Indische Radio Baanbrekers Weinig lezers beseffen dat de artikeltjes over de beginjaren van de radio in dit blad licht werpen op een uiterst belangrijke en ook roemvolle periode voor 't pioniers werk van radio-amateurs vlak na de eerste wereldoorlog. Tot dan toe had men internationaal „blik- sem-contact" alleen kunnen bren gen met de telegraaf. Maar dank zij het werk van ijverigevinding rijke en volhardende onderzoekers in Indië en dito onderzoekers in Engeland, Duitsland en Amerika brak binnen enkele jaren hef radio-tijdperk aan voor de hele mensheid. Tegenwoordig beseft men niet hoeveel fantasie en intelligentie er eens voor nodig zijn geweest om voor het eerst de menselijke stem (en muziek) door de aether te zenden, een haast even absurd idee voor de mensen TOEN als de maanvluchten NU zijn! Voor Indië werkten een paar stimulerende oorzaken: a. de grote behoefte aan spreekcontact door de aether met Holland, b. dito overbrugging tussen de Indische eilanden, c. de opkomst van Philips (voordien alleen groot door de gloeilampen, maar daarna pushing power voor de radio), d. grote belang stelling en medewerking van de PTT. In die begintijd in Indië is er niet alleen door de pientere kop pen veel baanbrekend werk ge daan maar ook door zeer veel „kleine boengs" met een helder verstand en de ware pioniersgeest, vaak ploeterend in vergeten stadjes en op verre ondernemin gen. Moderne transistorhelden kunnen zich er geen voorstelling van vormen, hoe zij hun plezier mede te danken hebben aan bra nie bruine jongens in toetoepjas een halve eeuw geleden in bilik- ken huisjes, levend met magere BBL-salarisjes, maar met een geest die de halve wereld al om spande Er is een golf van copy bin nengekomen over de - radiobaan brekers, het grootste deel echter té technisch om in dit blad tot hun recht te kunnen komen. Waarom steken al die baanbre kers niet de koppen bij mekaar om. samen een boekje samen te stellen over die tijd? Het heeft grote historische waarde! II Naar aanleiding van het stuk in Tong Tong, 16e jaargang, no. 2, dd. 1 augustus 1971, „Indische Radiobaanbrekers", doet het mij genoegen daarin te lezen, dat de heer A. Segond v. Banchet erkent, dingen en mensen te zijn vergeten uit het begin van het radiotijdperk in Ned. Indië. Deze heer laat geen aparte beweringen horen, zoals de jongeren onder de ama teurs. Ik ben n.l. 73 jaar oud en heb geen collega-radioamateurs meer kunnen ont dekken uit de jaren 1921 en 1922, toen de Ned. Indische Vereniging voor Radiotelegra- phie werd opgericht te Soerabaia. Uit deze N.I.V.v.R. zijn alle plaatselijke Radiovereni gingen ontstaan. Het eerste bestuur bestond uit voorzitter Brusé, chef van de N.V. Dunlop en Co, de heer Veringa, officier marineonderzeedienst en nog enige heren, wier namen mij zijn ontschoten. Ik behoorde tot de technische medewer kers, evenals de heer Hartman, bioscoop eigenaar te Soerabaia. Ik kan mij nog enige enthousiaste medewerkers herinneren, o.a. de heer Schoevers, commissaris van poli tie te Soerabaia, later overgeplaatst naar Djokja. Ir. Wattjes, P.T.T. belast met Radio Soerabaia-Makassar. Wij gaven een maandblad uit. Het heette „Onze Antenne" en werd gedrukt bij de firma Van Ingen te Soerabaia. In 1922 hadden wij een stand op de Pa sar Malam te Soerabaia. Daar exposeerden wij diverse door onze leden gemaakte toe stellen, met glanzende zwart-ebonieten frontplaten, waarop o.a. 2 grote afstem knoppen en beweegbare spoelhouder, met zelfgemaakte honingraatspoelen. Wij maakten geweldig veel propaganda en boekten zeer veel leden. Muziek was er niet te horen, slechts morseseinen. ledereen probeerde de morsetekens te leren. Velen waren er trots op wat van de nieuwsberichten, die op kilometergolflengte werden uitgezonden, te kunnen ontcijferen. Een radio-ontvanger uit die tijd gaf uit zijn kast getrokken een feestverlichting met zijn 4 of 5 lampen, die zo elk bussen de 1 a 2 Ampère gloeistroom verbruikten, bij 4 volt. Later werd het 6,3 volt. Het waren zg. „straight" schema's. Het was moeilijk een toestel op middengolf soepel in- en uit genereren te krijgen en op zijn gevoeligst af te stellen op de rand van genereren. De hoogspanning werd geleverd door droge hoogspanningblokken, of door een 50 tal of meer kleine accutjes, die op tijd moesten worden opgeladen, wat ook weer in die tijd veel hoofdbrekens kostte. Enfin, er werd hard gewerkt en gestu deerd en