Herinnering aan oudje capte tijger zo spoedig aan zijn einde kwam. Want na de honden en geiten zou hij waarschijnlijk door honger ge dreven mensen slaan. Een half jaar later zouden Dolf en Rudi onder hachelijker omstandigheden hun tweede tijger schieten met de kaliber 20. (Wordt veiwolgd) Giesting Gesticht door het IEV in Zuid Sumatra. Kaliber 20 Jachtgeweer met z.g. gladde loop (lopen) van het kaliber 20. (20 ronde loden kogels met een gewicht van 1 Eng. pond van 454 gram totaal hebben het kali ber 20.16 ronde loden kogels met een to taal gewicht van 454 gram hebben het kaliber 16.) ajam alas boskip, tjeleng wild zwijn ngobrol gezellig keuvelen, balé-balé houten of bamboe rustbank, kopi toebroek zwarte koffie matjan tijger katjong Javaans knaapje Pak! Pak! Vader! Vader! wonten matjan er is een tijger! (helemaal juist zou zijn: Wonten simo) ndjeroom ndjeroem. Djeroem op de grond liggen rusten, of gaan liggen van een viervoetig dier. nang endi waar? ngandap kopian ngrikoe daar beneden bij de koffietuin botjah angon veehoedertje tani landbouwer Bayard Jachtgeweer van Belgische ma kelij. (Bayard-Pieper-Ed. de Beaumont Francotte - Lebeau Couralli e.a.) Berang kapmes loperpatroon metalen of papieren jacht patroon geladen met lopers, ook wel bal letten genoemd. Dit zijn ronde loden kogel tjes van 6 t/m 9 m.m.. Hiervan gaan er een zeker aantal in een huls. Spreidschot en absoluut dodelijk! Bougnetkogei loden kogel speciaal ge maakt voor gladloopgeweren. Betere soor ten zijn: Standebach Ideal, Brenneke. peloeroes kogels (hier kogelpatronen) Nikoe! Daar! Mroetoe zeer kleine soort mug. HET GRATIS ABONNEMENT Dit jaar werden door vele abonne's weer gratis abonnementen aan Tong Tong cadeau gedaan voor hen die in zodanige financiële moeilijkheden zijn gekomen dat zij een jaarabonnement niet meer kunnen opbrengen. Maar wederom tot ons verdriet hebben wij gemerkt dat er lezers zijn, die zulke spontaan aangeboden hulp weigeren. Soms zonder opgaaf van redenen, soms omdat men "uit principe" niets cadeau wil hebben. Ook niet van Uw broer of zuster? En zijn wij niet allemaal "adiks" van Tong Tong? Het is toch ook Uw vriendschapsopvatting die maakt dat ook U een gratis abonnement zou willen afstaan aan een lezer die het niet kan betalen? Laat dan degene die U bedenken wil, niet teleurgesteld staan. U bereidt de (vaak liever anoniem blijvende) schenker een bijzondere vreugde als U zijn hulp aanneemt. En doet er Tong Tong geen enkel nadeel mee, want dat abonnement IS immers al betaald? Kan dus toch niet "leeg in de lucht hangen"? En wij weten dat als U later door een lot uit de loterij of wat ook in staat gesteld wordt om U weer te abonneren, U direct present zult zijn. Alles wat wij dus doen willen is U intus sen in onze gelederen houden. All right? All right! De armpjes uitgestrekt, met wagge lende pasjes liep de kleine man naar zijn oude baboe toe, met zijn lief hoog stemmetje haar naam stamelend: "Mah, Mah". Nauwkeurig toekijkend, of geen kuil of steen hem kon doen struikelen, zat ze op haar hurken, gereed hem op te vangen, terwijl haar gerimpeld gezicht straalde en lachte, toen Baby zonder ongelukken haar bereikte en met een gilletje haar baadje met zijn mollige handjes vastgreep. "Njootje soedah pienter, soedah bisa djalan, soedah knappe jongen," lief koosde ze hem, haar oude stem in een mengelmoesje van Hollands en Maleis. "Tjoba lagi". Het kindje liep weer vooruit, thans met grotere pasjes en zo vlug als haar oude benen het toelieten, liep ze ach ter hem aan. Vanuit de voorgalerij had ik het to neeltje gadegeslagen en bepeinsde hoe hard het