TANDJONG PRIOK Er is een gouden schittering in het water, er dansen kleine feesten in de lucht. Dan slaan de koude geesten op de vlucht, die om de schepen zwerven, met geschater. De loopplank naar de kade blijft nog lokken; naar wat ik achterlaat een houten brug - Ik ben aan boord - en kan niet meer terug - De loopplank wordt voor altijd ingetrokken. Geboortegrond die ik nooit zal vergeten; dit zonne-eiland blijft voor mij bestaan. En mochten hel en hemel eens vergaan - van Java zal ik het niet willen weten! Henk de Gelder Sorry als we van de hak op de tak springen, maar elke dag bracht weer nieuwe gebeurtenissen en ervaringen en aanleiding om over te praten. Zo bijv. op een rondrit door de oude stad zie je de Kali Besar als een ta melijk verlaten en nogal smerige wijk, vuil water en verwaarloosde gebouwen. Toch staan er nog veel van de oude kantoren overeind, ook het ophaal bruggetje aan het eind van de gracht tegenover het oude kantoor van Mac- laine Watson (nu door anderen ge bruikt), de Portugese buitenkerk, het oude stadhuis, het oude museum aan het stadhuisplein, ja, er is nog wel iets uit de VOC tijd over. Priok is een hele stad geworden, onderweg langs de Antjolweg cousta- teer je dat in de moerassen aan de overkant van het water diverse amuse mentsparken (met de nodige goktenten) zijn verrezen. De oude Dierentuin is tegen de grond gegaan en veranderd in een up to date modern recreatiecentrum de Taman Is mail Marzurki, met liefst 4 theaterruim ten, waar elke maand een goed pro gramma wordt geboden van Indone sische en Westerse kunst, tentoonstel lingen, enz. We bezochten een concert van het Djakartaas Philharmonisch Or kest, een lofwaardige poging, maar zwak, een Wajang Wong voorstelling die voortreffelijk was, een modern In donesisch protest theater van Rendra, tamelijk tam in vergelijking met wat we daarvan in Europa zien maar wel een bewijs, dat de jonge generatie niet alles klakkeloos neemt en naar nieuwe vormen zoekt. Er is een nieuwe Dierentuin nabij Pasar Minggu, uitmuntende vooral door aanleg en beplanting, een aangenaam wandelpark, met een moderne, ruime behuizing voor de dieren. Ronddolende mis je hier en daar de oude bekende pasars, zoals Senen en Tjikini". Die en andere, zijn afgebroken en op de plaats of er vlakbij, zijn nieu we, grote verdiepingscomplexen ge bouwd, die misschien wel minder pito- resk, maar toch wel weer een eigen gezellige sfeer aan het kweken zijn en waar je met genoegen je koppie toe broek of glas tjendol slurpt. Bij dit alles mogen we hen niet ver geten, die dit nu niet meer mogen aan schouwen, de heengeganen, de kerk hoven. Een van onze eerste bezoeken gold Djati Petamburan, waar we het graf van onze (schoon)moeder bezoch ten, wel wat verwaarloosd, maar toch duidelijk intact. En aan het graf van een van onze beste Indonesische vrienden op Kebajoran Baru woonden wij het gebed bij dat gehouden werd met de familie. En Menteng Poelo, de Eregraven, prima verzorgd met vrien delijke verzorgers (die natuurlijk niet afkerig zijn van een kleine bijverdien ste), en waar Generaal Spoor ligt te midden van zijn soldaten, en waar we het relaas kregen van het bezoek van de Koningin. Nog even weer een ritje naar Priok. De Jachtclub is er nog, voor een kwartje mag je naar binnen, en je zit heerlijk uit te waaien op het "platje", ze bou wen er zelfs een heel nieuw clubge bouw met verdieping bij, het nieuwe publiek heeft zich ook hier gevestigd. Probeer vooral niet te veel te ver gelijken met "toen froeher" of tempo doeloe". Natuurlijk zie je echter in het tegenwoordige wel het vroegere, maar probeer je los daarvan