BESTE NIEUWJAARSWENS
HELAAS...
ORIËNTERING
VAN FORMAAT
MALOE BETOEL
gestorte pondoks en al spoedig laaiden
de vlammen metershoog op. Paul de
Gruyter vond een vat met een restant
olie, daar door de Jap achtergelaten,
en rolde dit deskundig met open afslui
ter in de vlammen. Het effect was ge
weldig! De vlam laaide misschien wel
10 meter hoog en voldaan stonden we
eromheen te zweten in de gloed.
Het was een soort van Kerstvuur!
Bij de buren wekte dit echter jaloezie.
Er klonken een paar schoten en kogels
ketsten in de takken van de bomen.
Dat bedierf de lol en we lieten het
maar weer uitgaan.
Terug op de voorgalerij kwam er toch
wat meer stemming. Onze twee storm
lantaarns brandden en ieder haalde de
eigen kleine oliepitjes (klapperolie)
daar bij als een soort feestilluminatie.
Maar de drank werkte ook en naarmate
sommigen luidruchtiger werden, begon
nen anderen zich terug te trekken. Op
de donkere galerijen en in de kamers
zag je stille donkere gestalten. Een
enkeling probeerde bij één enkel olie
vlammetje een brief te schrijven naar
huis...
Ik ging naar buiten. Er waren meer ge
daanten in de tuin en we slenterden
naar zee.
"Zullen we een wandeling maken?"
Wandelen kon je langs de kustweg,
maar we liepen langs de smalle strook
strand. We liepen ver, uit het gezicht
der lichten, tot waar het gerucht uit de
bungalows te loor ging in de geluiden
van de nacht en het ritmisch gekabbel
van een nauwelijks rimpelende zee in
een volmaakt windstille avond.
Als een zwart massief rees het silhouet
van klappers en rubberbomen aan onze
linkerhand. Groots in eeuwige schoon
heid straalde de tropische sterrenhe
mel boven ons en als een vage zwarte
vlek met enkele lichtglanzen lag aan
onze rechterhand de zee met een enke
le maal de lichten van een passerend
schip in de verte.
We waren met vieren; Arthur Winke
laar, Henk van Diggelen, Ab van Zijl
en ik, en we zwegen.
Ab vond het eerst een stukje spons
met gloeiende puntjes; lichtgevende
zeediertjes. En bij goed kijken bleken
er veel te zijn. De lichtstrepen in de
branding kwamen soms gedeeltelijk uit
het water zelf. Ook drijvend hout en
vruchten en schelpen in het zand wa
ren soms omgeven door de wazige
glans van de glimdiertjes. De zee be
gon te lichten.
Geboeid keken we toe en drentelden
verder totdat Henk zei "Ik ga zwem
men" Zwembroeken hadden we natuur
lijk niet maar dat gaf niet. Toen ik het
water instapte gloeide de zee op rond
mijn voeten en ik probeerde of ik met
spatten of roeren meer lichtschijnsel
zou kunnen veroorzaken. Soms wel,
soms niet. Ook rond mijn maats was
het lichten wazig en onbestendig.
Ik nam een heerlijke duik in dieper
water. De geluiden verdwenen op slag,
behalve die van de branding. Langs de
De beste nieuwjaarswens voor 1972
ontvingen wij van abonnee K. van Dijk,
die ons twee kantjes vol adressen van
Indischgasten toestuurde, waar we dus
proefnummers naar toe konden sturen.
Onze enthousiaste dank. Ook al is
soms de "oogst" schraal, d.w.z. twee
of drie abonnees, via zulke nieuwe
lingen komt vaak een "rèntèng" nieuwe
abonnees binnen!
Als U twijfelt, denk er dan aan dat
in ons abonneelegioen nog duizenden
adressenboekjes rondhangen, en dat
wij maar zesduizend abonnees hebben
op een derde miljoen Indischgasten!
We geven toe: daar is maar een be
perkt percentage van de leeftijd die
Tong Tong appreciëren kan, maar alles
bij mekaar ligt er nog steeds een ver
overingsterrein braak. Met U samen is
daar een flinke prairie mee af te gra
zen!
...kwamen ettelijke inzendingen voor
ons kerstnummer te laat binnen en zijn
dus blijven liggen. We weten niet wan
neer we ze zullen opnemen, in de ko
mende weken of het volgend jaar pas.
Enfin, wat in het vat zit, verzuurt niet.
Dan hebben we volgend jaar alvast
wat om vroeg mee te beginnen. En
voor lezers van dit blad gaat elk jaar
ongemerkt snel voorbij!
