Stichting Charitatieve Fondsen
Tjalie Robinson
Rep-en-roer (1)
60.000
Opgericht 12 oktober 1971.
Bij deze Stichting zijn ondergebracht:
a. Fonds 60 Duizend "Poekoel Teroes".
b. de Bruine Bus.
c. de Vereniging van Vrienden van
Tong Tong.
Bestuur:
Tjalie Robinson, Voorzitter.
J. F. van der Lee, Secr.-Penningmees-
ter.
J. Kossen, plv. Voorzitter.
F. F. Flornung, plv. Penningmeester.
Mevr. L. Boon-v. Zele, Lid.
a. Fonds 60 Duizend.
Bijdragen 1969
Bijdragen 1970
Bijdragen 1971
f 6.422,12
17.470,81
18.697,02
42.589,95
Interest 1969 f 151,46
Interest 1970/71 1.427,58 1.579,04
44.168,99
Rente-uitkering Bos en Giki f 1.300,
Saldo 31-12-71
f 42.868,99
b. Bruine Bus.
Saldo op 1-1-71 f 4.730,61
Ontvangen bijdragen in 1971 4.784,33
9.514,94
Steunverlening uitsluitend
in Indonesië f 2.800,
Bankkosten 34,20 f 2.834,20
Saldo 31-12-71
f 6.680,74
betalen. Tuan Tuan nakal!
Steunverlening uit de Bruine Bus naar
Indonesië in 1971
Giki Surubaja 750,
Bos Djakarta 500,
Oetje 500,
Blindenorganisatie 500,
Bejaarden Tehuis Pniël 300,
Individuele steun aan
ex-Nederlanders in
Indonesië
Bankkosten
250,—
2.800,—
f 34,20
2.834,20
Ons bestuur wil in 1971 ook een
groot project als Bangladesj steunen.
Het zijn helaas nog druppeltjes op
de bekende plaat. Een reserve moeten
wij wel achter de hand houden ten
einde, waar nodig een injectie te
kunnen geven.
Giften met een speciale bestemming,
als bijvoorbaald "Bangladesj" zullen
wij gaarne ontvangen. Maar s.v.p. spe
ciaal vermelden,
c. Het Saldo van de Vereniging
Vrienden van Tong Tong is per 31-12-71
f 2.328,51
Onze hartelijke dank namens de
minst-bedeelden Overzee aan alle goe
de gevers en geefsters. Geef en gij
zult gegeven worden!
Alle gegevens werden regelmatig
gecontroleerd en in orde bevonden.
Volgens een "open brief'-schrijver
zouden bij de Vereniging, waarvan hij
hoofdbestuurslid was, de voor een
zelfde doel verzamelde gelden ge
bruikt zijn om Verenigingsschulden te
Tenslotte: Het batig saldo van het
Comité Herdenking 50 jaar I.E.V., dat
volgens "open brief'-schrijver enige
duizenden guldens groot zou zijn,
kreeg zijn eerder vastgestelde bestem
ming niet.
(tastbaar monument, of een aanmoedi
gingspremie voor een student, die een
passend proefschrift het licht doet
schijnen).
Dat geld zou nu beter in onze fond
sen gestort kunnen worden, waartegen
de schenkers geen bezwaar kunnen
hebben.
Wie weet, misschien komt het nog
wel.
J. F. van der Lee.
Met spanning heb ik "meegeleefd" met
Bartman's jachtavontuur: SLANGEN, aan
gezien ikzelf ook geconfronteerd ben ge
weest met zo'n knaap van een python en
wel in de bossen en groemboelans in het
Bodja'se.
Dat dergelijke reuzen reptielen zich in bos
sen ophouden is bekend, maarals je
aankomt met een verhaal, dat deze in het
hartje van een stad ook waargenomen zijn,
wordt dit hoogstwaarschijnlijk aangehoord
met een schouderophalen-van-ongeloof en
iemand zou zich zelfs het woordje: "Som-
bong" laten ontvallen. Maar "God-straf",
het volgende is (Bartmans woorden): Niet
alleen sterk maar ook voor de volle maat
WAAR.
