1971 met een glimlach jos. van Arcken GLIMLACHEN Alles is veranderd in deze wereld ook de reden waarom gelachen wordt. Ach we willen allemaal wel weer zo'n ouwerwelse, gezonde lach om een zotte situatie, een kostelijke grap, humor zo maar uit zich zelf ontstaan, maar het is er niet meer hij. Ook de lach moeten we tegenwoordig kopen van beroeps- aan-het-lachenmakers op tv en film, want ons leefmilieu biedt zoveel vro lijks niet meer. Daarom zijn we zo dankbaar voor onze kinderen die ons nog vaak kosteloos) een kostelijk mo ment van vreugde en een lach geven. Wat een zegen dat we dat nog hebben, dat ook kinderen nog kunnen lachen zonder behulp van Max en Toon, johnny en Rijk. Daarom zijn we zo blij met uw stuk- jes, glimlachjes van het afgelopen jaar. Met hier en daar misschien toch wel wat nostalgisch of wrangs, maar toch met een sprankje van oprecht geluk. Zomaar voor niets. Dank beste inzenders en inzendsters voor uw bijdrage aan ons Kerstnummer. Er is zoveel binnengekomen dat niet alles meekon, we houden nog wat "lachjes" over voor 1972. Ook moesten we een selectie maken, want door een te persoonlijke aard zou de bedoeling voor anderen niet goed overkomen. U ontvangt allen een flamboyant-te- geltje als herinnering aan deze bijzon dere bijdrage. De beste inzending, be loond met een waardebon van PO, zal in ons januari-nummer worden be kend gemaakt. Moge 1972 voor U allen vele geluk kige momenten brengen waarop U later met een glimlach terug kunt kijken Lilian Ducelle PETER, DE KRAAI Ik heb het voorrecht, twee minuten van een mooi bos (in Zwitserland) te wonen. Op een van mijn vroege och tendwandelingen met mijn Shetland- hondje Radja zag ik midden op het bos paadje een oude kraai, die heel merk waardig huppelde en tolde inplaats van op te vliegen. Het lukte me met weinig moeite, deze grote vogel te vangen en naar huis te dragen. Na grondig on derzoek kwam ik tot de conclusie, dat hij vermoedelijk vergiftigd voedsel (muis?) te pakken had gekregen, want zijn vleugels waren gaaf. Maar hij had evenwichtsstoringen. Peter de Vierde (of Vijfde) kwam in een grote kooi met stokje, waar al vele voorgangers ver pleegd werden. Van de verschillende soorten voed sel nam hij het liefst het vlees, dat ik feitelijk voor Radja in huis had. Altijd opnieuw verbaasde ik mij, hoe merk waardig niet alleen zijn hok, maar ook hij zelf rook, net als gas vond ik. Na ongeveer twee weken werd hij onrus tig, glipte eens uit mijn handen weg en viel dan op de grond, kon dus nog niet weer vliegen. Opeens merkte ik, dat de gas-stank weg was, tegelijk waren de uitwerpsels op de grond van zijn kooi normaal, als van andere gezonde vogels. Ik begon hoop te krijgen! Ik begon met vlieg-oefeningen, maar Peter viel dadelijk op de grond. Het duurde een poosje voor hij zich even in de lucht kon houden. Eindelijk, na een laatste oefening binnenshuis (alles weggeruimd) kwam de grote dag: met ons drieen het bos in. Bij een stapel ahorn-hout, dicht bij een open plek, leek me de goede plaats. Ik had bijna hartkloppingen van de spanning, toen ik Radja zei te gaan lig gen en langzaam doorliep tot de stapel hout, dan daarop het kleine kistje zachtjes neerzette en de deksel eraf nam, om dadelijk achteruit te gaan. De vogels zongen rondom, de bomen ruis ten, geluiden die onze Peter bekend