te voelen. Traöht Indonesia, Djakarta, te zien met neutrale ogen, misschien wel alsof je er voor het eerst komt, in dit Djakarta dan. Beschouw daarbij het oude Dja karta als een andere stad, een ander land, uit een andere tijd. Tracht de goede dingen vast te houden, de vriendschappen vooral. We hadden tij dens ons verblijf geen ogenblik "hart zeer" we hebben alles aanvaard zoals het nu is, vooral ook de nieuwe Indo nesische samenleving. Zoals overal, mensen van goede wil en van een be paald niveau, vinden elkaar overal ter wereld. Nog een woordje over "buiten". We hebben niet alleen de stad gezien, we zijn ook naar buiten geweest. De laat ste week van ons eerste verblijf van een maand hebben we gelogeerd bij een goede vriendin in de omgeving van Pasar Minggu. Wat was het daar heer lijk. Na de hitte en het kabaal van Dja karta, het echte landelijke van rijstvel den, vruchtentuinen, landwegen, kleine bedrijfjes, rust, stilte, soms 's avonds zang en gamelan uit de dessa. Dat is het echte, onveranderlijke, Indonesia, met de krekels en de godoks. We hebben ook enkele fijne ritten gemaakt, naar Bogor, de plantentuin, met een opgewekt zioh goed gedra gend Indonesisch publiek en zeldzame buitenlanders, nog altijd even mooi en goed verzorgd. Verder op naar Telaga Warna, de Poentjak, Tjibodas, Tjipanas en terug via Tjiandjoer, Sukabumi, Tji- gombong, met onderweg de eerste harde regens van de beginnende West moesson, echt weer Indonesia, ook wel van vroeger, want de natuur ver andert niet. Uitstapjes naar Tjiawi, Tji- kopo, Tjibubur met een stevige terrein- rit per "iron horse'" (Toyota jeep, Toy ota beheerst het verkeersbeeld). Te veel bijna voor die ene maand, en die Amerikaan kon niet begrijpen dat we langer dan twee dagen in Dja karta zouden kunnen blijven. Na onze tournee over Java komen we er nog een paar weken terug, en dat zal nog wel aanleiding zijn voor een paar aanvullende notities. Frans van der Veer FOUTE ADRESSEN Er is (zoals vele lezers gemerkt hebben) de laatste maanden, (sinds wij op compu- terisatie zijn overgegaan voor de adres sering), een onstuitbare stroom fouten in de adressering gekomen, die wij aanvan kelijk geduldig slikten om de computer-be dieners in staat te stellen ingewerkt te ra ken. De stroom fouten blééf echter door gaan ondanks de verzekering dat compu ters geen fouten kónden maken. In elk geval zijn ook oude abonnees zó djèngkèl geworden (van nu eens dubbel en zelfs driedubbel ontvangen, endan weer helemaal niet, om nog maar te zwijgen van adressen die kéér op kéér fout "verbeterd" werden), dat zij woedend voor ons blad bedankten. Ze geloofden doodgewoon het "smoesje" niet dat de computer de schuldige was en meenden dat er op onze administratie maar wat "gelapswanst" werd. Ruzieën heeft geen zin. Maar wij nemen het resoluut op voor de mensen van onze administratie die "akelig" precies zijn en hun werk met alle erst doen. E.e.a. heeft echter tot gevolg gehad dat wij in het begin van 1972 overgaan op de totale adressering en administratie in eigen huis. Meer werk, dat is waar, maar dan mag iedere lezer ons op het stoepje roepen als er iets fout gaat. Het zal drie maanden du ren vóór wij geheel zijn overgeschakeld. De Redactie. GROMBOLAN Onder de vele frappante gelukwensen die we van onze lezers kregen, trof ons deze, waarbij die gelukwensen werden aan geboden door de Grombolan Leander - Flissinger. Twee oer-lndische namen die iedereen kent - en dus natuurlijk een echte ouwerwetse grombolan hebben! Houë zo, lui! En banjak selamat kembali!

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1972 | | pagina 10