Mens Contra Dier
IDEAAL LEVEN
Uw verhalen over JUMBO in Tong
Tong brengen mijn gedachten ook
steeds terug naar de rimboe op Su
matra. ik heb hele kudden gezien bij
Kampong Minjak en Kloeang.
Op Kampong Minjak werd een een
zame olifant gezien en een "dieren
vriend" heeft hierop zijn jagerslust ge-
botvierd. Het dier werd neergeschoten
en moest verder een langzame dood
sterven, 'k Vond het ontzettend.
In een oud foto-albumpje vond ik nog
een paar kiekjes die ik er destijds (april
1930) van maakte.
G. SLOTBOOM
De confrontatie van mens met dier,
waarbij het dier altijd aan het kortste
eindje trekt, wekt altijd onze deernis of
ergernis. Over het jagen in Indië is
veel scherps gezegd, niet alleen wat
betreft de jagers, maar indirect zelfs
over het patroon van het gehele Indi
sche leven.
Pas wanneer men het doden van die
ren losmaakt van de jacht en overdenkt
binnen het kader waarin dit doden al
tijd en overal bedreven wordt, staan wij
vaak ontsteld hoe de "Massamoord Der
Dieren" onze hele beschaving in ont
zettende proporties "verslonden" heeft.
Wij schrikken gewoonlijk alleen als er
al te brute moorden openbaar worden
gemaakt, maar eigenlijk is het gebruik
van alle bont en alle leer "aanklacht
wegens doodslag".
Soms overvalt het je onverwachts in
je aangenaamste momenten. Als je b.v.
een nummer van Reader's Digest door
bladert, dat ontegenzeggelijk lieve blad.
Opeens zie je dan een aardig tekenin
getje van een marmotachtig diertje, dat
je aldus aanspreekt:
"Dit lieve pluimige dier is een chin
chilla. Bijt niet, krabt niet, eet uit uw
hand. Chinchilla's zijn zeer schoon op
hun donzige blauwgrijze pels. Dat mag
ook wel, want ze dragen het duurste
bont ter wereld (een mantel kost circa
f 75.000,—).
Als U in uw huis, garage of schuur
wat ruimte vrij maakt, kunt U met chin
chilla's een aardige bijverdienste kwe
ken. Het is een levendige hobby en 't
kost U circa 15,per diertje per jaar.
Een chinchilla paartje kost circa
1850,Maar met drie, vier jongen
per jaar verdient U dit gauw terug. Wij
garanderen U namelijk de afname van
levende, door U gekweekte chinchil
la's. Wij leveren U kweekdiertjes met
internationaal keuringscertificaat. Ook
met hokjes en uitrusting helpen wij U
graag
Pas wanneer men deze advertentie
nog eens rustig woord voor woord her
leest, is men getroffen door het raffi
nement en de hypocrisie, door de "aan
val in de rug". Hiervan worden we ons
ook bewust als we de koddige bigge
tjes afgebeeld zien bij advertenties van
varkensvlees. Vooral als we bedenken
dat dit kleine Holland jaarlijks zeven
miljoen varkens (het krantenbericht
spreekt olijk van "krulstaarten" die
"verwerkt" worden) om zeep brengt
een groot percentage voor een trotse
wereld-export krijgen we een idee
van wat er vlak onder onze neus om
gaat aan slacht. Ook al verbergen we
abattoirs en slachthuizen nóg zo han
dig. Over de miljoenen kippen die er
aan de lopende band worden afge
maakt dénken we al niet meer. Alleen
af en toe als er in periodieken artikelen
verschijnen over wantoestanden bij
kweek en slacht, worden we even at
tent. Misschien voorvoelen zelfs deze
"stomme dieren" ondanks de rijkheid
van de vetmesting tóch wel, welk
wreedaardig lot ze wacht na een kort
en gevaarloos leven, want periodiek
gaan ze elkaar met de grootste wreed
heid te lijf. "Net als mensenzeg
gen sommigen!
Laat ons verder over de selecte
kweek en slacht van kalveren ("gras-
en vette kalveren", "nuchtere kalve
ren") maar niet reppen. Noch over de
twintigduizend paarden die jaarlijks sol
daat worden gemaakt. Voorjaars-affi-
ches van slagerswinkels: "Lente! Lams
vlees!" schokken niemand meer. De
massa-dierenmoord is ons a.h.w. aan
het lijf gegroeid. En zelfs de ijverigste
aanklager van de zeehond-baby-moor
denaars piekert geen seconde over het
leger van slachters dat elke dag "bij
ons thuis" met pistolen en messen
enorme kudden slachtdieren over de
kling jaagt.
En dat de wereldbevolking onrem-
baar en "levensgevaarlijk" toeneemt
dankzij het feit dat wij de "survival of
the masses" mogelijk maken ten koste
van ontelbare vivisectie-dieren, waarin
zelfs uitgebreide internationale handel
wordt gedreven, dringt zelden tot ons
door. Een van de nieuwste leveranciers
van dieren voor allerlei doeleinden is
het continent Afrika, dat niet alleen
goud, diamanten, uranium en wolfraam
produceert maar ook legioenen slacht
en vivisectie-dieren.
De confrontatie tussen mens en dier:
het is altijd prettiger om er nooit te
diep over door te denken. We zouden
uiteindelijk het laatste beetje respect
dat we voor onszelf nog hebben, er
door verliezen.
Theoretisch is deze 'massamoordlust'
geneesbaar als wij geen vlees meer
aten (we zouden er per sé gezonder
door worden!), als wij kruidengenees
wijze toepasten en moediger en filoso-
fischer ziekte en dood tegemoet zouden
treden. Maar dat gebeurt nooit! En in
tussen zijn met een haast wetmatige
onontkoombaarheid sinds het begin
der 17de eeuw niet minder dan 225
diersoorten uitgeroeid door menselijke
activiteiten (TIME, 26 april 1971). En
vragen wij ons triest af, hoeveel uit
roeiingen wij met onze moderne be
schaving te weeg zullen brengen in de
komende decennia "te land, ter zee en
in de lucht"...
T.R.
Op het artikeltje "Lunch in Atjeh"
(Tong Tong 1-6-1971) kan ik nog een
kleine aanvulling geven waaruit blijkt
dat het in dit gewest met de lunch
soms nóg gemoedelijker kon dan in
het artikel is beschreven. Reizend met
de Atjeh-tram (die overigens in zuide
lijke richting niet tot Medan reed doch
tot Besitang waar moest worden over
gestapt in de breedspoor-Deli-spoor)
kon een hongerige of dorstige reiziger
zijn wensen kenbaar maken aan de
conducteur. Op het eerstvolgende gro
te station (N.B. de meeste stopplaatsen
waren uiterst klein!) belde die dan op
naar de naast-volgende grote plaats.
Bij aankomst van de tram stond daar
dan een mand met de gewenste leef
tocht klaar. Deze mand ging mee in
de tram en als hij leeg was, werd hij
door de conducteur op een volgend
station afgegeven vanwaar hij dan met
de eerstkomende tegenligger (naar ik
meen 2 per dag) terugkeerde naar zijn
plaats van herkomst. Verrekening der
kosten vond plaats door tussenkomst
van de conducteur. Het systeem maak
te de aanwezigheid van een restaura
tie-rijtuig op dit lange trajekt overbodig
want er was bovendien bij ieder der
stations ook nog velerlei te koop.
Echter ben ik er niet zeker van dat dit
systeem op alle grotere stations langs
de Atjeh-tram uitvoerbaar was.
In feite hing natuurlijk alles af van de
relaties van de conducteur.
J. A. Lasschuit
18