KERMIS Hierwerd iets groots verricht Vele jaren geleden, toen ik naar kamers zocht in het Statenkwartier (dus dicht bij Tong Tong), kreeg ik contact met een huiseigenaar, die in een der chiqueste straten een woning bezat, waarvan hij af en toe kamers verhuurde. Hij en zijn vrouw waren (nogal wonderlijk in deze wijk) volks mensen, aardig en hartelijk. Toen dus later de verhouding een beetje minder stijf werd, kwam ik te weten dat de man spullebaas van een kermis was. Die dus zijn boterham verdiende met het verhuren van materialen, gereed schappen, benodigdheden van kermis sen. Ogenschijnlijk een pover baantje. De man had misschien een hoofdprijs uit de loterij getrokken of had zijn le ven lang gespaard om zo'n huis in een duur kwartier te kunnen kopen, dacht ik. Ze gingen nooit uit, ontvingen zel den bezoek, keken dag in dag uit naar TV, lazen geen boek of tijdschrift. Me vrouw lag bijna de hele dag vanwege dikke benen. Mijnheeer zat lekker in 'n fauteuil, met als een echte buitenman bijna altijd de hoed op het achterhoofd geschoven. Soms kwam mijnheers kermisspul wel eens ter sprake. In verband met mijn Pasar Malam. Dan had hij een hele partij spullen voor me te huur, maar hij noemde altijd zulke schokkende prijzen van tienduizenden guldens of maakte zulke rare schattingen van wat één pasar malam opbracht, dat ik nogal beduusd nooit op die gesprekken in ging. Dacht hij misschien dat ik ook zo'n "rijke stinkerd uit de Oost" was? Dan was hij toch akelig abuis! Deze week (in Holland leer je alles heel langzaam en vaak bij toeval!) las ik in de "Eva" nummer 18 (van 24-30 april 1971) het artikel "De Kermis draait zich dol", waarin een aantal fei ten en cijfers van de kermis opgedist werden, die me opnieuw deden duize len. Maar in elk geval, "Het Raadsel van de Rijke Spullebaas" promoveerde van Dichtung tot Wahrheit. Weet U dat in die nederlandse ker missen fortuinen omgaan? Dat voor kermissen ingeschreven wordt voor exploitatie met 2000 voor een bal- lenwerptent, 7000 voor een gebak kraam, tot meer dan ƒ16.000 voor een botsauto'tjes-stand, 12 mille voor een schiettent, om maar enkele voorbeel den te noemen? Dat een suikerspin voor "een dag of zes in Tilburg" 2700 betaalt? Dat b.v. de stad Tilburg het vorig jaar aan pachtgelden voor kermissen in de gemeente 423.400 incasseerde, ter wijl er maar 62.240 aan kosten wer den uitgegeven, zodat de netto winst een dikke 3'/2 ton bedroeg. Dat dit jaar voor 27 a 30 miljoen binnenkomt in dubbeltjes en kwartjes bij de diverse Nederlandse kermissen? Vele Indischgasten zijn er in de loop der jaren wel achter gekomen dat er evenzo kapitalen verdiend worden in "nederige beroepen" als van de lood gieter, de electriciën, de gasfitter, de haringboer (in zo'n straattent van vaak 20.000 tot 75.000), de stoffeerder, de ijscoman, de stratenmaker, de aan nemer, de groentenkweker en klein- boer, de visboer, de slager, enz., enz. Wie nog steeds denkt dat de 7 duizend miljonairs van Nederland in Wassenaar zitten, zou beteuterd kijken als hij bij een onderzoek waar de miljoenen ver diend worden, ook in de armste wijken van de stad en het platteland zou be landen. Dat het sprookje rijke werkgever/ar me werknemer volgens het patroon van b.v. het politieke spel al lang niet meer opgaat, is de diverse partijbestu ren natuurlijk genoegzaam bekend. Maar dat het spelletje nog steeds ge speeld kan worden volgens de patro nen van een eeuw geleden, bewijst alleen hoe dom de massa's nog steeds gehouden worden en hoe geraffineerd de gemiddelde politicus is. Nog steeds wordt b.v. het sprookje levend gehou den dat al die bruine en gebruinde In dischgasten gewetenloze koeli-uitbui- ters en