Djogodolog
DE "TEEF"
Iedere Soerabajaan kent het beeld van Djogodolog. Het staat in een verborgen hoekje
van een klein park tegenover de gouveneur's woning (het voormalige resident's verblijf),
gelegen aan Djalan Pemuda (het vooroorlogse Simpang), een van de voornaamste
verkeerswegen.
Als kind woonde ik er vlak bij en ik heb
ettelijke keren aan de voet van het beeld
gespeeld. Na een tijdsverloop van 40 jaren
bracht ik er weer een bezoek aan en ik
werd getroffen door de diepe verering die
de eenvoudige mensen hebben voor deze
Boeddha figuur. Een oude man die het beeld
en de omgeving schoonhoudt neemt offer
anden en kleine geldelijke gaven in ont
vangst. Kralen en kransen van geurige
bloemen (melati) hangen om de hals en
wierook brandt voor de knieën van deze
mysterieuze man. Een paar kraampjes met
eterijen, bloemen en menjan staan in dit
afgelegen deel van het park, door bomen
en heesters vrijwel geheel omgeven. Ver
van het roezemoezige verkeer heerst er
een weldadige rust en stilte, die tot bezin
ning en overpeinzing uitnodigen.
Het beeld stelt een vette man voor en
hierom wordt het vereerd als een symbool
van vruchtbaarheid. Kinderloze echtparen
offeren er in de hoop met kroost gezegend
te worden. Dat in deze verering, teruggaan
de tot een animistisch oerverleden duizen
den jaren van cultuurgeschiedenis liggen
opgesloten blijkt uit het feit dat Mohame-
danen, Chinezen, Europeanen, ja alle land
aarden en godsdiensten eraan meedoen.
De naam Djogodolog betekent "bewaker
van het woud" en slaat op het feit dat het
beeld in een bos temidden van de ruines
van het koninkrijk Modjopahit gevonden
werd 1). Deze ruines liggen bij het tegen
woordige plaatsje Trowulan vlak bij Modjo-
kerto. Rondom het voetstuk is een tekst
in oud-Javaans gebeiteld, die door de ge
leerden is ontcijferd. In het boek "Oud
Soerabaia" geschreven door de bekende
geschiedkundige G. H. von Faber en uit
gegeven door de gemeente Soerabaia ter
gelegenheid van haar zilveren jubileum op
1 april 1931 worden standplaats en her
komst van het beeld in een paar zinnen
beschreven. Er wordt niet over gerept wie
in dit monument is afgebeeld.
Het is gemaakt ter ere van Krtanegara
ook wel genoemd Bhatara Ciwabuddha, de
laatste vorst van Singhasari (Singosari) die
van 1194-1214 Caka (1272-1292 onze jaar
telling) geregeerd heeft. Door zijn invloed
werd de godsdienstige richting van het
Tantrisme dat uit Tibet kwam en een soort
versmelting van Buddhisme en Shivaisme
voorstelt, op Java ingevoerd.
Het einde van het koninkrijk van Singha
sari en het begin van het koninkrijk van
Madjapahit (Modjopait) is beschreven in
twee oud-Javaanse werken, de Pararaton
en de Negarakrtagama. Het zou te ver
voeren de spectaculaire ontdekking van
deze boeken en hun inhoud te bespreken.
Men kan zonder overdrijving zeggen dat
de kennis van de historie in deze oorkon
den beschreven en van de manier waarop
de geschiedenis is weergegeven de sleu
tel geeft tot het gebeuren "in het heden
daagse Indonesia en het karakter van de
Javaanse bevolking.
Krtanegara wordt in de Pararaton be
schreven als een dronkaard die palmwijn
boven alles vereert. Maar in de Negarakrta
gama hemelt Prapantja, de hofdichter van
Koning Hayam Wuruk (Radjasanegara) van
Modjopait, Krtanegara op als een heilige,
die alleen in drinkpartijen en andere zonden
...Ver van het moderne stadsgewoel van Sura-
baia mediteert Djogodolog, het oude beeld uit
de Hindoetijd, staande in het park tegenover
het gouverneurshuis op het vroegere Simpang,
dat nog altijd diep wordt vereerd.
deelneemt om de duistere machten beter
te kunnen bestrijden. Dat zijn natuurlijk
tegenstrijdige uitspraken die wat geforceerd
klinken, doch wij weten dat Krtanegara in
zeer moeilijke en verwarde tijden leefde.
