DE AMBONNEZEN
Jos. van Arcken
Periodiek wordt er in de Nederlandse pers (tot in de ingezonden brieven toe) nijdig of
chagrijnig uitgevallen tegen de Ambonnezen, die werkelijk "het onbegrijpelijkste volk ter
wereld" schijnen te zijn. Dat Ambonnezen in tijd van oorlog of nood strijdbaar zijn als
geen ander, vindt men tot daaraan toe. En dat de Ambonnezen niet bij Indonesië willen
horen, vinden velen zelfs prachtig.
Maar dat de Ambonnezen niet als brave
kruideniers en pennelikkers tam willen zijn
in tijd van vrede, dat vinden alle Neder
landers meer dan erg. Ook die knappe
sociologen, die al naar het zo te pas komt,
over assimilatie of integratie jeremiëren,
hebben met hun cijfers-geverij voor goed
gedrag echt veel last met de Ambonnezen.
Zoals U weet staan van alle vreemdelin
gen in Nederland (die naar de schone naam
luisteren van allochtonen!) de Indo's er het
best op. Ook al mochten zij dan graag den
ken dat ze echte Nederlanders zijn, volgens
sociologische en ethnologische maatstaven
zijn zij toch heus wel "vreemdelingen",
hoor! En in een recente sociologische
studie hebben Ambonnezen de qualificaties:
integratie: slecht, assimilatievooruitzichten:
slecht.
Nou, nou, Ambonnezen staan dan toch
wel een beetje onderaan de cijferlijst, want
assimilatie zit er amper niet bij en boven
dien willen ze graag vechten! Dus zich ,,zo
ongeveer gedragen als straat-tuig"! Bij zó
veel sociale zorg! Te erg!
Wat voor soort mensen zijn de Ambon
nezen dan? Wel, als U het soort wil terug
zoeken in de historie, kijk dan niet bij boe
ren of industriëlen, handelaren of vissers,
maar bijkeurtroepen. Want die hebben
de hele geschiedenis van de mensheid door
bestaan. Niet in Nederland, dat zelfs in de
80-jarige oorlog o.a. Hessen huurde in
Duitsland om zijn oorlogen te voeren. Maar
we moeten denken aan b.v. Mamelukken,
Spahi's, Ghurka's, keurtroepen bij Europese
troepen als de Mooren-fanciers in Spanje.
Zelfs de cohorten der Romeinen hadden
Germaanse vechtkorpsen. En hadden de
"hoog-culturele" Grieken hun Spartanen
niet? Als we alleen in onze jongste geschie
denis rondkijken, vinden we de "Merce-
naires", blanke vecht-soldaten in Afrikaan
se Neger-legers. Het typeert overigéns de
mercenaire moderne Europeaan wél om de
blanke bataljons van vechtsoldaten "mer-
cenaires" te noemen.
Maar als er inderdaad "een goede grijp-
stuiver" te verdienen valt met vechten,
waarom zit dan niet elke rechtgeaarde
handelsman in Afrika?
Omdat dit „vechten op leven en dood" is,
waar echte krijgers wél hart voor hebben,
maar echte handelaren natuurlijk niet! Neen,
wil men toch op de wereld zoeken naar
andere volken die erg dicht bij de Ambon
nezen liggen, dan zijn dat de Zuid-Amerika
nen, die in deze moderne wereld van gene
ratie op generatie met vrijheids en politieke
oorlogen opgegroeid zijn. Reis in Mexico
rond en lees straatnamen als guerrero,
guerilja, guerra, namen van veldslagen en
generaals en U weet: hier leven mensen
voor wie het strijden op leven en dood een
levenslust is, hoe gek het ook klinken mag.
Hollandse straatnamen vertellen niets
over generaals of oorlogen, wél over wet
houders en partijvoorzitters. Dit wordt niet
gezegd om te spotten, maar om een rustige
waarheid rustig op papier te zetten. In ver
gelijking met Mexico was Ned. Indië een
boel vrediger, maar de koloniale oorlogen
hielden toch wel continu een klein maar
goed geoefend legertje op de been. En
daarin dienden de Ambonnezen het meest.
En vrijwel van vader op zoon zijn de Am
bonnezen meegetrokken met de legerkam
pen van het KNIL, terwijl hun vaderland
dromerig in de intens blauwe Bandazee
lag, zonder handel, industrie, landbouw of
veeteelt.
Het beeld is duidelijk.
Hoe dan ook, dit dromerig in het azuur
liggende eilandengroepje, kon door de aard
van dit geografisch Noodlot niet handels
man noch boer worden. Het bood geen
enkele basisstructuur voor de regelmatige
vorm van een normale maatschappij. En
omdat men niet verhongeren wilde, teken
de men bij het leger. Generaties lang! En
ontstond op den duur een volkje dat geen
wortel schoot bij de Javanen of de Atjehers,
noch bij de Boniërs of de Bataks. Het was
als een schijnbaar eeuwige Tocht der Tien
Duizend altijd op stap.
Kinderen werden geboren in kazernes of
bentengs. De zang die zij al vroeg leerden
was krijgszang. Van het Manisee bij voor
beeld. Van liederen met refreinen als:
Soenggoeh mali, djadi orang serdadoe,
Soenggoeh mali, djadi serdadoe!
