Fonteijn Co - Wie heeft een kooi? WIE WEET iSlangen^ GRIJZE, LEGE AVOND Vlamingstraat 5, Den Haag, Tel. 11 66 77 v/h te DjOKJA GOUDEN BRILJANTEN schakelarmbanden markiesringen krintjing hangers slangen oorknoppen colliers gezet in (6 tot 100gr.) 22 karaats goud toesoek konde peniti kabaja van 22 karaats goud MIDO 22 Karaats verlovingsringen polshorloges SEBELAH ROTAN ARMBANDEN VAN 24 KRTS GOUD (mas kertas) TJITJAK broches in 22 KARAAT goud in étui f79.50 franco huis. Ik heb geen kennissen, die naar Indone sië gaan voor een paar weken, anders zou ik aan die vragen er een mede te brengen, 't Zou voor mij een zeer groot genoegen wezen, daar ik een "Perkoetoet" van ie mand kan overnemen. Doch 't kooitje is voor een Kanariepiet, waar de arme vogel zit. |k zou er in zekere zin aanspraak aan hebben, daar ik als eenzame in pension bivakkeer, op een kamertje. Ik ben in febr. a.s. 75 jaar, wellicht, dat ik door dit "ge- luksduifje" nog enkele jaren moge leven samen, met Indische herinneringen. Vroeger had ik er zo'n stuk of 10 rond mijn bamboe hutje in Kampong Sirih te Bandoeng en naar overplaatsing Batavia in Kampong Petodjo. Waar vindt men hier in al haar eenvoud van veren, zo'n schoonheid en gratie in houding? Ik weet mij nog goed te herinneren, dat een Chinees (ik schatte hem toen op 50 jaar), die een pracht van een Toko op Tanah Abang (Djokja) had. Hij was eerst maar een arme lingeriever koper, zo hij vertelde. Op een zekere dag vond hij op de weg een gewonde "Perkoe toet": nam hem mede naar huis en ver pleegde haar of hem. Nadat de vogel ge nezen was, gingen zijn zaken steeds voor uit. Hij maakte steeds het woonverblijf voor de vogel mooier, zelfs met hier^en daar blad-goud. Zo bracht zijn liefdedaad aan 't duifje hem rijkdom. Zelfs werd hij in de Chinese Wijk Luitenant der Chinezen. Ik meen, dat hij Thio Sjen heette. Ik kwam vaak bij hem, om over China te horen. Hij speelde op een éénsnarige viool (zal ik het maar noemen) erg mooie malancholieke me- lodiën. Hij deed ook veel goed aan de armen, ongeacht van welke nationaliteit. Toen op passar Senen de Pagode af brandde, liet hij er een nieuwe bouwen. Over die hevige brand weet ik nog heel goed, dat in de asresten, een oud Chinees vrouwtje, geheel ineen gekrompen, het geld- offerkistje bedekte, dat zij had willen red den, alsmede een of ander beeldje. Haar begrafenis was trots dat een wonder grote plechtigheid: wel een 60 dragers. Ja, in ons oude Indië, was veel te bele ven en te leren voor hen, die er oog en hart voor hadden. R. M. Moh. Saleh Jachthoornstr. 3 Tilburg Wie weet het adres van de onderstaande personen, die op 15 februari 1942 per s.s Heemskerck naar Australië zijn vertrokken voor de bewaking van 550 Jppen, (mannen, vrouwen en kinderen) 1. Lt. Schuurman, 2. Barends overleden in Australië, 3. Zijp, 4. Marges verdronken, 5. Scholten, 6. R de Bruyn, waarschijnlijk in Australië, 7. C. de Groot, 8. U. Johannes, 9. Gerben, waarschijnlijk in Australië, 10. Lorang, 11. Carlquist, waarschijnlijk in Aus tralië, 12. H. Pfaff Amsterdam, 13. F. Kret- zer Sprang, 14. Leijnen, 15. Servaas, 16. Leurs, 17. Viot, 18. Mossenbeckker, 19. Huidekoper, 20. F. M. T a y I o r Amsterdam. Vertrokken uit Padang. Het adres van de Heer F. M. Taylor is: Meer en Vaart 44 hs, Amsterdam-Osdorp. - Red. In enkele afleveringen van Tong Tong is al geschreven over het onderwerp "Slangen", voornamelijk over de heel grote slangen. Primo 1943 zat ik geinterneerd op Kesilir op perceel lil loods 2. Op perceel II was de kolonistenwoning nog bewoond door de oorspronkelijke bewo ners, de fam. Idzerda, als ik me goed her inner. Op het erf was een ondiepe put, die in de droge tijd nagenoeg leeg was, hoogstens was er een bodempje water in. Hij werd dan ook door ons niet als zodanig gebruikt. Op een dag in de regentijd regende het heel hard en zelfs bovenstrooms van de kali, die een van de natuurlijke begrenzingen van het kamp vormde, zo hard, dat het bandjirde. Wat normaal een rustige, trage, vrij brede en ondiepe kali was, veranderde in een woeste watermassa, die zijn weg naar zee zocht. Deze kali stroomde ook langs perceel II. In de vroege ochtend na de regen wilde een van de mede-geinterneerden kijken of door de regenval het waterniveau in de put ook was gestegen. Hij liep met een emmertje aan een touw naar de put met de bedoeling wellicht een heerlijk bad te kunnen nemen met het put water. Met zijn nuchtere kop keek hij over de rand van de put en deinsde verschrikt terug!! Want wat hem vriendelijk tegenlachte in de put was een reuzenslang met een kop wel zo groot als van een tjèlèng! Op zijn hulpgeroep renden van overal mede- geinterneerden toe gewapend met stokken, patjols, arits e.d. en kennelijk door het tumult geschrokken kwam de slang uit de put te voorschijn en schoof in de richting van de kali en verdween in het water. Alleen zijn kop en dat gedeelte van het lichaam, dat door het kronkelen zichtbaar was, kwam boven water uit. De agenten van de Veldpolitie, die aan de overkant van de kali op wacht stonden schoten nog enkele salvo's af op de slang, maar deze dreef zeewaarts af. Zonder te willen, overdrijven was deze slang toch zeker acht tot tien meter lang. Bij ons in de loods zat de heer Calbo, de nestor van de geïnterneerde Indo's Hij was afkomstig uit Surabaia en een echt type van de Indo: rijzige figuur, ondanks zijn leeftijd nog kaarsrecht lopend, met een krakende donderstem, markante grijze snor, grijze korte haren, gekleed in khakishirt, khakishort (een beetje erg lang tot aan de dengkoel), zeildoekse laarzen, puttees of lange kousen, khaki-tropenhelm op het hoofd en zijn onafscheidelijke rotanstok in de hand "tegen de slangen". Wie herinnert zich hem nog? W. E. Grashuis OPROEP Wie kan ons het adres opgeven van de Heer B. G. N. van Ermel Scherer. Eerste adres was: Dj. Kusuma Bangsa 46 - Surabaia. Per 1 febr. 1971: 160 Tasman Street, Newton, Wellington, New Zeeland. Van Annette R.-V. kregen wij de volgende dichtregels toegestuurd: "Fel gekleurd, warm, lief, en bitter was de dag. Grijze, lege avond, wat ben je stil Ik hoop dat ik de nacht slapen zal! Wij geloven dat deze dichtregels vele lezers van Tong Tong in hun levens avond in het hart zullen treffen! Dank. 11

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1972 | | pagina 11