steenrijke tantième-trekkers zijn, terwijl men heel goed weet waar de wérkelijke Ali Baba Roverijen ge pleegd worden. En in lonen en arbeids- eenheden wordt via Kamer en staking en levendig handel gedreven, terwijl nergens een meting verricht wordt van arbeidswaarden. In de politiek en de werkelijkheid wordt dus hetzelfde linke spelletje ge speeld van de markt, waar de argeloze koper slim wordt aangespoord om prijsbewust te zijn, en weet hij niet hoe enorm de marktwaarden verschillen van de marktprijzen, met welke laatste doorlopend verwarrend gemanipuleerd wordt met doorgestreepte en nu-prij- zen, uitverkoop en voordeelprijzen, nieuwe en tweedehandsprijzen, terwijl men van de werkelijke waarden toeten nog blazen weet. Wie héét rijk volgens het etiketje en wie IS rijk? Zo sjoemelen we argeloos als de uiteindelijk eeuwig gefopte consument en de eeuwig gefopte politieke stem mer van kermis naar kermis. Is het een wonder dat de wakkere Indischman nóch voor politiek nóch voor kermis sen iets voelt?... T.R. Nederland heeft zijn pioniers nog. Gelukkig. Dit hebben wij kortgeleden (op TV) allemaal mee mogen beleven. Twee bekende Nederlandse auteurs offerden zich met ware heldenmoed op en waagden zich gedurende een hele week op het bijzonder gevaarlijke Rot- tummerplaat. Vanaf een grote afstand angstig in de gaten gehouden ergens aan de vaste wal door middel van ra dio en zo, voor als het eens al te ge vaarlijk mocht worden. De luchtmacht, waar altijd grondig op gescholden wordt door diverse groeperingen - kost zo veel geld - bewees hier dan toch eindelijk eens zijn nut. Ook dat is prettig om te horen. Zo zie je maar dat die toch nog ergens voor dient. Een van de auteurs werd helaas door griep geveld maar evenals een groot pionier uit die oude, waardeloze doos, indertijd in Afrika, hield hij dap per vol en deze man leed in stilte en werd dan ook zwaar bewonderd door iedereen. Waarschijnlijk ging het zo in de trant van: Mr. Bomans, I presume? toen hij weer opgehaald werd. Of meer Nederlands zo van: ha, die ou we? Vervolgens kwam de ware held aan de beurt en het verheugt ons dat er hier toch nog een natuurmens bestaat, waar er al geen natuur meer is. Hij betrad het eiland, kwam, zag en over won deze gevaarlijke woestenij stor menderhand. Hij leefde van het land en de zee, liep zonder kleren (hele maal geweldig in dit klimaat), verloor vermoedelijk enige ponden welvaart van zijn omvang, en diende de natuur door vele barmhartige daden op het gebied van de diergeneeskunde. In die week heeft hij zich niet alleen gevoeld en de radioverbindingen kwa men altijd vlot tot stand. Dit is een machtige ervaring voor hem geweest en daar kunnen we al leen maar heel blij mee zijn. Om deze ervaring goed te doorvoelen moet men zich die situatie eens even voorstellen, die eenzame man, op dat onherberg zame eiland, overgeleverd aan de ele menten, de natuur die niemand meer kent, helemaal in zijn eentje de meeu wen trotserend. Waarlijk een presta tie en het was dan ook een groot voor recht dagelijks aan de radio gekluis terd dit mee te mogen beleven in het eigen, veilige huis, rillend van angst om die pionier. Woorden schieten hier te kort, van ontroering is verder schrij ven onmogelijk geworden, door de vallende tranen blijven de toetsen van de machine haken Rini Carpentier Alting. Ongeveer twee weken na Haar staatsiebezoek verschijnt 't kleu- renboek „Koningin Juliana in In donesië", samenstelling J. P. M. van Elswijk. 150 zwart-wit foto's en 16 kleurenfoto's Aanbiedingsprijs ƒ9,90 Laat nu een exemplaar reser veren, de eerste oplage zal zo uitverkocht zijn! 12

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1971 | | pagina 12