(Zeker zult ge sterven als ge soldaat wordt,
Zeker zult ge sterven als soldaat)
en zelfs "vredes-volksliederen" hebben
woorden als:
"Tanah Ambon
Tanah toempah dar ah,
Djangan loepa
Bapa dan saudara!"
Want zoals eerder al gezegd werd: de
Ambonse soldaat groeide niet op met de
droom van een eigen huisje of een eigen
toko. Hij was altijd "op mars", met kleine
expeditietjes op kleine KPM-ertjes naar
verre stranden, teroes op mars met vrouw
en kinderen naar bentengs toe, diep in
wildernissen - waar kan je je dan elders aan
vasthechten als alleen aan je ouders en
broeders? Welke andere bestemming is er
in het leven dan het vergieten van je eigen
bloed?
Hoe schrikbarend fout zijn da mensen die
het vechten van Ambonnezen vergelijken
met dat van straattuig (al weet men mis
schien niet beter in een oorlogloos land).
Straattuig zit in onze Nederlandse historie,
vanaf het Kaas en Broodvolk tot het neer
knuppelen op Het Groene Zoodje door Ha
genaren van de gentlemen Jan en Cornelis
de Wit, tot de laatste rellen in Amsterdam.
Dat is een koele waarheid.
Waar de Ambonnees al direct mijlen ver
boven de straatvechter uitsteekt, is zijn in-
Voor Juwelen en Uurwerken als
van ouds naar
Laan van Meerdervoort 520
Den Haag - Telef. 33 64 41
geboren begrip voor discipline. Terwijl het
beeld dat van de nederlandse soldaat uit
de kranten spreekt, een beeld is van onwil
om te dienen, sabotage, obstructie, gezags
ondermijning en „Steeds-Meer-Soldij" to
ver mercenair gesproken!...). In^vele op
zichten liggen de Hollander en de Ambon
nees al generaties lang 180 graden uiteen.
Topkwaliteiten zijn voor de Ambonse
krijger: Trouw, Vermetelheid, Doodsverach
ting, Audaciteit, Gehardheid, terwijl de Hol
landse burger! (let op het verschil tussen
krijger en burger!) altijd bereid is om overal
"over te praten" en dus het ideaal van
Ambon even gemakkelijk verzaakt als nu
het China van Tsjiang Kai Shek. Als Ne
derlander vindt ook elke Indische Neder
lander dit niet bepaald fraai, maar hij ac
cepteert het als een "state of mind" die
schuldbewust geaccepteerd moet worden.
Tegenover het "steeds ouder en welver
zorgder leven met Drees" staat het korte
"brani mati" van de Ambonnees. Al wordt
hier nog zóveel over gepraat en met ge
wetenswaarden "gemazzeld", deze uiter
sten komen niet bij elkaar.
Ik denk aan de tijd toen ikzelf pas in
Holland kwam en "Tjies" en "Tjoek"
schreef. Een letterkundige zei toen: "Wat
heerlijk schrijf jij! Net een ongetemd, wild
paard!" En ik vroeg droogjes: "Weet je
hoe dat paard leven moet tussen de kas
sen van Holland?" Daar bleef hij uiteraard
het antwoord op schuldig.
Ik wéét het antwoord: niet rennen en
springen, niet trappen. Langzaam oud en
tarn worden. Dat doe ik ook.
De audaciteit van de Ambonnees kan
alleen in verscheidene generaties rustig
kalmeren. Wat wij nu doen, is forceren.
Dat geeft "brokken"!
Wie al te gauw die "audaciteit" aanmer
ken wil als barbaars, denke slechts aan de
wapenspreuk van een der beschaafdste vol
ken van Europa, de Fransen, levend in de
leuze van de officiersschool van St. Cyr:
"Toujours l'audace, toujours l'audaceü
Cultuurwaarden zijn geen praatzaakjes,
maar levende (en explosieve) realiteiten!
Er zou theoretisch alleen één oplossing
zijn voor de Ambonnees: dat hij nog enke
le generaties lang in keurcorpsen of expe-
ditionnaire machten geformeerd en getraind
blijft. Mocht ooit Europa rumoerige tijden
tegemoet gaan van gezagsvijandige elemen
ten die rovend en plunderend stad en land
aflopen (denk hieraan later terug!) dan zal
één kleine kern van Ambonnezen de orde
in korte tijd kunnen herstellen.. Dat geldt
ook voor Indonesië en voor elke staat die
zich voortbeweegt door de Historie: ge
vechten zijn er afwisselend, maar de ge
boren vechter leeft dwars door oorlog en
vrede heen.
Zelfs al zou men de Ambonnezen alleen
willen zien als een anachronistische "staat
in de staat", dan nóg zal men, als men de
Nederlandse maatschappij zou bekijken
vanuit het standpunt van deze Ambonnees,
tegen wil en dank komen tot andere con
clusies. Want afgezien van de welvaart en
de sociale wetten heeft deze maatschappij
toch een schrikbarende "straflijst" van
ontucht, misdaad, immoraliteit, bendewezen,
sex-overlading, perversie en nog een paar
handenvol kwaliteiten die óf "tolerant" be
dreven worden óf aanvaard als normaal
cultuurpatroon, en waarvan de frontpagina's
van de bladen dag in dag uit vol staan.
Is het dan zó vreemd dat een militant
volkje verlangt naar een "heilstaat", waarin
de mens schoner leeft met een vrijwillig
aanvaarde zelfdiscipline? Ook Frederik van
14