geëxperimenteerd. Ik zou een boekdeel kunnen volschrijven met herin neringen. Ik begon met de coherer, toen het kristal, daarna de gesloten reageerbuis met 4 uitgaande draadeinden. In Indië maakte ik na een pauze van enige jaren in de rimboe te hebben doorgebracht, kennis met de lamp met voetjes. De miniwatt- lamp, die de overmatige gloeistroom over bodig maakte, was een hele stap vooruit. Ze was ook veel soepeler en was makke lijker op korte golf aan het genereren te krijgen. Want de geweldige luchtstoringen in de tropen dreven ons naar de kortere golflengten. Daar kregen wij te maken met het zéér hinderlijke hand-effect. Maar ook daar kwamen wij overheen. Wij misten echter onze hoogfrequent voortrap, daar de lampen eerder verlies dan winst gaven. In Amerika was uitgevonden superrege- neratieve ontvangst, (uitvinder E. H. Arm strong), toen de Autodyne en dan de Su perheterodyne. Wim Oldenboom, wonende Verlengde Sumatrastraat, Soerabaia, nam de moeite dit grondig te onderzoeken en middels een door hem geschreven boekje alles helder uit de doeken te doen. Onze vriend Hartman, de bioscoopeige naar, was expert in het maken van korte golf spoelen uit verzilverd koperdraad. Sa men met mij experimenteerden wij met zen ders. Intussen konden wij reeds telefonie op korte golf beluisteren. Door middel van een genererende eindlamp, met z.g.n. ab- sorbtie-spoel in de antennekring, zond ik voor het eerst uit. Ik woonde op de Ard- joena boulevard en Schoevers op Kaliasin luisterde naar mij uit en ontving mij. De dagen daarop kwamen ook ontvangstbe- richten van leden uit de omgeving op de suikerondernemingen. De golflengte had ik afgesteld op 80 m, maar de ontvangst op 40 m werd het verst gehoord, (1ste har monische) n.l. als ik mij niet vergis door o.a. Max Lecotey te Lawang. Ik was ontzettend enthousiast geworden. Ik kondigde mijn berichtgevers levende muziek aan. De microfoon plaatste ik achter een grote houten hoorn van een pathéfoon. Iemand van het Leger des Heils, die de strijdkreet kwam aanbieden, nodigde ik uit om met het zangkoor van het Leger des Heils te komen zingen. Daaraan werd ge hoor gegeven en iedereen was enthousiast. In de kranten kwam een verslag en ook in „Onze Antenne". De Vereniging zegde toe mijn pogingen om tot een betere zender te komen te steunen op voorwaarde, dat er na opge dane ondervinding, een grote b.v.b. V2 KW- zender voor de Vereniging zou worden ge bouwd. Ik kreeg de beschikking over enige vertrekken in het gebouw van de kunst kring aan de Embong Malang te Soerabaia. Hartman en ik werkten daar samen. Wii kregen een stel 50 Watt zendlampen en het werd een plaatgemoduleerde zender. Hoogspanning uit een paar honderd ac cutjes en gloeistroom uit auto-accu's. De antennemasten waren 30 m hoqe bamboeconstructies. Wij kregen ontvangst- berichten van vlak in de buurt en van erg ver o.a. uit Madagaskar en Australië. Mededelingen kwamen natuurlijk in „On ze Antenne". Op een gegeven ogenblik kregen wij meer kankerbrieven van leden, die geen ontvangst hadden, dan 'van die genen die gunstig rapporteerden. Het bestuur te Soerabaia besloot de N.I.V.v.R. te ontbinden en de leden tot plaatselijke verenigingen te bundelen. Het blad „Onze Antenne" bleef bestaan en de plaatselijke verenigingen konden het blad krijgen tegen de drukkosten per exem plaar. Zó ontstonden Radio Ver. Semarang, R.V. Midden Java, R.V. Bandoeng, R.V. Batavia, R.V. Medan, enz. enz. Een van de experimenten vanuit het ge bouw van de kunstkring in Embong Malang was, het relayeren van 3 AN via Schoevers in Djokja en De Groot in Bandoeng. O.a. Schoevers zong in Djokja, werd door 3 AN Soerabaia ontvangen en van piano accom pagnement voorzien, door 3 AN weer uitge zonden. Het was een daverend succes. Bandoeng had de beste zender, P.M.IJ", dank zij de steun van aanwezige beroeps technici. Intussen bouwden wij aan een 1/2 KW- zender. Toen de Soerabaische kunstkring naar een nieuw voor haar gebouwd pand op Simpang verhuisde, gingen wij mee. Daar namen wij onze 500 watt zender op 49 m in gebruik met daverend succes. Ik werd bij de officiële opening tot erelid be noemd en kreeg een grote zilveren beker met inscriptie. Door de oorlog verloor ik die beker, evenals alle herinneringsobjecten, bezit tingen en vrienden. Wo sind sie geblieben?? F. Weyrich lees verder volgende pagina 14

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1971 | | pagina 14