Nu we het nieuwe jaar opgewekt en vol
moed in gaan, is het toch wel even goed
het formaat van onze kleine kantjil Tong
Tong nadrukkelijk vast te stellen.
Wij zijn een klein blad en onze N.V. is
een kleine N.V. Grote kapitalen staan niet
tot onze dienst en grote risico's mogen wij
niet dragen. Wij zijn zoals dat heet een
"kleine zelfstandige", dat is het soort maat
schappijtjes, die er het vorig jaar (in 1971)
behoorlijk van gelust hebben.
In de loop van het vorig jaar zijn die kleine
zelfstandigen over de kop gegaan met een
gemiddelde van dertig per dag (sic!) en nóg
hoort men niet eens de stille klachten van
deze zelfstandigen. Eén ervan is, dat buiten
het normale werk tot 250 extra-uren per
maand werk verricht wordt zonder betaling,
voor het na sluitingstijd bijwerken van
boekhouding, correspondentie, administra
tie, enz. enz., waar grote zaken altijd wel
een paar mannetjes voor kunnen betalen,
maar Kleine Boeng TongTong natuurlijk niet.
Aan de andere kant is juist daarom de
leiding van dit blad zo dankbaar voor de
trouw en volharding van zijn lezers en de
voortdurende bereidheid om bij te springen
in elke financiële en morele nood.
zandbodem voelde ik een zwakke
stroom en roerloos liet ik me uitdrijven.
Toen keek ik naar boven en schoot in
de lach. Dat betekende onder water
dat ik bijna stikte en uit man en macht
naar boven moest om uit te proesten.
Ik had boven me mijn kameraden zien
rondzweven als echte lichtglanzende
engeltjes tegen een zwartfluwelen ach
tergrond. Het was fantastisch!
Keer op keer doken we om dit wonder
te zien; met de grilligheid de natuur
eigen was het er soms heel duidelijk,
soms helemaal niet. En met alle vro
lijkheid die het bracht, verdween toch
niet het geheimzinnige van dit vreem
de stille licht daar onder water in die
donkere zee, ver van het gedoe der
mensen.
Het was ver na middernacht toen we
kalm zijn teruggekeerd, afgekoeld, rus
tig en stil. Ikzelf vervuld van vredige
gedachten en stille verwondering.
Dat was onze Kerstnacht 1945.
Ik denk er nog wel eens aan als iemand
het over engeltjes heeft.
Ik weet hoe ze eruit zien.
Jan Hanhart
Ettelijke Tong Tong's geleden werd in een
nummer de suggestie, tevens de opwekking,
gedaan van je snoep-rook-of pretpot, elke
week een kwartje af te houden, dat in een
tjègelèngan te deponeren en 't zo verkregen
bedrag elk kwartaal of halfjaar over te ma
ken ten bate van het FONDS 60.000. Simple
comme bonjour dus, alleen djangan loepaeh.
Helaas maakte ik mij aan het laatste wel
schuldig m.a.w. "akoe lali". Zo werd ik mij
er plotseling van bewust een achterstallige
debiteur te zijn en zelfs op het randje af
een "dubieuse debiteur". Toen dat tot mij
doorgedrongen was, kwam als klap op de
vuurpijl die verontwaardigde uitbarsting,
van Mr. X (zie T.T. No. 9, d.d. 15 Nov. '71)
en voelde ik mij gewoon "di-sentak".
In november 1969 werd het fonds gesticht,
dus zijn er sindsdien 25 maanden 108
weken verlopen, dus bedraagt mijn achter
stand 108 x een kwartje is f 27,In sa
mengestelde interestsommetjes ben ik nooit
sterk geweest, maar op dit bedrag vind ik
een rente van f 8,redelijk, m.a.w. "bikin
boender wordt f 35,
Met nog het schaamrood op mijn konen
heb ik mijn giroboekje gegrepen en op het
biljet f 35.ingevuld en separaat verzon
den. En nu voel ik mij echt opgelucht,
"legoh", net als frewielen op de fiets, hel
ling af.
Om, volgens Bartman, als "Indo", leuk te
zijn, teken ik voor de variatie dit keer met
Si Kalang-Kiboet
P.S. Ajo, wie nog meer heeft "oetang", hij
(zij) volge mijn voorbeeld en beslist "je kèn
weer slamet tidoer".
(Si Kalang Kiboet wordt gefeliciteerd met
zijn sterke geweten! - Red.)
cpiMUiv-% Lp m