mij zou vallen Oudje mede te delen, dat de dokter ons had afgeraden, haar naar Holland mede te nemen. "U moet het natuurlijk zelf weten," had de medicus gezegd, "maar ik sta er niet voor in, dat ze de overtocht haalt; het beste is het Oudje maar kalm hier op U te laten wachten." Het was een vreselijke teleurstelling geweest. Een vreemde jonge baboe te moeten medenamen, die waarschijnlijk bitter weinig om de kinderen zou geven en meer zou denken aan de hutjongen, dan aan de haar toevertrouwde kinde ren, zie, dat denkbeeld verschrikte me. Door de goede zorgen van Mah was mijn leven tot dusverre zo aangenaam geweest en had ik zelfs een enkele keer kunnen genieten van een uitgang naar Sociëteit of bioscoop. Lief Oudje, hoe dikwijls had ik haar 's nachts, als baby niet lekker was, bij het minste geluid van hem, zien o- vereind zitten, zacht neuriënd een van haar oude Inlandse melodietjes, trach tend hem weer te doen inslapen en wanneer dat niet lukte, hem, rijdend in zijn wagentje heen en weer in de stilte van de nacht, totdat de moede oogjes zich weer sloten. Zich geheel voegend naar mijn wen sen, die nooit weerstrevend, was ze een model-Kindermeid geworden. Ze wist, dat ik haar vertrouwde en was trots daarop. "Baboe mari sini." "Saja kandjeng", gaf ze beleefd te rug. Ze hurkte naast me, geduldig af wachtend, wat ik haar te zeggen had. Baby, op mijn knie, kirrend en kraai end greep spelend naar haar. "Baboe moet eens goed horen, wat Toewan dokter gezegd heeft. "Baboe is al oud, heel oud en de Toewan dok ter vindt 't niet goed dat Baboe mede- gaat op reis. De Negri Blanda is zo ver en zo koud. Baboe zou ziek worden en sterven." Tranen waren in Oudje's ogen ge schoten en opeens begon ze zacht te snikken. "Biar Kandjeng Njonja, laat mij maar sterven. Ik wil liever dood, als ik maar bij U en de kinderen mag blijven. Acht jaar ben ik nu al bij U en wat moet Baboe doen hier alleen", huilde haar oude stem. "We zullen goed voor je zorgen Baboe, je mag naar je familie gaan en al die maanden, dat we weg zijn, krijg je geld en als we terug komen, dan mag je ons van boord komen halen." "Als Kandjeng Njonja terugkomt is Baboe allang dood," profeteerde ze, nu weer schijnbaar kalm en gelaten. "Soedah, minta permissie". Ze stond op, een oud gebogen vrouwtje en ging langzaam heen. Een maand later stoomden we de haven van Soerabaia uit, uitgeleide ge daan door vele vrienden. En terwijl heel langzaam het grote schip zich van de wal losmaakte, stond ik naast mijn echtgenoot en liet Baby wuivende bewegingen naar de wal ma ken. Mijn ogen zagen onder die velen daar, slechts haar, het kleine Javaanse vrouwtje, de trouwe baboe, van wie het mij zoveel kostte afscheid te nemen. Wie zou geloofd hebben, dat mijn snikken haar golden? C. Cassuto-Winkel NOMEN EST OMEN Naast mevrouw Visser is een nieuwe buur komen wonen, de heer Van Ever- dingen. Natuurlijk stuurt mevrouw Vis ser direct haar baboe er op af om te informeren hoe de nieuweling heet. Baboe komt terug: "Ini toewan nama- nja Pamèpper..." (Overigens is dit niet de eerste keer dat Baboe Minah met namen moeite heeft. Mevrouw Van Beelen noemt zij altijd Njonja Pakbillen. Nou vraag ik UI). WOLVEN Elvire komt voor het eerst bij de tandarts, die vraagt waar ze voor komt. Zij: "O, dokter, ik heb veel wolven in mijn tanden SPREEKWOORD Ollèh, op jacht, komt aan 'n ravijn. Heel diep beneden, onhoorbaar murmelt het water voort. Ollèh staat lang wijsgerig na te denken en zegt eindelijk in zich zelf: "Betoel! Stil de water; hront nja diep..." 19

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1972 | | pagina 19