BRONDONG restaurant Iwijnands Wh cecii Ik gaf hem daarop een enorme schrobbe ring, dreigde met alles en nog wat en liet hem tenslotte wegvoeren naar de bijge bouwen van mijn kantoor. Ik was van plan hem daar een nachtje te laten doorbrengen, eten te geven enz. en hem pas de dag daar na naar huis te sturen. De flesjes nam ik met veel misbaar in beslag. Zie zo daar kon in ieder geval niemand meer mee te grazen worden genomen. Omdat ik er verder diep in mijn hart van overtuigd was, dat die obat verband hield met de door mij waargenomen verwondin gen van de bivakwachter en de bevolking in het algemeen bekend was met het ge bruik of misbruik van dat goedje, besloot ik de flesjes voor onderzoek op te sturen naar de Dienst Volksgezondheid in het voormalige Batavia. Ik deed er een uit voerig relaas bij. Enige maanden daarna was ik stom verbaasd toen ik op mijn rap port een brief kreeg van het Hoofd van één of ander laboratorium, waarin werd gezegd, dat de „obat parhoedamdam" volstrekt on schuldig was. Althans contact daarmee op de menselijke huid zou beslist niet die ge volgen hebben als door mij waren waarge nomen. De vloeistof bevatte kippenbloed, faecaliën, peper, haren van een bepaalde rups, bamboeharen en nog zo enkele vol komen onschuldige zaken. Tableau voor mij! De derde en laatste maal deed zich enige jaren na het gebeurde op de Blang voor. Ik diende toen als voorzitter van de rapats (inheemse rechtbanken) in de Bataklanden. Ik had in de omgeving van Balige aan het Tobameer het Parhoedamdamvolkje leren kennen. Het leefde min of meer geïsoleerd in kampongs tussen de overige meest christen Batakbevolking. Het volkje was steeds in stemmig zwarte kleding gestoken, was wat schuw, keerde zich af van de meer moderne samenleving, geen bioscoop, geen autobussen, kortom iets Staphorst achtigs in het Batakland. Toch hadden deze overigens ordelijk levende mensen gedu rende of kort na de eerste wereldoorlog een klein opstandje - we zoudén het tegen woordig een protestactie of confrontatie hebben genoemd - veroorzaakt, waarbij een bestuursambtenaar, ik meen de controleur Roos, was omgekomen. Zijn graf heb ik in Siborong-borong gevonden. Ik zat in de pasangrahan van Balige te werken toen ik werd gehaald door de zeer gehaaste controleur van Balige om naar het huis te gaan van een overleden nogal in vloedrijk Bataks dorpshoofd. Onderweg vertelde hij mij het volgende verhaal. De overledene lag in een doodskist op gebaard in een grote binnenkamer. De pan- dita had de uitvaartdienst geleid en gebeden voor de rust en het zieleheil van de ge storvene. De familieleden waren ter weers zijden van de doodskist opgesteld. Aan de ene zijde de stamgenoten van zijn weduwe, aan de andere kant die van de dode. Tus sen beide stammen heerste een bepaalde vete, verband houdende - hoe kan het ook anders - met vrijages van het jonge volkje. Dit opstel leent er zich niet voor dieper in te gaan op de aard, het ontstaan enz. van deze hofmakerijen. De daaruit voortsprui tende ruzies konden zeer hoog lopen. Ik had iets dergelijks al eerder in de Gajo- landen meegemaakt. Die ruzies déar had den echter - en dit was het verschil met de Bataks - veel ernstiger gevolgen. De Gajo's sloegen, aangevuurd door de meisjes, met klewangs op mekaar in. Resultaat vele doden en grote aantallen gewonden, waar de dokter soms dagen werk aan Had. Verder hoorde ik van mijn collega, dat één van de familieleden ter ene zijde had waargenomen, dat één van de familieleden ter andere zijde tijdens de dienst een bam boe blaaspijpje naar de mond had gebracht en met een krachtige ademstoot, over de lijkkist heen, een wolk poeder in zijn rich ting had geblazen. De blazer had zijn expe rimenten tweemaal snel achter elkaar uit gevoerd. Plotseling begon een ieder aan de ge troffen overzijde te krabben, nog eens te krabben en te gillen van de jeuk. Het feest was meteen afgelopen; men had zelfs geen tijd meer om de dader af te ranselen en het hele dodenfeest met de kostelijke maaltijd van babi goeling werd een totale flop. Het resultaat was verder, dat er al een man of tien in het kleine lokale zendings- hospitaaltje waren opgenomen. Zij vertoon den vuurrode zwellingen over het