hadden we nog contact met onze dier baren middels correspondentie. Zo naderde alras de maand december, de maand bij uitstek voor de familie feesten als Sinterklaas, Kerstmis en Oud en Nieuw en iedere Indischman weet, hoe intensief deze feesten wer den gevierd in het vooroorlogse Indo nesia! leder van ons was op zijn manier in deze maand in gedachten extra veel bij zijn gezin en andere familieleden. De meeste "totok" vrouwen waren ook al geinterneerd in aparte vrouwenkam pen, de "Indische" vrouwen leefden nog buiten de kampen. Voor hoelang nog en hoe moesten ze in hun levens onderhoud voorzien? Het kamp gonsde ook van de geruch ten: "De Japanners waren bij Australië tot stilstand gebracht en de Geallieer den zouden binnenkort tot het tegen offensief overgaan, zodat de oorlog niet lang meer zou duren!" Die tegen aanval zou naar onze mening in een tangbeweging plaatsvinden, een via de Noordelijke route en ene via de Zuidelijke route via de Kleine Soenda- eilanden, Java, Sumatra en dan verder richting Tokio!!! Bij ons in het kamp werden in het ge heim de nodige voorzieningen getrof fen en ontstond een ondergrondse or ganisatie om de Geallieerden bij een landing aan de Oostkust van Java daad werkelijk te helpen Zo brak de 24e december 1942 aan, ons eerste Kerstfeest gescheiden van ons gezin. We hadden die dag wat extra rantsoenen gekregen, zodat ieder op zijn manier individueel of collectief een "Kerstdiner" kon maken. Van de Japanse kampleiding had men toestemming gekregen tot het houden van een nachtmis. Deze nachtmis zou worden gehouden in de "pasarloods" op Sanggar. een grote open loods waar in normale tijden pasar werd gehouden en de producten van het land werden verhandeld. Aan een kant van de loods werd het altaar opgebouwd uit tafels en lege kisten, ledereen hielp pastoor van Schalkwijk met het voorbereiden van de H. Mis, de dominee, de hout hakkers, de nog aanwezige kolonisten vrouwen met het strijken van de ge waden en kleden, het plukken van bloemen uit de tuinen ter versiering van het altaar. Zo werd het elf uur in de avond van de Kerstnacht. Het regende nog wat na en de zandige binnenwegen waren nog nat en modderig. Dr. van der Sleen kwam zowaar met een met mensen volgeladen grobak (tjikar) en getrokken door twee lem- boes de hoofdweg van Kesilir naar Sanggar afhobbelen. Aan beide zijden van de tjikar bungelden petroleum lampjes. Doch ook over de galangans en bin- nenpaadjes zag men uit alle richtingen mensen naar Sanggar komen met in de hand obors of tjoepliks, naderbij komend uit de inktzwarte nacht om getuige te zijn van Jezus geboorte. De jongens van de Hacienda del Toros kwamen te paard aan, ze bonden hun paarden aan de stutbalken van de loods vast. Gedurende de Mis hoorde men steeds het gebries en zacht ge hinnik van de paarden. De kaarsen op het altaar werden aan gestoken en de Nederlandse en Japan se kampleiding kwamen aan en gingen op de voorste rij zitten. Het kerkje werd hoe langer hoe voller, ieder had zijn eigen krukje of bankje meegeno men. Tot ver buiten de eigenlijke loods zaten en stonden de geïnteresseerden, meestal in hun schamele kleding de nachtkou trotserend om maar getuige te kunnen zijn van dit zeldzame evene ment. Hier werd het zuiver oecumene gevoel gekweekt, want zowel Gerefor meerden als Hervormden als Katho lieken wilden getuige zijn van dit won derlijk gebeuren in deze serene kerst nacht. Wat er allemaal in de harten van de talrijke aanwezigen omging, ik weet het niet. Maar aller gedachten zullen toch wel gegaan zijn naar huis, naar vrouw en kinderen, naar familie, naar dierbaren zowel in Indië als in Nederland achter gelaten Klokslag twaalf uur 's nachts betrad pastoor van Schalkwijk onder doodse stilte het altaar. Direct daarop zette het koor van de Eerwaarde Broeders uit Malang het aloude "Stille Nacht, heilige nacht" in. Het klonk zo ontroe rend dat alle aanwezigen op de knieen zonken, terwijl de tranen over de ver weerde, stoere mannengezichten rol den. Menigeen werd het te machtig en lag met het hoofd in de handen hardop te schreiende ware zin van het Kerstfeest drong tot iedereen door. Tot nu toe had men steeds bij dit feest te veel aan de materiele waarden ge dacht, de kerstboom, de dranken, de spekkoeken, de speenvarkens, mis schien de grote mand met mertjon, die al klaar lag in de goedang... Nu besefte men pas goed, dat het kerstfeest een hunkering naar vrede is en gaf het iedereen in deze donkere dagen de steun en de sterkte om het leed te dragen, want hoe donker de dagen toen ook leken, eens zou, net Iedere dag een draadje is een hemdsmouw in het jaar. vertaald in het Maleis: Sahen hari satu henang Satu tahun satu kutang. C. A. als de lichtjes van de tjupliks, die in de donkere nacht langzaam maar zeker naderbij kwamen, het licht van de vre de weer doorbreken Met deze zekerheid voor ogen was dit schijnbaar uitzichtloze kerstfeest toch het meest zinvolle van mijn leven ge weest Helaas, direct na Kerstmis werd de situatie grimmiger. Ook de Jap vreesde kennelijk een invasie van de Geallieer den via de Kleine Soendaeilanden. We moesten echter ervaren, dat door verraad in eigen kring, de Kempetai op de hoogte kwam van onze ondergrond se organisatie. Ik zal hier geen namen noemen, doch iedereen, die met mij in Kesilir is geweest, zal weten wie de verraders waren. Gelukkig waren hen niet alle namen bekend. In die dagen moest iedereen in de huizen en barak ken blijven en waarde de Kempetai door het kamp rond. ledereen voelde de adem des doods. De kern van onze organisatie werd ge arresteerd en na "verhoor" door de Kempetai in Genteng geexecuteerd, in totaal, naar ik meen, 22 man, voor wie wij allen diepe eerbied moeten hebben. Zij waren de eerste slachtoffers van het meedogenloze regime. Zonder de anderen te kort te willen doen, wil ik hier volstaan met drie namen te memoreren van drie van mijn persoonlijke vrienden: mijn collega In specteur van Politie Oudkerk Pool, de architect de Lange uit Malang en onze overbuurjongen uit Soembersoeko, La- wang, de jongen Lenz. Zij zijn drie grote kleine boengs, die het allerhoogste gaven voor hun mede mens! Dat zij allen rusten in vrede En Vrede op aarde aan alle mensen van goede willeI W. E. Grashuis Uit een van de vele goed bewaarde foto-albums van de heer Kimmijser: de familie Admiraal boven Lembang te paard. Deze kittige paardjes werden verhuurd in bijna alle ontspanningsoorden in de goe- noeng en er zullen maar wei nig lezers zijn, die in hun Indische leven niet minstens één ritje ermee gemaakt heb ben

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1971 | | pagina 6