gassen uiteengeslagen lava.
Maar die kracht kan ook zo groot zijn,
dwz. het magma, het gesmolten ge
steente waaruit de vulkaan ontstaat,
kan zich met zo'n geweld ontgassen,
dat de lava als zeepsop opgeblazen
stukken (puimsteen), of zelfs als de
vloeistof uit een flitspuit, in de vorm
van uiterst fijne druppeltjes die tot
zand en stof stollen, naar buiten wordt
geschoten. Het zijn deze producten
waaruit in hoofdzaak de stratovulkaan
ontstaat, leder die in Indië wel eens
een vulkaan, bijv. de Semeru, beklom
men heeft, weet hoe vermoeiend juist
dit fijne zand voor de beklimmer is.
Zo nu en dan kan het gas in de krater-
pijp de lava zo ver omhoog drukken
dat zij over de rand komt, en nu hangt
het maar van de taaiheid van de lava
af, en ook van het nog aanwezige gas,
en van de steilheid van de helling, of
er op de helling een lavastroom zal
komen te liggen, of dat de lava uit
elkaar breken zal en in stukken om
laag zal komen. Dit was bij de Midden-
Javaanse Merapi het geval, 's Nachts
was het een prachtig gezicht de rood
gloeiende blokken de helling te zien
afrollen.
Bij de huidige toestand van het Javaan
se vulkanisme is de lava doorgaans zo
taai dat zij, stromende slechts lang
zaam vooruit komt. De lava die in No
vember en December 1941, op 1400
meter hoogte, uit de lagere helling van
de Semeru kwam, legde toen ik daar
was, 150 meter per dag af. Wie de
Semeru beklimt kan resten van lava
stromen op de Oostkant van de helling
zien, maar ook in de binnenwand van
de krater.
De top van de Merapi op Midden-]ava, een
mooi voorbeeld van een kegelvulkaan.
De tweede oorzaak van het holle pro
fiel van de stratovulkaan is het hemel
water dat het fijne materiaal omlaag
voert en op de voet neerlegt. Onze
Semeru, die wel zijn top op 3676 m
boven zee steekt, staat niet op zee
niveau. Zijn ware hoogte is ongeveer
3300 m. Het mooiste voorbeeld van een
stratovulkaan is de Mayón in het uiter
ste zuiden van Luzon (Phil.). Hij staat
met zijn ruim 2400 meter hoogte vrijwel
op zeeniveau. Maar er zijn veel andere
vulkanen die terecht om hun vrijwel
volmaakte vorm beroemd zijn. In het
beqin van de opbouw van een strato
vulkaan heeft vloeibaar lava meestal
de overhand.
Kijken wij nu eens naar de schildvul
kanen. De platte koeken zijn hoofdza
kelijk opgebouwd uit zeer dun vloei
bare lava, die bij stolling een bazal-
tisch gesteente oplevert. Die opbouw
geschiedt in stromen die nu eens in de
ene, dan weer in een andere richting
de helling afvloeien. Zij zijn dus eigen
lijk ook wel gelaagd, maar heel anders
en veel minder gemengd dan de strato-
vulkanen. Hawaii bestaat in hoofdzaak
uit twee samengevloeide vulkanen: de
Mauna Kea. die de hoogste is en de
Mauna Loa, beide ongeveer 4200 meter
hoog boven zee. Dan zijn er nog, in
volgorde van belangrijkheid wat hun in
houd betreft, en ik zal ze verder laten
rusten, de Hualalei. de Kohala en de
Kilauea. waarvan de laatste h'et meest
hekend is.
Rijzen de beide Mauna's 4200 m op
boven zee, zij staan op de bodem van
de Grote Oceaan, die daar in de om
trek een algemene diepte heeft van
minstens 4500 meter. Deze vulkanen
zijn dus de hoogste bergformaties op
aarde. De breedte van hun voet op de
bodem van de zee is ongeveer 200 ki
lometer. Zij vormen dus tezamen een
zeer plat schild. Trek maar eens een
lijn van 20 centimeter lang en zet daar
op in het midden een lijntje van 9 milli
meter en trek dan een boog over die
lijn die door het eind van dat lijntje
gaat. Dat is dan ongeveer het werke
lijke profiel van het lavaschild van
Hawaii.
En nu onze Buring bij Malang. Ten zui
den van Malang stroomt de Brantas,
zeker ten dele, over de bazaltische la
va van de Buring, en heeft daarin,
goed zichtbaar van af de brug over de
Brantas bij Kendal Pajak, een smalle
diepe canon uitgeslepen. De Buring is
bijna 200 meter hoog boven zijn omge
ving en hij is, op het zadel van Malang
staande, ongeveer 5 kilometer breed.
Als de lezer van dit stukje nu weer zo'n
figuurtje maken wil als voor Hawaii dan
zal hij (of zij) zien dat de kleine Buring
precies dezelfde vorm heeft als die
reusachtige Mauna Loa - Mauna Kea
vulkanen. Juist zo'n prachtig bazalt-
schild komt op IJsland voor: Skjald-
breidur, ongeveer twee en een half
maal zo groot; als de Buring. Maar er
zijn er daar meer en grotere nog.
C. A. van den Bosch, Zutphen.
Deze glanskever wordt overal op
Java aangetroffen; zo zag ik ze te
Koedoes, meest in Randoebomen. Ze
schijnen zich te voeden met de blade
ren en bloemen van de Randoe (kapok)
boom. Deze bloesem heeft veel van
een kaars, een langwerpige ronde staaf
en spierwit van kleur.
Met een licht gegons gaan ze op hun
doel af.
Nu weten we wat "samber" betekent,
als we denken aan "samber bledèk"
(blikseminslag) en "samber mata", de
liliput-vlieg, die het op je oog gemunt
heeft, en je achteruit moet lopen om
haar gemakkelijk!!? en uit te krijgen.
Misschien dat ze die glanskever ge
noemd hebben naar haar aanval op de
kaarsen van de Randoeboom: "samber
lilin".
Inlichtingen uit Nederlandse woor
denboeken, als het maleise woorden
betreft zijn weinig betrouwbaar; twee
voorbeelden: Het woordje "amper" (uit
het maleis overgenomen?) betekent,
volgens Koenen, nauwelijks, ter nauwer
nood, maar in het maleis is het bijna,
haast. Je zegt "amper mati", bijna
dood; je kunt toch moeilijk zeggen:
ter nauwernood dood? En dan staat
voor O.I.kwartje "talis" in plaats van
"stalie".
On die manier worden we wel GOED
ingelicht.
12