I Een bezoek aan Bronbeek Denk aan Bronbeek - Foto's DJIRAN Op 2 juni ging ik naar het Bronbeek museum en ik heb weer genoten. Waar tref je zo'n verzameling van krissen en andere slag- of steekwapens? Slagwa pens met Arabische karakters. Zijn dat geen vingerafdrukken op die man- dau? Zou het dan toch waar zijn, wat mijn grootmoeder mij vertelde? Dat, als vroeger een "meester-smid" een heilige kris wilde maken, hij eerst 40 dagen vastte en de "finishing-touch" met de blote hand werd verricht! Ik loop verder en bekijk de "Chris tus-vis". Deze vis werd, als ik mij niet vergis in de West-Indische wateren gevangen. De achterzijde van het ske let vertoont een figuur, welke lijkt op de gekruisigde Christus. Wonderlijke speling der natuur! Op het eind van de galerij wil ik de trap opgaan, die naar de bovenste gaanderij voert. Vol ontzag kijk ik naar dat pythonvel; een knaap moet dat zijn geweest. Ik groet hem: "Dag paatje!" Hij stond op de onderste trede. Klein van stuk en er nog jong uitziend. Onbewust zeg ik tegen mijzelf: "Een nieuw gezicht! Wat doet hij hier, tussen die oudere mannen?" Ik passeer hem, zonder hier verder over na te denken. Nog te veel vervuld van wat ik heb gezien en weer wil zien, al is dit voor de vierde keer, dat ik er kom. Een kwartier later, terwijl ik de ge bruiksvoorwerpen van wijlen Dipone- goro en Sentot bekijk, hoor ik snelle driftige pasjes en hij komt op mij af. Wij maken kennis en hij heet Daan Kaligis. Ik kijk naar zijn eretekens en kom in de war. Is hij dan zo jong niet meer? Inderdaad, hij is 80 jaar oud. Maar je merkt het niet. En dan praten wij, een oudere en jongere generatie, op zijn kamer. Hij was hier al eerder. In 1927, bij de begrafenis van Generaal van Heutz, werden 40 man marechaus sees afgevaardigd. Kalagis was één van de jongsten en meest gedecoreer de van de groep. Drager van M.W.O. 4e klasse, ook van 't zilveren ereteken van de Orde van Oranje Nassau, voor buitengewone krijgsverrichtingen ter Westkust van Atjeh in de periode 1925-1927. Ik begrijp hem, omdat ik als jongen het boek "Atjeh" enige malen heb uitgelezen. Ik kan het mij levendig indenken, dat hem toen werd gezegd: "Radja Wilhelmina, itu bukan radja, tetapi Ibu mu!" (Koningin Wilhelmina is geen koningin, doch jullie Moeder!) Geen betere woorden, om deze "bloed- vingers" vol toewijding naar karabijn en klewang te doen grijpen en zich dood te vechten! Maniséééé! Anctk marsosee, anak marsosee, anak marsosee, menaik gunung, menurun gunung, anak marsosee. Pikul senapan, memburu musuh. anak marsosee, anak marsosee, anak marsosee. - -- -/ S De gep. sergeant D. Kaligis maakt de eerste rit in de betjak, die aan Bronbeek werd aange boden door de voorzitter van de Vereniging van dragers van de Bronzen Leeuw en het Bronzen Kruis, maj. b.d. Baron van Voorst van Voorst. De betjak zal een vaste plaats krijgen in het museum van Bronbeek. Vol trots laat hij mij een foto van Prins Bernhard zien. Persoonlijk onder tekend en overhandigd, tijdens het re cente bezoek van de Prins. Vol trots laat Kaligis mij andere dingen zien en hij vertelt verder over thuis. Hij is hier maar lauw 8 maanden; liet vrouw, kinderen en kleinkinderen achter. Voor hem werd de grote uitzonde ring gemaakt, dat hij, als Indonesische, gepensioneerde K.N.I.L.-Sergeant hier in Bronbeek mocht komen. Hij heeft nog geen begrip van gelds waarde. Zijn kleinkinderen vragen om chocolaadjes en ander snoepgoed en hij stuurt dat. Maar schrik niet, per plane! Vrachtkosten 30,per kg. En wij praten verder. Hij vertelt sma kelijk over zijn rondvlucht boven Ne derland en een stuk van België, toen in 1927. Nadat anderen niet durfden, zei zijn commandant: "Ajoh, Kaligis! Jij maar!" "Nou, verrek dan maar! Saja toch tida poenja apa-apa. Vooruit maar." En hij vloog! Voor wij het weten, luidt de etens bel en wij nemen afscheid. Paatje ik hoop, dat voor jou het Wilhelmus nog even mooi mag klinken en een even mooie inhoud mag blijven behouden, zoals die voor velen van ons was en nog is. Maar nu ik een stukje geschiedenis heb zien herleven in je verhalen, zo wil ik je noemen: "Leeuwenhart", Daan Kaligis. Chris. Regelementen KNIL De bibliotheek van Bronbeek verzamelt ook regelementen en voorschriften van het v.m. KNIL. Deze moeizame, maar dankbare bezigheid zou aanmerkelijk kunnen worden verlicht, indien de a- bonné's.oud KNIL militairen, die rege lementen en voorschriften in hun bezit hebben, waar ze geen weg meer mee weten, deze aan Bronbeek zouden wil len afstaan. De Heer W. R. van der Weide, beheer der van het Museum, zal U er bijzonder dankbaar voor zijn. Een briefkaart naar Bronbeek, Velperweg 147, Arnhem, of een telefoontje (085-426441-toestel 052) en U krijgt een adres etiket toegezon den, waarmee U een en ander portvrij kunt verzenden. Bronbeek dankt U bij voorbaat hartelijk voor Uw belangstel ling. In de afgelopen jaren schonken velen aan het museum Bronbeek hun oude Indische foto's, zodat een omvangrijke collectie is opgebouwd kunnen worden. Mocht U nog eens oude foto's in han den krijgen en hebt U er niets meer aan, geeft U ze dan niet aan de vod denman, maar denkt U eens aan Bron beek? Naar aanleiding van het artikel „Restaurant Djiran" het volgende. In dit huis woonde vroeger mijn schoonmoeder, Mevr. de Wed. Sen- stius-Croon. Hier werd ik ingehaald als jonge bruid van Daan Senstius. Al de kostkindertjes hadden voor die gele genheid witte jurkjes aan en strooiden bloemen. Dit was in 1911 en de kost- kinderen van mijn schoonzuster haal den ons in. Dit huis ligt naast de soos inder daad en op de hoek Heerenstraat- Voorstraat. Ook de fam. Kiliaan is mij niet on bekend. O, wat een dierbare herinne ring! Verzoeke een en ander door te ge ven aan de 2e zoon van wijlen Mevr. J. M. Smabers. Hartelijk dank voor Uw plaatsing. Een en ander las ik hierover in T.T. Nr. 22 van 1 juni l.l. en mijn hart sprong van wilde vreugde open. Was zo vol van deze herinneringen, dat ik het schrijven van deze kaart niet achter wege kon laten. Mevr. de Wed. L. SENSTIUS-v. d. KOP 21

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1971 | | pagina 21