DE ZINGENDE KALI Jos. van Arcken De nar Bawor, zoon van Semar. Hij is gebo ren in Banjumas, waar hij ook de meeste populariteit geniet. Hij spreekt het dialect uit die streek, en de mensen uit Banjumas be schouwen hem als "hun bijdrage" aan de wajang. Hij draagt het KAWUNG-motief, een oud en geliefd patroon, dat men samen hangend met de waardevermindering, die het heeft ondergaan tegenwoordig veel in goed kope uitvoering ziet. Foto M. L. V. Rotterdam kleine bloemsoort) zijn^ afgeleid. Truntum betekent 'jonge blaadjes' en geeft witte sterretjes op een donker fond te zien. In het algemeen dragen bruiden en hun brui degoms dit patroon op de vooravond van hun huwelijk. Tijdens het kortgeleden gesloten huwelijk aan het hof van de Sunan van Surakarta (prinses Koos Hondowijah, dochter van Su nan Paku Buwana XII met Raden Irawan, 7 juni 1970) droegen de vader van de bruid en met hem vele van de oudere naaste ver wanten, zowel vrouwen als mannen, een kain met het motief Tandjung Gunung als ondergrond. Daarmee brachten zij op in vloedrijke wijze hun goede wensen voor het jonge paar tot uitdrukking. Wanneer de bruid (en op een later tijd stip elders ook de bruidegom) op de och tend voor de huwelijkssluiting de rituele reiniging moet ondergaan, draagt zij over haar gebatikte kain een stuk witgoed dat als sarong onder de oksels op de borst is geknoopt. Ook de bruidegom heeft tijdens het ceremoniële bad een stuk witgoed om zijn lendenen gewikkeld. Later worden deze twee stukken witgoed met hetzelfde patroon bebatikt. Zij behoren door de beide echtelieden in ere te worden gehouden. Tijdens de Javaanse huwelijkssluiting dra gen bruid en bruidegom kains waarop het zelfde patroon, bijvoorbeeld het geliefde motief Sida Mukti ('sida' betekent realise ren, welslagen, 'mukti' betekent hier gees telijke verlossing) dat zich speciaal leent voor deze gelegenheid. Een andere keuze valt vaak op een Se- mèn-variant: uitbottend loof met dierenmo- tieven. Hoe de keuze ook uitvalt, het pa troon moet groeikracht, nieuw leven, levens energie uitdrukken. A. Velthuisen-Djajasoebrata (bekort) Op het artikel "Reezang" in Tong Tong van 15 juli 1971 ontvingen wij van verschillende lezers reacties, waarvan wij er hier enkele laten volgen. - Red. Toen ik een jongen van een jaar of tien was, was mijn vader als Officier van Administratie geplaatst te Pontia- nak, aan de Landak-rivier gelegen. Ik was de trotse bezitter van een kleine prauw, waarmede ik elke middag uit spelevaren ging met onze huisjon gen, Djohan geheten. Van mijn vader moest ik in de parits blijven, die Pontianak kris en kras doorsneden, vanwege de boeaja's op de grote rivier, ziet U? Even natuurlijk smeerden wij 'm, als 't enigszins kon, vanuit de parits naar de grote rivier. En zo gebeurde het op een middag, dat ik mij languit op de bodem van mijn prauw neerlegde, om wat uit te blazen van het dajoengen. Op een gegeven ogenblik kwam mijn oor op de bodem terecht en tot mijn verbazing hoorde ik een sonoor, diep brommend geluid. Verschrikt hief ik mijn hoofd op en vroeg aan Djohan, of hij dat geluid ook hoorde. Ja, inderdaad hoorde hij het ook en hij wist ook de sage, die er aan verbonden was. De Koning van de Oceaan had een verplichting aan de Koning van de On derwereld, die hem elke veertien da gen onderdak verleende. Op zijn vraag of hij daar wat tegenover kon stellen, antwoordde de Koning van de Onder wereld, dat hij Sri Poetih Orla, de beeldschone dochter van de Maanko- ning, dan tot vrouw wenste. Toen deze dat hoorde, verweerde zij zich uit alle kracht tegen dit besluit van haar vader. Zij wenste in het rijk van haar vader, in het Licht te leven en niet in het sombere rijk van de Koning van de Onderwereld! Al haar bidden en smeken gaf haar niets en zo verdween zij voor goed naar het Rijk van de diepe Duisternis. En vaak hoorde men dan haar smart- lied omhoog stijgen op het goede ogenblik! Inderdaad schijnt men deze reezang te horen op het ogenblik, dat eb en vloed elkaar raken, dat het zoete wa ter in aanraking komt met het brakke of zoute. J. G. Brandon Bravo. Voor Juwelen en Uurwerken als van ouds naar Laan van Meerdervoort 520 Den Haag - Telef. 33 64 41 II Een soortgelijk verschijnsel als de heer C. Schong beschrijft in Tong-Tong van 15 juli j.l. en dat volgens de aan tekening van Tjalie ook van de Ka- poeas in Borneo bekend is, heb ik meegemaakt op de Barito in Zuid- Borneo. Het werd daar het „zingen van de Barito" genoemd. Mijn vrouw en ik voeren wel eens met kennissen in een prauw van Band- jermasin, dat aan een zijrivier ligt, naar de Barito, een machtige rivier die daar meer dan een kilometer breed is. Als we ons stil lieten drijven, hoorden we een eigenaardig gegons, dat duidelijk luider werd naarmate we ons oor dich ter bij het wateroppervlak hielden. Het deed me een beetje denken aan het gezoem van een bromvlieger, u weet wel: een vlieger met een heel dun stukje bamboe eraan vastgemaakt. Wanneer de wind daar doorheen blies hoorde je een zangerig geluid: „ngèè- ngóh" of iets dergelijks. Zo ongeveer klonk ook het zingen van de Barito. Hoewel men in Bandjermasin niet precies wist hoe dat geluid eigenlijk tot stand kwam, meende men evenals Tja lie dat het te maken had met het bin nendringen bij eb van zout zeewater en de vermenging van het zoute met het zoete water. De Barito liep door een uitgestrekte vlakte naar zee, zodat de invloed van de getijen nog kilometers binnenwaarts te merken was. R. Bijleveld Andere opmerkzame lezers menen dat wij de vele soorten geluiden be doelen, die door vissen e.d. gemaakt worden. Wij bedoelen echter heel per tinent een zingend geluid, dat nergens anders op zee voorkomt als in som mige wijde riviermonden. Red. Naar aanleiding van het artikel "Ree zang" op blz. 11 van Tong Tong 15 juli 1971 even het volgende: In Bandjarmasin (Borneo) heb ik een paar maal de zogenaamde "zingende Barito" meegemaakt. Het over elkaar schuiven van het zoete en zoute water, als met opko mende vloed het zeewater tot hoog de Barito-rivier opstroomde, heette het "zingen" te veroorzaken. Het was een luid gezoem in telkens wisselende tonen, nu hier, dan daar over het oppervlak klinkend en ook een beetje griezelig in het water hoor baar, als je onder water zwom. Op het zoemen van drijfriemen in een fabriek leek het, soms zo luid, dat je met spreken elkaar nauwelijks ver stond. Het is het meest wonderlijke natuur verschijnsel, dat ik in de tropen heb meegemaakt. M. J. A. Oostwoud Wijdenes 7

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1971 | | pagina 7