In het Noordwesten kwam China in 1260
onder hegemonie van de Mongolen geleid
door Kublai Khan. Zijn horden marcheerden
naar het Zuiden, bevochten de Tai van
Yunan en probeerden de landen van Zuid-
oost-Azië te onderwerpen. Kort vóór 1290
zond Kublai Khan ambassadeurs naar Sin
gosari met het bevel dat de koning per
soonlijk voor hem moest verschijnen. Krta
negara had zoiets al lang zien aankomen
en vanaf het begin van zijn regering had
hij geprobeerd zijn gezag uit te breiden
en te verstevigen door verovering van na
burige vorstendommen en door het aan
gaan van allianties met koninkrijken die
dichter bij China lagen. Het spreekt vanzelf
dat hij zijn macht en invloed ook trachtte
te vergroten door middel van religieuze
praktijken en magie.
De voornaamste verdienste van Krtane
gara was dat hij als een van de eerste
vorsten, van Java één geheel probeerde te
maken en een buitenlandse politiek ont
wikkelde. Hierop bouwden de koningen van
Kediri en Modjopait, die hem opvolgden,
verder. Het is mogelijk dat Prapantja's ver
heerlijking van Krtanegara op deze ver
diensten berustte.
Toen Kublai Khan's afgezanten met hun
kleinerende boodschap bij de vorst kwamen
voelde deze zich sterk genoeg om ze met
een weigering terug te sturen. Volgens
Chinese geschiedschrijvers werden de am
bassadeurs teruggestuurd met afgesneden
neuzen en oren maar dit kan een overdrij
ving zijn van "gezicht verliezen". Blijkbaar
heeft iemand het letterlijk opgevat want
toen Djogodolog, Krtanegara"s beeld, ge
vonden werd bleek de neus te zijn afge
slagen. Uit weerwraak?
Natuurlijk kon Kublai Khan zo een bele
diging niet op zich laten zitten en hij zond
een straf-expeditie naar Singosari. De voor
bereiding hiervoor nam een paar jaar in
beslag en pas in 1292 landde een Chinees
leger aan de noordkust van Java (vermoe
delijk bij Grisee) en marcheerde het bin
nenland in.
Krtanegara was inmiddels kort voor de
komst van de Chinezen vermoord door een
vorst van Kediri, die Krtanegara's paleis
verbrandde en zichzelf als opvolger uitriep.
De Chinezen die moeilijk hun oorspronke
lijk doel konden veranderen, besloten met
deze vorst korte metten te maken. Zij ver
brandden zijn kraton en doodden alle in
woners. Een van de jonge prinsen, Widjaja,
van Krtanegara's hofhouding die in dienst
van de vorst van Kediri was overgegaan
maakte eerst gemene zaak met de Chine
zen. Toen ze zich na afloop van hun taak
naar de schepen terug begaven viel Widjaja
ze aan met guerilla taktieken, waarop het
leger uit den vreemde een overhaaste
terugtocht blies. Dit militaire succes voor
de Javaanse vorst legde de basis voor de
grondvesting van het machtige rijk van
Modjopait dat in grootte het moderne Indo
nesië evenaarde en de trots van iedere
Indonesische nationalist is.
Ongelooflijk wat er zich al zo heeft af
gespeeld rondom die stenen Boeddha, die
volgens de inscriptie vervaardigd werd in
opdracht van Krtanegara "voor het welzijn
van de koning en de koninklijke familie en
voor de eenheid van het koninkrijk".
Welzijn heeft het de vorst en zijn gezin
niet gebracht, maar zijn bedoeling heeft
het eb en tij van bijkans zeven eeuwen
overleefd. Ver van het gewoel van de
menigte, doof voor het politieke rumoer, de
ogen gericht in de verte mediteert Djogodo
log over de toekomst van Indonesia.
Volgens sommige taalgeleerden bete
kent "Djoko Dolog", dikke jongen.
Robert Hausman
Malang 1934. Bij het 8e Bataljon Infan
terie was compagniesordonnans de
goede Unsoldt - een manusje van alles
voor officieren en Kader.
Mijn dochtertje was gek op alles,
wat maar "klein" wras en zo werd
Unsoldt ingeschakeld, om voor haar
verjaardag een krielkippetje "ajam ka-
té" te bemachtigen.
De dag voor haar verjaardag kwam
hij des avonds, toen de kleine meid al
sliep, bij mij thuis met achter op zijn
fiets een mandje met een pracht kakel
bont krielhaantje erin.
Op mijn opmerking, dat ik hem toch
een hennetje had besteld, zei de brave
ziel: "Ik weet, kaptein, maar kom treh,
morgen ik breng zijn teef."
W.L.
9