KERSTNACHT Bij*het krekelgevecht dri^y koningen^ r Mei NECTAR - essence eenlopende wijze waarop men een uitzicht had op de wereld vanuit hun verschillende hoogte. Zoals b.v. mensen uit Bandoeng of Sarangan nu eenmaal alles van de bergen uit bekeken tegen mensen uit Djakarta of Soerabaja alles van de vlakte uit. Vanuit dat verschillende "levensperspectief" sche nen die dorpen in India eeuwig vijandig te MOETEN blijven. Maar op een keer zijn ze toch met elkaar gaan praten over de be langen die ze met elkaar gemeen hadden ondanks de verschillende "aanblik". En uit die gesprekken met gemeenschappelijke belangen is uiteindelijk een gedeelde werk gemeenschap gekomen die beide dorpen constructief tot groot nut is geworden. U begrijpt dat dat toevallige gesprek uit een toevallige ontmoeting me ineens wak ker heeft gemaakt. Ik denk nu dat deze pas sage uit "Koningen" duidelijk wil maken dat er INDERDAAD verschillende Godsop vattingen mógelijk zijn, die tot oorlogen kunnen voeren. Het verder aan ons overla tend om "partij" te kiezen, wetend dat er eventueel oorlog van komen kan. Die men niet automatisch hoeft te kiezen, omdat o.a. ook andere bijbelboeken duidelijk verteld hebben dat van oorlog altijd wraak-oorlog komt, enz. enz. Pas zoals wij in het slot verhaal lezen, men ondanks onoverkome lijke machtsverschillen toch als broeders met elkander praten wil, wordt oorlog ver meden. Waarover een andere keer meer! Wij leven al minstens 2000 iaar verder dan de oorlog met Syrië. En wij zijn geeste lijk rijper geworden. We kunnen moeilijk geloven dat welke God ook oorlogen laat voeren om eigen superioriteit aan te tonen over andere Goden. Een in de eeuwen verder gerijpt inzicht verwacht van ons, mensen (die immers ge schapen zijn naar God's evenbeeld), om ook als oorlogen onvermijdelijk schijnen, tesamen te komen in ernstig beraad. Want vóór een God uitverkorenen kiest, heeft de Schepper de mens het vermogen gegeven tot ernstig beraad. En waar ernstig beraad mogelijk is, kunnen vredelievende oplos singen gevonden worden, ook al zouden wij "volgens de bijbel" er best een robbertje voor willen knokken T.R. Bij het krekelgevecht worden de bamboekokertjes met de krekels met open deur tegenover elkaar gezet, waarna de krekels worden gekieteld met een grassoort onder de aanmoedi gingen a of b: a) Krik, djangkrik Moesoeh-moe djeliteng doewoer Tjokotten ketoök moendoor of b) Krik, djangkrik Moesoeh-moe gedé, djrabang Tjokotten ketook, mbandang a) Krik, djangkrik Je vijand is zwart en hoog Bijt hem tot hij achteruit gaat of b) Krik, djangkrik Je vijand is groot en roodbruin Bijt hem tot hij op de loop gaat. O. H. Kiliaan Rommelend in oude paperassen die, nu het jaar ten einde spoedt eens opgeruimd moeten worden, vond ik een kerstrijm terug, dat mijn drie kleinkinderen enkele jaren geleden onder de stralende kerstboom ten beste gaven. Drie kleine hummels, gehuld in een wit laken met een koord om het middel, de koppetjes gedekt door een zelfgeprutst verguld kartonnen kroontje, een wandelstaf met een gouden ster in de knuistjes, stonden daar dapper om de beurt een coupletje te zeggen. Op het punt ook dit poeem als zo menig ander in mijn prullemand te laten ver dwijnen, dacht ik er opeens aan, dat er misschien wel Tong-Tonganakjes zouden kunnen zijn, die op Kerstavond ook eens koninkje zouden willen spelen. Hierbij dus mijn Kerstrijm, eenmaal geschreven voor Lune, Diederik en Maura. Eerste kind: Wij zijn de drie koningen en komen van ver, Geleid door het licht van een stralende ster; Héél hoog aan de hemel, verblindend van pracht, Heeft zij aan de wereld een boodschap gebracht. Tweede kind: Zij wees ons de weg door de donkere nacht Naar de plek waar Gods Zoon werd ter wereld gebracht, In een schamele stal, in een kribbe van hout, Wij brengen het wierook en myrrhe en goud. Derde kind: Er is aan de wereld een wonder geschied, En engelen brengen het uit in een lied, In Bethlehem is er een kindje geboren Verkonden de juichende engelenkoren. Eerste kind: Daar hing om de kribbe een wonderlijk licht Om het hoofd van het kind, om Maria's gezicht, Het kind lag zo lieflijk in moedertjes arm, Het lag er zo vredig, zo veilig, zo warm. Tweede kind: En buiten de stal, in de donkere nacht, Daar hielden de engeltjes trouwe de wacht, En bóven de stal blonk de heldere ster, En verkondde de boodschap heinde en ver. Derde kind: En herdertjes lieten hun schaapjes in 't veld, En kwamen van verre toen aangesneld, En knielden ontroerd voor het kindeke neer En zongen een liedeke Jezus ter eer. Eerste kind: Wij zijn de drie koningen en komen van ver, Wij volgden het licht van de stralende ster, Die eenmaal in Bethlehem, ver hier vandaan Hoog boven de stal aan de hemel bleef staan. Tweede kind: Kom, laat ons nu zingen, het Godskind ter eer, Het Kerstlied, het klinkt er zo lieflijk, zo teer, Het lied van de Stille, de Heilige Nacht, Toen Maria Gods Zoon ter wereld bracht. Alle drie: Stille nacht, heilige nacht, Enz. Hein B. maakt U voordelig Uw ROZENSTROOP, sorbets, gebak en zeer fijne likeuren I I Nu ook Nectar kleurstoffen I oEoiröNBiao Vraag gratis receptenboekje. pharm. fabriek "Phytol" - Afd. Nectar essence Gtudm Medaille Den Haag 1913 Wagenstraat 129 Den Haag. 15

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1971 | | pagina 15