Fonteijn Co v/h te DJOKJA J.M. Tegen Pasen en Kerstmis was 't de drukste tijd met oefenen en al mopper de Mevr. Schr. P. "zo moeilijk toch!", we kregen 't gedaan. Met twee of drie stemmige liederen, knikte ik als een ja knikker van de B.P.M. van de ene partij naar de andere voor 't invallen. Toen we de eerste keer voor Pasen zonder orgel moesten zingen, bleven we op een gegeven ogenblik steken de een na de andere bleef stil. Wanhopig begonnen we opnieuw, bleven weer steken totdat de oude Pastoor ons over 't dooie punt heen hielp; verder ging alles goed. De eerste Nachtmis met Kerstmis! Ik had koude vingers van de zenuwen en keek elke keer uit of de meisjes wel allemaal kwamen. Wat een opluchting toen alles voorbij was. We ngobrolden wel wat veel en mees tal buiten op de trap. Af en toe keek ik dan of Pastoor al begonnen was maar eenmaal vergat ik te loeren en toen ik 't deed was hij inderdaad al begonnen. Haastig gestommel natuurlijk en ik zat vlug achter 't orgel en speelde lukraak enige accoorden om 't kabaal niet te laten horen. Je maakt wel wat mee met zo'n troepje. O ja, een van de meisjes trouwde met een militair en zong niet meer mee. Na de morgendienst zag ik haar en groet te vrolijk "Dag Mevrouw!" en kreeg een verlegen lach met een "Zeg maar bij de naam" terug. Daarna kwam Mevr Heres in Salatiga wonen en zij nam 't van me over. Ik bleef wel orgel spelen en de muziek boekjes bijhouden,maar Mevr. Heres was gelukkig de baas. 't Werd een veel beter koor, alhoewel geen Wiener Sanger Knaben, maar in elk geval goed en niet meer zo als maar zonder fout". C. Waller Diemont-Thomson ADAM Godsdienstleraar op de catechesa- tie-les plotseling met stemverheffing: "Hebt gij van dien boom gegeten?!" Adam Pieloor, ngantoek, wakkerschrik- kend: "Ja meneer! Djamblang, neer!" VERTALEN Mijnheer Vodegel leert zijn djongos Nederlands. Terwijl hij rustig verder gaat met het sorteren van zijn post zegels geeft hij Wongso de opdracht: Noem maar alles op wat je ziet in het Hollands. Ik merk wel wat er verkeerd gaat. Dat gaat een tijdje goed, maar opeens hoort mijnheer Vodegel zeg gen: "Ik ziet vogelblik eet slang-veer..." Stomverbaasd roept hij: "Wat zie je daar?!" Wongso: "Goewa liat boeroeng kalèng maken oeler boeloe!" (Het is de djalak, die vaak boeroeng kalèng genoemd wordt. Niet veel men sen weten dat. En wie het wél weet, kan ons misschien vertellen waar de naam boeroeng kalèng vandaan komt en welk soort djalak ermee bedoeld wordt?) Vlamingstraat 5, Den Haag, Tel. 11 66 77 GOUDEN schakelarmbanden krintjing slangen colliers (6 tot 100gr.) toesoek konde peniti kabaja van 22 karaats goud 22 Karaats verlovingsringen BRILJANTEN markiesringen hangers oorknoppen gezet in 22 karaats goud MIDO polshorloges SEBELAH ROTAN ARMBANDEN VAN 24 KRTS GOUD (mas kertas) TJITJAK broches in 22 KARAAT goud in étui f79.50 franco huis. KERST IN AMBARAWA Het is Kersttijdhoor, de kindren zingen. 't Zijn oude wijzenZe zingen zacht, zodat de Jap het zeker niet kan horen Bij de barak staat er één op wachtv Beschroomd en teer klinken de kleine stemmetjesHaast een tragisch geluid. Op hun blote voetjes schuif'len ze verder, telkens wanneer het lied is uit. De regen ruist neerwe zijn in de tropen. Hun koude lijvetjes rillen er van, maar in hun bleke, holle gezichtjes stralen hun ogen zo heerlijk en dan zingen ze, zingen door ruisende regen, zingen ze dwars door het donkere leed van al die zielige, eenzame vrouwen, waarvan slechts God de verlorenheid weet. Zingen ze voort en als glans van de hemel glijdt er een glimlach langs menig gezicht. Dappere, kleine verhongerde kleuters, die zingend brengen de troost van Gods Licht. Zing maar, m'n kindren, zing maar van Jezus, die voor ons kwam in de donkere nacht Zing, tot de harde, verbeten gezichten weer zijn tot Moed er glimlach verzacht Blijf dit bewarenMisschien, dat nóg eenmaal droevig en donker zal worden je-lot Zing dan, m'n kindren, zing en blijf zingen Zingende ben je zo héél dicht bij God 11

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1971 | | pagina 11