OVER EEN ZANGKOORTJE Ik weet nog niet hoe 't kwam, maar op een dag hield Pastoor me aan en vroeg of ik 't koortje wilde leiden en orgel spelen, "O hemel" dacht ik hoe moet je dat nu doen! Ik speelde wel wat piano, maar orgel en zingen... en waar om ik! Enfin, i'k probeerde er iets van te ma ken en vroeg de meisjes, die er al waren om me te helpen. Stance Robèrt had een goede sopraan en van haar leerde ik hoe alles moeêt. Henny v.d. Meer was er ook bij en als ik me niet vergis, Cor en Paula v.d. Dool. Zij waren 't gewend, dus ging alles wel goed. Zo langzamerhand kreeg ik meer meisjes en om samen kijken te voorkomen kocht ik stapels muziek boekjes en schreef er de noten en woorden in, voor ieder een boek om 't in te studeren gemakkelijk te maken. Elke Woensdag bij mij thuis en 'sZa- terdags middag in de Kerk. Soms had ik meer dan 10 meisjes, op andere tijden slechts vier of vijf. In 't begin was alles fout wat ik deed. De mensen bleven even bij me staan en vertelden, hoe ik orgel moest spelen en hoe de meisjes de woorden moesten uitspre ken enz. Ik deed echt m'n best, maar ik was al blij wanneer we gelijk begon nen en eindigden, verder had ik geen tijd om op de open mond van een zan geresje te letten. gen. We overtuigden haar dat ze echt hard moest zingen omdat ze 't alleen moest doen. Nou goed dan. Toen 't zover was, deed ze 't ook en hoe! Als een kanonschot donderde haar stem door de half lege kerk. Ik zag de nonnetjes schrikken en toen wij verder moesten zingen zag ik een paar meisjes met hun gezicht in hun boek en anderen met afgewend gezicht geluidloos lachen. Na afloop van de dienst troepten we bij elkaar en bij 't verongelijkte gezicht van Mevr. Schr. Peters en haar "Jullie zeggen zelf moet hard zingen" konden we niet meer en Mevr. Schr. P. lachte zelf even hard mee. Als er in de kerk een jonge man zat met een leuk gezicht, dan was 't altijd Mevr. Schr. P. die "fluisterde" Ach wat een schat, of Kijk dan wat een profiel! Niets ontging haar. Het was een komen en gaan van meis jes. Op een dag vroeg ik o.a. Mevr. Schreuder Peters om mee te zingen en haar protest was als altijd "Ik ben in geen eeuwen in de kerk geweest en ik kan niet zingen en hoe moet ik de woorden uitspreken (Latijn). Maar ze kwam en werd een van mijn trouwste zangeressen. We hebben samen bij 't repeteren thuis, heel wat afgelachen. Als zij fluisterde in de kerk, dan hoorde je haar meters ver en er wérd nogal eens gefluisterd. Degenen, die ooit een vacantie in Batoe hebben doorgebracht, zullen zich de appelkwekerijen ran deze plaats zeker herinneren. Rechts op de foto de eigenaar ran de appeltuin. De appels van Batoe zijn gekweekt uit Chinese appelbomen, hebben een groene kleur en hebben betrekkelijk weinig smaak. Hiermee bedoel ik 't kleine koor van meisjes in de Katholieke Kerk in Sala- tiga. We woonden toen aan de Toen- tangse weg ('t huis met de hoge trap) en niet ver van de kerk. Als we zo 's Zondags naar de Kerk gingen en ook 's middags een half uurtje naar 't Lof, zoals we 't noemden, dan vonden we het heel gewoon en vanzelfspre kend dat er gezongen werd en er ie mand orgel speelde. Alles was simpel; 't kerkje klein, wit gekalkt met twee rijen banken voor de mensen en ach terin links stond een orgel met één rij toetsen. Er omheen stonden dan de dames of alleen meisjes, 't Geheel was primitief en helemaal niets vergeleken bij de grote machtige koren in Europa in Kerken, zo groot, dat je je als een mier voelde tussen olifantspoten. Toch voelde ik me veel dichter bij God in die kleine kerkjes in Indië. In die tijd was Pastoor Nolthenius de Man, 't hoofd met nog een andere Pastoor als assistent. Ach waar zijn jullie allemaal gebleven? Maud, Clara Hoepeling, Wies Herben, Lena Mohr, Jo Saintijves en Zusje Dee, Mevr. Santé, Jo Vincent; Mevr. de Tys- sonk uit 't weeshuis stierf al in 1940. Veel namen ben ik vergeten, maar ik ben hun nog dankbaar voor hun trouw en hulp. Toen ik ziek lag, bleven ze zingen zonder orgel. Ze deden hun plicht gewoon omdat ze vonden, dat 't moest gebeuren. Ook grappige voorvallen herinner ik me. Op een dag zei een v. d. weesmeis jes, dat ze met vacantie mocht en zij was de voorzangster in 't Lof. Toen zij dus weg was, wees ik Mevr. Schr. Pe ters aan om die ene regel voor te zin- 10

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1971 | | pagina 10