Tot in den Doet" 99 Al komt deze Kerstboodschap van H.M. de Koningin laat GOEDE copy komt nóóit te laat. En deze boodschap is goed. Want ook onze vorstin heejt het nodig geacht de kerstboodschap te wijden aan De Eind strepen aan de kim. Het heejt ons verbaasd dat hoofdredacteuren, ministers, partijvoor zitters hierover tot nog toe zwegen, maar als een waar Leidster des Volks heejt onze Koningin begrepen dat zij hierover spreken MOEST om zich daarmee één te weten met haar onderdanen met wie zij immers samen tot in den doet" hoopt voort te gaan. Graag wilde ik dit jaar weer wat zeggen op het Kerstfeest. Ik luisterde op weer een nieuwe manier naar de woorden uit de Kerstboodschap: "Vrede op aarde". We weten langzamerhand allen, dat het woord "vrede hier een veel vollere betekenis heeft dan in onze taal. Het bevat alles, wat men iemand kan toewensen: welzijn, gezondheid, geluk, tot je recht komen, beminnen en bemind worden, inner lijke zekerheid over de zin van je leven, naar je doel en be stemming toegroeien, vervulling van je idealen, dat alles en nog meer. En dat op aarde!!! En hoe staat onze aarde er voor? Zullen we er op kunnen blijven leven? Is ze misschien binnenkort dood? We grepen in in haar zelf, in haar planten- en dierenrijk: 'n steeds talrijker mensdom deed dit steeds intensiever. We gebruikten de aarde terécht, maar misbruikten haar evenzeer. Veel van wat we deden was zowel knap als kortzichtig en liep ons dus uit de hand. Dreigen we soms bij miljarden van gebrek om te komen in het vervuilde zog van de techniek? En dit alles is dan nog des te onrustbarender in een wereld waarin men bovendien nog steeds elkaar wantrouwt en naar de keel vliegt. De bedreiging van het voortbestaan van onze wereld is nu tot ons doorgedrongen. Het was voor velen een schokeffect. Wij de gehele mensheid zijn ons meer of min plot seling bewust geworden, dat wij formidabele problemen moeten oplossen, in de naaste toekomst, willen we inderdaad op aarde kunnen voortbestaan. Ons overweldigend grote en groeiende aantal heeft, naar men telkens hoort, binnenkort allerlei grondstoffen, zoals b.v. de brandstoffen, opgebruikt, terwijl de techniek daar evenzeer steeds meer van doet opeisen en toch maar in steeds razender vaart verder gaat blindelings meestal. Onze toekomstige voedselvoorraden baren nog ernstiger zorgen dan de tegenwoordige, en wat er nog is, raakt steeds ongelijker verdeeld over de wereld. En bij dat alles vervuilen we alles en bedreigen daarmee onze gezondheid en die van moeder aarde op grote schaal. Wij zijn in Gods hand. Dit stel ik voorop en niet als vage troost achteraan omdat het voor mij zekerheid is. Levend of gestorven, in vreugde en leed, we zijn in Gods hand. Dit betekent, voor elk van ons, uiteindelijk: vrede in die ruimste zin. Maar: voor de mens is er geen vrede, als hij dit niet zelf wil, als hij daar niet aan mee werkt, er tegenin gaat. We leven in een tijd van grote overgang. We zijn in een stroomversnelling vol draaikolken van verwarring. Alles blijkt telkens weer vergankelijk, zelfs de eeuwige waarden kunnen het lijken (lijken). We leven in 't grensgebied tussen een voorbije tijd en een toekomst vol huizenhoge, hemelhoge vraagtekens, die een toekomst kan zijn van worden óf vergaan. Voor wie er in een vage angst voor de toekomst leefden, zijn alle onheilsvoorspellingen een houvast, ze zeggen: dat is het nu, waar we bang voor waren. Maar angst was nog altijd de slechtste raadgever. Die raadt aan tot paniek, of tot ogen sluiten of tot moedeloosheid. 