Verloren Verleden Komi Uii Frankrijk Terug Een mens kan in zijn leven toch wel vreemde zaken meemaken, omdat men ook in een vreemde wereld leeft Het verhaal van één van deze vreemde dingen volgt hieronder. Na die ellendige oorlog en krijgsgevangen schap in de Pacific (ik was 'n Djakarta in de laatste jaren van de oorlog) was de familie alle foto's kwijt geraakt. Toen wij nog kleine kinderen waren, hadden wij die foto's weieens gezien bij fam. leden en nauwe relaties. Door een verwonding in die oorlog aan mijn linkerbeen moest ik in 1946 n.b. voor med. orth. behandeling naar Holland en kwam hier aan in juli. Maar Holland was in die jaren kort na de oorlog leeggeroofd en kon ons niet helpen. Wij - mijn collega's en ik - werden toen doorgestuurd naar België (Charleroi). Ik wil eerst dit verhaal bij het begin vertellen. Mijn vader is Fransman en is dat tot zijn dood in 1923 gebleven. Hij diende als dpi. bij de Franse Marine en ging o.m. naar Indo-China. Na de dienst ging hij naar Indonesië en leerde daar mijn moeder ken nen. Mijn moeder stamde uit een oud en sterk Hollands geslacht dat oorspronkelijk uit Den Haag kwam. Daar in Indonesië zijn zij getrouwd en uit het huwelijk zijn 5 kin deren geboren, 3 meisjes en 2 jongens. Mijn vader was hoofdmachinist van de Parakan-Salak theefabriek. Hij kende beter Soendanees dan Hollands. Later, toen de auto in Indonesië populair begon te worden was hij voor zichzelf begonnen door een garage te openen in Tjitjoeroek. Ik herinner mij als kleine jongen van een jaar of 4, 5 dat het huis een grote voortuin had waar de garage stond. Ook de kamer-indeling van het huis kan ik mij nog zo goed herin neren en ook de bijgebouwen. Mijn vader had het altijd druk met auto's en dergelijke. Hij had ook nog Franse re laties in Indonesië en was in die dagen ook vertegenwoordiger van Michelin. Veel van deze voor ons prettige herinneringen stond vast op foto's die wij met de jongste oorlog kwijt waren geraakt, althans dat dachten wij. Maar mijn vader had nog zijn ouders en naaste fam.leden in Frankrijk. Doordat hij vroeg was overleden (1923) en wij een Hollandse moeder hadden vervaagde lang zamerhand het Frans, hoewel er af en toe toch een brief uit Frankrijk kwam, ook na de dood van de oude heer. Die brieven bleken geschreven te zijn door een van zijn zusters, die nu nog leeft. Toen ik dus naar Holland ging in 1946 was altijd mijn eerste gedachte geweest om na de med. orth. be handeling wederom naar Indonesië terug te gaan. Ik werkte vóór de oorlog bij een part. onderneming en zo kwam het dat ik in jan. 1947 wederom terugging. De familie in Frankrijk (mijn grootmoeder en haar 2 doch ters, zusters van mijn vader) leefde toen nog. Ik heb nog even met ze gecorrespon deerd en beloofd, dat ik eens zou langs komen, wanneer de gelegenheid zich zou voordoen. Terug in Indonesië bleek al gauw, dat mijn prothese in België gemaakt niet geschikt was voor het tropenklimaal, hetgeen tot gevolg had dat ik veel last kreeg van wondjes, puistjes e.d. veroorzaakt door de warmte in Djakarta. Ik moest terug naar Europa en in aug. 1947 kwam ik hier weer aan. E.e.a. was niet zomaar gegaan en ik zal u graag vertellen wat eraan vooraf ging. Toen wij in Singapore arriveerden stapte aldaar een Franse missionaris aan boord. Nu moet u weten dat die franse familie van mij altijd in een onaanzienlijk dorp had gewoond waar niemand ooit iets van heeft gehoord. Ik kon mijn nieuwsgierigheid en verlangen de missionaris te spreken te krij gen niet bedwingen en knoopte met hem een gesprek aan. Hij vroeg mij hoe ik heet te en wat mijn bedoeling was. Ik vertelde hem het hele verhaal, waarop hij vroeg waar mijn vader oorspronkelijk vandaan kwam en waar zijn familie woonde. Ik noem de het plaatsje en tot mijn uiterste verba zing zei hij: "dat is de eerste plaats waar ik naar toe ga wanneer ik straks naar Frankrijk ga, want ik heb daar een broer die die en die functie bekleedt (ik weet niet meer welke). Alhoewel dit verhaal zich al weer zolang geleden heeft afgespeeld heb ik thans nog de bewijzen van hoe alles toen ongeveer was. Toen ik in de loop van 1949 naar Frankrijk ging om de familie te be zoeken kon ik mijn ogen niet geloven. Over al aan de muren in huis zag ik precies dezelfde foto's hangen die ik in Indonesië zo goed had gekend. Ik waande ze verloren maar vond ze daar compleet terug. Sterker nog - die Franse familie is in het bezit van foto's uit Indo-China en Indonesië die wij nooit eerder hadden gezien. De oude vrouw was inmiddels overleden; jammer want ik had haar graag nog willen kennen. Daarna stierf één van de zusters en thans is er nog één over. Omdat zij oud begint te worden en begrijpt, dat zij niet meer zoveel heeft aan al die oude foto's, heb ik in de loop van de achter ons liggen de jaren bij elkaar een aantal van deze foto's gekregen. Er zijn er in Frankrijk bij haar nog meer, waar Indonesiërs op staan die als helpers hebben gewerkt bij die oude vliegtuigen. Omdat mijn zuster in Tilburg uiteraard ook graag in het bezit wilde komen van enkele foto's heb ik in juli j.l. er enige van afgestaan. Op één ervan zitten twee kinde ren op een bank naast de baboe. Wie van ons dat geweest zijn, weten wij niet meer, vermoedelijk die zuster zelf in Tilburg. De baboe kwam op de foto er het best op. Op een andere foto ook in Tilburg - zit de oude heer in een auto uit die dagen, ach u kent ze wel met die oude carbid-lantaarns. U zou uw ogen niet geloven wanneer u die foto's ziet. Op bijgaande foto ziet u aan de achter kant de volgende beschrijving in het hand schrift van mijn vader. A Djocja avant les démonstrations 1er gauche Lermithe Ie ménager et Taulet (de hond) 2 et 3ième des Beiges (ik weet niet wie ze zijn en in welk verband ik ze moet brengen) 4ième Poulet 5ième Hollandais (ken ik ook niet, maar a propos wie is hij, weet u dat?) 6ième Benoit (collega van Poulet) 7ième Votre serviteur - zo noemde mijn vader zichzelf bij de familie. Ik heb gemerkt dat de oude heer in leven van al die clichés zoveel mogelijk foto's heeft laten maken en deze overal naar familie en relaties zond. Hij stierf vrij jong na zijn 40ste verjaardag en mijn moeder kort na de jongste oorlog. In die bewogen dagen kort na de oorlog dacht je niet aan foto's en nu ik ze langzamerhand terug heb gevonden weet niemand meer te vertellen hoe of wat. Een certificaat van een Gouver neur-Generaal uit die dagen, uitgereikt aan de oude heer voor reparatie van een auto "Spijker" was ook al verloren gegaan door de oorlog. Indien er prijs op wordt gesteld zal ik later nog meer van die oude foto's opstu ren. Dan dit nog. Wanneer u goed die foto bekijkt zult u merken dat op de neus van lees verder volgende pagina, le kolom 6

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1971 | | pagina 6