Memo's Uit Oude Kranten.
Madeleine En Kwee
Semprong
Dinsdag, 2 April 1929
In het gebouw van de Levensverzekering
Arnhem te Batavia werd ter ere van het 25-
jarig dienstjubileum van de Directeur voor
Indië, de Heer J. F. Cooke, receptie gehou
den.
Voor deze gelegenheid arriveerde de verte
genwoordiger van de Directie in Nederland,
de Heer Ligthart, directeur van de Javasche
Bank tijdig op de receptie.
De Java Bode van 2 april 1929 vermeldt
nog, dat onder de belangstellenden aanwe
zig waren de Resident, Burgemeester Mey-
roos, de Majoor der Chinezen, de heer
Khouw Kim An, het Hoofdbestuur van het
Indo-Europees Verbond en nog vele kop
stukken uit de handelswereld.
Voorts lezen wij, dat op het Congresdiner
van het I.E.V. het 25 jarig jubileum van de
heer Cooke, lid van het Hoofdbestuur van
het I.E.V. werd herdacht.
Hoewel de meeste Indische jongens vroeger
lonkten naar een baan bij het Gouverne
ment, verkoos de heer Cooke het verzeke
ringsbedrijf, waar hij het als Directeur van
één der grootste maatschappijen ver heeft
gebracht. En 25 jaar trouwe dienst in de
tropen was geen sinecure.
Java Bode van Dinsdag 2 April 1929.
In hetzelfde dagblad werd een verslag uit
gebracht van het I.E.V.-congres 1929, toen
het Indo Europees Verbond haar 10e le
vensjaar afsloot. Er werden weer vele Con-
gresvoorstellen door de in de Archipel ge
vestigde afdelingen ingediend. Zo ging het
in het toen reeds democratische Verbond
van de Indo Europeanen. De Hoofdredactie
van de Java Bode schreef: "De eindindruk
is, dat er een stuwende levenskracht in het
Verbond zit, en dat het besef van de posi
tie, welke de Indo-Europeaan in onze sa
menleving inneemt, aan duidelijkheid en be
slistheid heeft gewonnen, terwijl men be
wust naar verbetering van die positie wil
streven, vooral om maatschappelijk en eco
nomisch tot versteviging te komen".
Inderdaad een stuwende kracht, die van
onderaf uitging van eenvoudige boengs, die
nu worden gekwalificeerd als "onbeteke
nend".
Ondergetekende was toen als 25 jarige af
delingsbestuurder één der jongste afge
vaardigden, ook maar een "onbetekenend
kereltje.
Het Indo Europees Verbond is er niet meer,
evenals de Ind. Kathol. Partij, de Vader-
landsche Club en andere partijen, die in de
Volksraad vertegenwoordigd waren.
J. F. v. d. Lee
10 Jaar later.
Wij lezen het Bataviaasch Nieuwsblad van
14 Augustus 1939. Op de voorpagina een
afdruk van de aangifte op vijf Augustus
1939 van de geboorte van
Irene Emma Elisabeth
Prinses van Oranje Nassau,
Prinses van Lippe-Biesterfeld.
De getuigen bij de geboorte-aangifte waren
Dr. H. Colijn en Jhr. Mr. F. Beelaerts van
Blokland.
Natuurlijk moest toen dat heuglijke feit ge
vierd worden en hoe. De Nederlandsch In
dische Atletiek Unie de Niau organi
seerde op Zaterdagmiddag 12 Augustus
1939 "De Oranje Marsch" onder enorme
publieke belangstelling langs heel het tra
ject. Ruim 2000 wandelaars namen er aan
deel, grotendeels verenigd in groepen, die
bijzonder werk gemaakt hadden van hun
costuums. De stoet maakte een vrolijke in-
De Heer J. F. Cooke, lid van het hoofdbestuur
van het I.E.V.
druk, welke nog werd ve/Sterkt door muziek
en zang.
In 3 groepen werd afgemarcheerd. De eer
ste groep werd voorafgegaan door de Re-
gimentsmuziek, de tweede door het Mena-
donese fluitcorps en de derde groep door
het Ambonese fluitcorps. Vertrekpunt was
het Waterlooplein, waarna de stoet na 3 uur
tippelen des avonds om 8 uur terug was in
Concordia.
Verder lezen wij, dat de "geestelijke vader"
van deze zo zeer geslaagde mars was de
Heer... J. F. Cooke Jr., de zoon van de 10
jaar tevoren gehuldigde vader J. FCooke.
Wat doet zo'n geweldige geestelijke vader
tegenwoordig toch? Gójang kaki, Frits?