't Gevolg zou dan zijn alsof men voor 't leven de dood koosl en zou 't tegendeel zijn van onze be stemming! Maar door de schok van dit mogelijke toekomstbeeld ziet men 't gevaar levens groot. Dat is op zichzelf alleen maar heilzaam. Maar 't mag ook niet voor ons oog tot een monster uitgroeien, dat ons machteloos maakt. De leefbaarheid van de wereld hangt af mede van de in stelling van ieder van ons. Er is dadendrang. Mensen gaan over tot daden. Het is aan alle overheden en particulieren, alle hersenen en handen ter wereld om samen deze wereld-taak tot een goed einde te brengen en een goed begin voor de verdere tijd moge lijk te maken. Die mensheid heeft 't in eigen hand. Wetenschap en techniek en de vindingrijkheid van onze hersens kunnen 't aan! Als de overtuiging er maar is, dat het kan! Als de wil er maar is om het te winnen! ledereen heeft bovenal in eigen hand het wapen van zijn geestesinstelling. Daarmee beïnvloedt hij de algemene gees tesgesteldheid. Allen kunnen door dingen te doen of na te laten doeltreffend vechten voor onze algemene zaak. 't Is een kwestie dus van alle hens aan dek: om onze prachtige aarde te redden in wereldwijde samenwerking in intens, effectief samengaan. En daar we dit gemeenschappelijk, als één wereld, zullen moeten volbrengen, is 't dan te boud om daarbij te denken: wat een gelegenheid biedt dit, wat een kans ligt hier in, voor wereldwijde saamhorigheid en kameraadschap! En velen zijn ergens in de diepte van hun hart blij, dat ze mogen doen. Want de mens wil leven voor een verwachting. 't Gevaar voor deze gemeenschappelijke actie, is de mens heid zelf, dus wij allemaal verdeeld als we zijn door ver meende eigen belangen. Onze kortzichtigheid en eigengereid heid, wij zélf zijn de vijand van ons eigen behoud en 't leven van 't geluk op aarde! Deze kleinzieligheid zal het veld moeten ruimen, zal het niet kunnen houden willen wij het winnen. Die is tenslotte ten dode gedoemd ofwij zijn het. Wel zal het grote geestkracht van ons allen vergen: wijsheid, standvastigheid, grote openheid en zicht op wat ons allen samen raakt. Als je jezelf als het middelpunt van de wereld ziet, blijk je altijd op je eigen ondergang aan te sturen. Dit kan gestopt worden en dat gebeurt pas radicaal als je die Ander in het middelpunt ontdektbij het bliksemlicht van Kerstmis, dat het grootste, het schokkendste effect in heel het wereldge beuren aankondigde. En al die anderen, je medemensen, naast Hem. Hij staat klaar, ons te helpen. Dan zie je ook, dat wie leven of "eigenbelang" zal willen verliezen, het juist zal behouden. Voor wie duidelijk, echt, de keus ziet tussen 't er-op-of-er- onder bij het aflopen van een oude tijd en de mogelijkheid van nog een toekomst; van een toekomst vol van nu nog fantastisch lijkende mogelijkheden, waaruit we wijselijk de beste zullen moeten kiezen; een toekomst voor verdere, latere geslachten dan de nabije: voor wie die keuze-mogelijkheid ziet, voor die is er bemoediging. En wel deze: dat Christus' komst aantoont, dat wij, de wereld, voor God de moeite waard blijken om gered te worden. Hij wil ons behouden en ons bevestigen. En vrede, ja, ook op aarde. Hij geeft ons, met onze geest en onze middelen, de kans om uit het moeras te komen en deze prachtige planeet goed te onderhouden, te gebruiken en te ontwikkelen. leder van ons zal eens deze wereld verlaten en ik voor mij zeg volkomen overtuigd: naar een beter, hoger leven. Maar dat is geen reden om deze aarde, die ons toevertrouwd is, niet te laten voortbestaan. Ondanks de spanning tussen haar bestaan en haar vergaan, ligt het in onze macht haar te redden. Ik wens U allen goede Kerstdagen, en een nieuw jaar van "vrede".

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1972 | | pagina 4