moesten zijn. Ik hield de adem in opeens kwam een zwart kopje, een lange hals... en zonder op de rand van kistje of houtstapel te stoppen, vloog onze zwarte vriend de wijde wereld in! Zelfs tussen twee hoge sparren door,, hoe langer hoe zekerder ging de vlucht' de vrijheid in. Ik kan niet in woorden uitdrukken, hoe diep mijn vreugde en dankbaar heid was, dat het gelukt was, dat Peter gezond weer zijn eigen leventje mocht leiden. Dagenlang was er een intense vreugde in me, altijd weer moest ik aan Peter denken en was heel dankbaar, dat het deze keer gelukt was, om een verongelukt diertje erdoor te halen. G. ten Bokkel Huinink TJOETJOEKS Mijn kleinzoon Peter is bezig zinde lijk te worden. Vol trots rent hij van het toilet de kamer in en zegt triomfan telijk: "al klaar!" Zusje Barbara ziet zijn plassertje onder het hemdje uitste ken en trekt er aan. Zegt Peter: "Niet doen, zit vast!" Mijn kleinkinderen zijn gewend in hun "speelkleren" bij mij op bezoek te komen, omdat ze in mijn tuin in de boom mogen klimmen om er een boom huis, "uitkijkpost" in te bouwen. Eens was Mick al te slordig gekleed volgens zijn vader. "Mick, je kunt toch niet in die vodden naar Owa gaan?" ,,Ach, Owa loopt toch ook in vodden." (Dat komt ervan als Owa niet kenès is en altijd gampang gekleed wil gaan). De naam OWA kreeg ik van mijn oud ste kleinkind, de andere grootmoeders van mijn kleinkinderen heten gewoon OMA. Verwarring dus uitgesloten. Emilie Intveld UITKOMST - TOEKOMST Zondagavond voor de TV toonde Pa- noram'iek hoe slecht onze wereld er voor staat hoogstens nog 30 jaar te leven. Ik zit naast mijn man op de bank en naast hem onze tiener-doch ter. Ik snuif en kreun soms hardop als ik weer iets naars hoor en zie en maak aanstalten om hun in hemelsnaam af te leiden, want voor ons meiske vind ik het ronduit afschuwelijk wat een toekomst! Plots buigt onze dochter zich naar mij over, en terwijl ze mijn arm aan, raakt zegt ze vol vertrouwen en met grote geruststellende ogen: "Niet gek Mams, kom ik toch lekker vlug bij jullie in de hemel!" Mijn hart sprong op, ik lachte haar dankbaar toe. De mensheid blijft ho pen, zo vat ik haar antwoord op, in het eeuwige goede. "Stuivertje" Voor Juwelen en Uurwerken als van ouds naar Laan van Meerdervoort 520 Den Haag - Telef. 33 64 41 DE VERVUILING EN WIJ (1) Aangezien mijn man de controle heeft over verscheidene rioolwater-zui veringsinstallaties, weet hij welke stof fen afgebroken kunnen worden en wel ke niet of heel moeilijk. Synthetische wasmiddelen zijn o.a. de grote boos doeners. Om een bijdrage te leveren aan de milieuhygiëne bad ik me met gewone toiletzeep en geen Badedas of Douche fris of hoe ze verder nog heten. Mijn was doe ik nog op ouderwetse manier met zachte, groene zeep of sun light. 't Heeft dan wel de bekende grauwsluier en eigenlijk zou ik nog tex tiel deodorant moeten gebruiken. Maar voor mezelf weet ik, dat mijn goed schoon is en dan vind ik 't best. Het spoelwater benut ik om 't tegel pad bij de voordeur en de plaats ach ter het huis te schrobben. Daarvoor hoef ik dan geen kostbaar drinkwater te verspelen. De omwas doe ik met zo weinig mo gelijk wasmiddel. Is het nodig dat het schuim de teil uitvliegt? De spuitbus op de WC is vervangen 20

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1971 | | pagina 20