hele li chaam en om hun het krabben te beletten, waren hun handen dik gezwachteld. Men had niets van de kostelijke spijzen genuttigd. Van vergiftiging door bedorven voedsel was derhalve geen sprake. Er wa ren ook geen vlooien en de Duitse zen dingsarts piekerde zich suf over een moge lijke andere oorzaak. De man van het blaaspijpje had ik voor verhoor laten ophalen. En hier kreeg ik voor de derde maal te horen, dat er obat parhoedamdam in het spel was. Thans evenwel in poedervorm. Het had iets weg van boemboe kedelé voor de lontong. Op zijn aanwijzing trokken wij naar een par hoedamdam dorpje om de fabrikant van het goedje eens aan de tand te voelen. Hij was de doekoen of zo U wilt de medicijnman van de nederzetting. Hij bezat een Verkade beschuitblik vol van dit poeder, dat ik na tuurlijk heel voorzichtig confisceerde. Hier had ik nu het onomstotelijk bewijs, dat de ontzettende jeuk direct was veroor zaakt door deze obat-parhoedamdam. Het spreekt vanzelf, dat ik, met een nogal triomfantelijk gesteld rapport, de DVG het goedje andermaal voor onderzoek aanbood. Wie was verbaasder dan ik, toen ik weder om een brief van het laboratorium ontving waarin met geleerde frasen stond dat het poeder totaal onschuldig van samenstelling was en het uitgesloten was, dat het het door mij omschreven letsel kon veroorza ken. Het was op muizen etc. - maar niet op mensen! - uitgeprobeerd. Samenstelling: ai- weer bamboeharen, rupsen, etc. Vreemde dingen, lezer, ik laat aan U de conclusie. H. De Soendanees zegt: "Borondong". U kent dat snoepje wel, hier noemt men dat naar het Amerikaans Pop Corn, de zoete, dus Candy Pop. Vindt u dat ook zo lekker? Nu, anders ik dan wel. Vroeger, daar ginds in Bandoeng, meestal 's avonds zo tegen 89 uur, dan komt hij langs, met zijn venters- zang. Een compleet melodietje, hoor. En de woorden zijn: Borondong - borondong garing droge pop-candy Katjang aja-borondong aja pinda's en popcandy's heb ikj Aljeuk-Akang (zusters-broeders) Koering galeuhan (koopt toch van mij) Borondong HOLLANDSE en INDISCHE KEUKEN Hoogstr. 12 - Den Haag - Tel. 600712 Dir. M. WIJNANDS v/h Grand Hotel Makassar De borondong kocht je niet los, als pinda's, maar ze waren tot ballen ge vormd, zo groot als een grote sinaas appel zo ongeveer. En ze kostten, toen in mijn jeugdtijd 11/2 cent per stuk, 2 stuks voor een benggol (21/2 cent); je kocht dan gelijk 4 voor 5 cent. Maar 10 stuks voor 8 cent. Heel veel later maakte ik mee, dat ze 1 benggol per stuk kosten, maar dat was vlak voor de Jappentijd. Na de oorlog, tot dat wij hierheen vertrokken, heb ik dat vertrouwde brondong-liedje gemist, maar brondong werd ook niet meer langs de huizen gevent. Terwijl ik hierover zit te mijmeren, mijn rechterhand dit neerschrijft en mijn linker af en toe een duik neemt in de zak met Popcandy (een familie zak, hoor), bepeins ik, hoe men toch wel aan de benaming brondong of borondong komt. En ik bepeins, dat het best van roffel kan komen. Bij voorbeeld: een roffel slaan op de trom of op de deur, door een ongeduldige of een kleine dwingeland, die de gesloten deur open wil hebben. Of op een venster van de uitverko rene door de geliefde. Of het bran den van de djagoeng(koren) en ook wel koffiebonen. Dat geeft toch ook zo'n roffel geknetter in de droge wad jan (Chin, braadpan). Weet u wel, met nieuwjaar, daar ginds, steken we ook wel vuurwerk af, slierten, bundels tegelijk en dat noe men we dan "Passang mretjon bron- dongan", dit in tegenstelling tot ètjèr- ran (per stuk). En als op school, de hele klas tege lijk, om e.o.a. euvel er flink van langs krijgt en uitgefoeterd wordt, zeggen we daarna thuis of tegen elkaar: "Wah zeg, de hele klas door de juf of me neer: di Brondong", daarom zijn wij te laat thuis" bijvoorbeeld. Ook wel "die brondong op je bil, met de rottan", is niet mis te verstaan. Als één van u allen, lezers van Tong- Tong, misschien een andere herkomst van Brondong, de Ind. naam voor "Popcorn-candy" weet, als je blieft, vertel het ons dan, ook in ons blad. Want, wat u hier leest, ziin slechts overpeinzingen, bij het schrijven over en snoepen van "Borondong" van Pim 13

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1971 | | pagina 13