WIJZE LES VAN KAKAK
In Januari ontvingen wij tot grote
verbazing een gift uit Indonesië voor
onze Tong Tong Fondsen. Zo gewend
zijn we aan giften vóór Indonesië
(waarvoor we giften uit heel Holland
en Amerika verzamelen) dat het zeker
merkwaardig is als we ook UIT Indo
nesië geld ontvangen met (dus indirect)
een Indonesisch object.
Bovendien was het een gift van niet
minder dan Honderd Holl. guldens (en
die zijn in Indonesië méér dan het dub-
le waard!) van iemand van wie wij
weten, dat hij helemaal geen tonnair
of zo is. En daarmee schaart hij zich
met één klap onder onze gulste dona
teurs.
Dat neemt niet weg, dat zulk een
daad langs "de mijl op zeven" zeker
wonderlijk blijft. En men moet het In
donesische karakter kennen om deze
geste te begrijpen. Zij wil zeggen dat
het werk van Tong Tong in wezen niet
begrepen moet worden als een "lief
deswerk" van rijken voor armen, maar
als een werk op gelijk niveau, van éch
te "adiks" onder elkaar; niet van Blan
da's voor Indonesiërs. Dus kan er geen
verschil in waarde zijn in nationaliteit
of ras tussen Nederlanders en Indone
siërs. Wij behoren als mens bij elkaar.
Het is al met al een fijne geste zon
der toelichting of uitleg, die door ons
bijzonder gewaardeerd wordt. We voe
len ons er dichter bij elkaar door dan
ooit! Dank.
In een begeleidende brief schakelt
de schenker elke andere gedachte van
eventuële bijzondere verdienste uit,
door ons te schrijven dat "sedojo pu-
niko gumanteng Hengkang Moerbeng
Djagad": dat alles hangt aT van de
Grote Bestierder van het Heelal; "ma-
nungso moeng sadermi": de mens
heeft alleen te aanvaarden.
Wij zijn Kakak (oudere broer) zeer
erkentelijk voor deze belangrijke les
uit Indonesië, die wij nooit mogen ver
geten! Als van God ontvangen gaven
(soms zeer uiteenlopend bij kinderen
van hetzelfde ouderpaar) moeten wij
het ruimere bezit waarover wij beschik
ken niet beschouwen als een bijzonde
re individuële verdienste, min of meer
gepaard gaande aan de superioriteit
van het blanke ras, waaruit als een
soort genade af en toe wordt afge
schoven aan de minder begunstigde
adik, maar als een broederplicht.
Tot onze verbazing horen wij links
en rechts nog steeds als een remmende
factor voor de Indonesische ontwikke
ling noemen: het feit dat arme familie
leden "in trossen parasiteren op be
gaafde familieleden", terwijl in Holland
elk familielid zich maar zelf moet red
den, "om daardoor de belangrijker fa
milieleden niet tot last te zijn".
We hebben deze instelling ook wel
anders horen betitelen: dat men hier
vaak keihard is en zijn familie desnoods
laat verpauperen. Men zij vrij in het
kiezen van de juiste interpretatie, maar
misschien is een maatschappelijk ne
venverschijnsel opmerkelijk voor de
sociale structuur in Nederland en Indo
nesië: in Indonesië is de arme man
geen limietloos zorgenkind van de
staat, want hij blijft "thuis" bij zijn
broeders. Terwijl in Nederland hele
ministeries moeten opdraaien voor het
onafzienbare leger der "van de steun"
levenden. Waarbij het óók wemelt van
glasharde egoistische lijntrekkers,
vooral onder de kunstenaars. En waar
bij hele projecten uit de grond ge
stampt moeten worden met "mens
waardige" (d.i. peperdure) arbeiders,
die nergens voor dienen dan alleen de
werkeloosheid te bestrijden en daar
door de hele burgerij op vaak grotes
ke kosten jaagt. Terwijl er dus eigenlijk
alleen sprake is van vaak "verregaand
gebrek aan broederlijkheid". Neen, ver
wijt Indonesië zijn broederlijkheid niet;
vooral als men alleen kan aantonen dat
in Holland au fond alleen maar sprake
is van het "safe stellen van het mate
rialisme van de uitblinkers"
De schenker noemt zijn gift zélf een
"Soembang-Sih", een "gift uit het
hart", zou U het kunnen noemen, om
dat dit woord (en het begrip) in geen
enkel woordenboek voorkomt. Dus een
gift zonder enige bedoeling, waarvoor
zelfs geen meetbare verdienste tegen
over hoeft te staan. Een gift die je
"gewoon uit het hart rolt", zoals je
soms ook een kind opeens zo maar
een riks geeft. Of een vreemde een
bijzonder cadeau. En zoals ikzelf ook
ettelijke malen heb mogen ontvangen
uit mijn lezerskring. Eigenlijk is dan
mijn eigen verbazing "niet zo best",
omdat het immers bewijst dat men dat
niet gewend is
We zouden willen wensen dat dit in
de hele wereld zo ware. Er zouden
geen oorlogen meer zijn en geen schan
delijke geldjagerij! Misschien na het
jaar 2000?
T.R.
Ook kregen wij van een volslagen
onbekende in Indonesië, Kanda Naat
bin Ali, een bedrag toegestuurd van
10,voor ons Fonds 60.000. Lang
zamerhand en ongemerkt zijn we hier
mee al over de 40.000 gekomen. Dus
niet ongeduldig zijn. Het Fonds kómt
vol!
ROEDJAK
Van dit woord geeft "Nieuw Maleisch-Ne-
delands Zakwoordenboek" door H. C. Klin-
kert, de volgende omschrijving:
"Een soort van salade, gemaakt van fijn
gesneden onrijpe vruchten, vermengd met
azijn, spaansche peper, soja en suiker."
En van Roedjak Manis:
"Geschraapte jonge kokosnoot met haar
vruchtwater en suiker gemengd"
Wist U 't?
GHB
Voor oud-Magelangers: de vier gebroeders Thomson met hun echtgenote. De foto is genomen
voor het huis van Oom en Tante Nuse. De ouweheer met batik broek is Oom Nuse en in 't
midden vóór de Waltam(auto) Tante Agaath.
Links een Thomson 6 (aantal kinderen), rechts: Thomson 16 (ook al vanwege het aantal
kinderen); 2de van rechts de andere Thomson en naast hem mijn moeder. Mijn vader staat
ongeveer in 't midden bij de palm en 't kind met de hand op zijn schouder ben ik. De jonge
meisjes zijn nichten.
Toevallig waren alle vier broers met hun vrouw op bezoek bij hun zuster Nuse. Dit huis
stond op Kaoeman, dicht bij de missigit in Magelang.
(lngez. door Mevr. C. Waller Diemqnt-Thomson
14