J. F. v. d. Lee.
Als wij het over het Waterlooplein hebben,
denk ik nog met genoegen terug aan mijn
jeugd. Wat een heerlijk "openbaar" plein
was het toch met daarop de voetbalvelden
van Hercules, Oliveo, SVBB. en B.V.C. Wie
herinnert zich niet de "cracks" van toen bij
Hercules: Keeper van Soest (later Ouwer-
kerk), Pi Geertsema, v. Polanen Petel, Kooy-
mans (Kai), Willy Galstaun, Tjoh Davies,
Mantiel Bodegraven, Middelton, Pasuwarisa.
Bij Oliveo: Eddie Lelieveld, Molaiholo, Paul
Valliant, Overbeek Bloem, Boogh Lisapally,
Rehata, Piet van der Lee, Manoppo, Denke-
laar. Bij SVBB: Kraayenoord (Jan Dam
Bondskeeper van Batavia), Piet Hooydonk
(de blanke Inlander), Thijs, Lasso. Bij BVC:
van Rem, Maat, Smeets.
Ajo, wie kan nog namen noemen van onze
favorieten uit die tijd? Ook Soerabaianen,
Semarangers, Bandoengers, Bogorianen. Ik
noem een paar namen:
Soerabaia: Gerrit de Raadt, Piet Knufman
(de man met een geweldig schot), Wim Voll.
Bandoeng: Zuidema (van Unie) en wie van
Sidolig, etc.
Bogor: Boy Boelaardt v. Tuyl, Tommy Jans.
Rest soedah loepah, Pèh.
Laten wij per club de elftallen uit die oude
tijd t.o.m. 1923 opstellen en presenteren.
Ook werden op het Waterlooplein de
School voetbalwedstrijden gespeeld door:
H.B.S., Stovia, KWS, AC, RH, Mulo.
Ongeveer een eeuw geleden is een
jongeman in Frankrijk bij zijn moeder
op bezoek en krijgt bij de thee
een „madeleintje" (een soort colom-
bijntje). Hij sopt het gebakje in zijn
thee en al proevend springt opeens een
lang vergeten jeugd in zijn gedachten
terug. Hij schrijft zijn herinneringen op,
en het wordt een boek dat nog steeds
wereldberoemd is: „A la recherche du
temps perdu" (Op zoek naar de ver
vlogen tijd). „Het boek bevat wonder
lijk fijne ontledingen van stemmingen,
van herinneringsverschijnselen; ver
der scherpzinnige milieuverschijnselen.
Legde een nieuwe menselijke werke
lijkheid blootlezen wij in een en
cyclopaedic. M.a.w.: die tijd is niet ver
loren, maar op zijn minst hervonden
en opnieuw bezield.
Zo proeft ergens in Den Haag of
Tjietjerkeradeel een dame een kwee
semprong of een ondee-ondee en op
eens waaieren hele brokken Insulinde
voor haar open, vol met de zeldzaam
ste beelden en stemmingen. En doet
Tong-Tong al jaren lang met een paar
duizend Indischgasten hetzelfde
en wordt door cultureel Nederland be
spot of veroordeeld! Wij zijn „heim-
weelijers", niet goed bij, koloniaal
noem maar op! Een typisch voorbeeld
hoe dom de zogenaamde culturelen
vaak zijn.
Want natuurlijk gaat het niet om het
literair gehalte of de stijl; het gaat om
het psychologisch vorsingsvermogen
om een leven opnieuw te beleven op
een indringelijker wijze. Om een gees
telijk leven van aparte verfijnheid en
om 'n heel nieuwe wereld van intuïtief
denken. En om het ontdekken van de
tijdloosheid (de tijd is dus niet „ver
loren", maar statisch en eeuwig). Een
heel typische merkwaardigheid van
Proust's werk is namelijk zijn lengte
(zeven delen), terwijl ook Tong-Tong
zich voorwaarts „zweeft" als het ware,
maand op maand nieuwe aspecten
ontdekkend aan vaak dezelfde onder
werpen.
Alleen de échte Indischman kan
Tong-Tong waarderen om zijn wer
kelijke fragiele nuances van het Op
nieuw en Telkens Weer Opnieuw de
Gordel van Smaragd Her-beleven. Pas
hier merkt de Indischman hoe anders
hij is. En niet te meten met de maat
staven van het gemiddelde burger
schap van hier. Dat alleen snobistisch
en serviel kan meepraten over „heim
wee" en „tempo doeloe" elders, maar
volslagen blind is voor wat binnen
haar grenzen gebeurt in eenvoudige
herinneringen van „Nog pas gisteren
en „Verdroomd seizoen"
Zoals Proust droomde in zijn rag
fijne gedachten, zo droomt ook de In
dischman in Tong-Tong van hetzelfde
soort gedachten over Indië. Even sub
tiel, even helder, even tijdloos.
Er is betoel geen spat verschil tus
sen madeleine en kwee semprong!
T.R.
14