In de benedenstad van Semarang, waar
handelshuizen en Banken gevestigd waren
langs de Herenstraat en de straat langs de
traagstromende Kali-Semarang, die de He
renstraat haaks kruiste, bij de brug over
genoemde kali, heeft zich in 1931 of 1932
de volgende gebeurtenis afgespeeld.
Het riool onder de Herenstraat (dat loosde
in de Kali-Semarang), was weer eens toe
aan een "koeras"-beurt (met die enorme
ragebollen, die er met kettingen doorheen
getrokken werden). De ijzeren roosters in
het wegdek waren vast open gezet. Het
was ongeveer 2 uur n.m. en ik zat toevallig
wat te babbelen bij mijn sobat C.S. van de
juwelierszaak Ohlenroth, eveneens in de He
renstraat. Plotseling werden wij opgeschrikt
door een hevig tumult en hoorden wij angst
kreten van "Slangen, oeler, sawer! Wij
sprongen op om te kijken wat er aan de
hand was en zagen, met grote verwondering,
toen ook twee enorme "sawah-slangen",
prachtig getekend met bruin-witte ruitfigu-
ren.
De lijven kronkelden verwoed toen die met
60.000 is 't wonderlijke toverwoord
dat als 'n aansnorrende pijl moet treffen
't hart van een ieder die 't hoort
en de diepte er van moge beseffen.
Als 'n lawine in ontembare kracht
alles meesleurend dat haar stuit
doch ook als in overvolle dracht
als een gezegende rijke buit
Zal 60.000 door 't land gaan
en voeren naar alle windstreken
en gekluisterde harten openslaan
en pantsers van lauwheid openbreken
En aan 60.000 zullen gehoor geven
allen die met elkaar verbonden zijn
allen die in dit korte leven
aan anderen geluk en zonneschijn
een blijde lach, ja zelfs een traan
van dankbaarheid zullen toveren
door de handen ineen te slaan
om 'n stralende toekomst te veroveren.
Een toekomst voor hen die na ons komen
want hebben wij met koesterende hand
die gezegende vruchtdragende bomen
dan niet voor hen liefderijk geplant?
60.000 zal als 'n lieflijke rivier
met haar milde stroom lafenis brengen
in 't schone land ver van hier
zodat de zonnegloed hen niet zal verzengen
Ja, wij hebben 60.000 goed verstaan
en hebben liefgehad die ontredderde
wezen
en de zegeningen zullen immer voortgaan
zodat de kinderen niets hebben te vrezen.
En als voor ons 't laatste uur zal slaan
zullen wij in nederigheid gedenken
dat onze kleine gift, voortaan
velen, groot geluk zal schenken.
W. P. A. Stoovelaar
de nog koele buiken terecht waren gekomen
op het oververhitte, haast smeltende asfalt,
van het wegdek. Aan deze pijn en wellicht
ook hun paniek-angst werd gelukkig spoe
dig een einde gemaakt door enkele inmid
dels opgedoken politie agenten.
Uiteraard was dit voorval "een gesmeerde
boterham" voor stadsreporter van het dag
blad "De Locomotief" en verscheen nog
dezelfde avond een pittig artikel, verlucht
met foto's, in genoemde krant, met vermel
ding van de afmetingen van dit (echt-?)
paar reuzeslangen t.w. 9,75 Mr. en 10.30
Mr. Het uitgeknipte artikel heb ik destijds
opgeplakt in mijn speciaal jacht-foto album,
dat helaas verloren is gegaan tijdens de
jappen-bezetting of de daaropvolgende ber-
siapperiode. Welke inwoner van Semarang
kan zich bovenomschreven gebeurtenis ook
nog herinneren? Een M. Busselaar of Zec-
cha of (Dolf) Meijer misschien?
Wat ik mij-zelf wèl heb afgevraagd is:
1.) Hoe is dat slangen-paar in dat riool ver
zeild geraakt.
2.) Hoe lang heeft het daar vertoefd?
3. Last but not least: Hoe heeft het in
deszelfs onderhoud kunnen voorzien? De
antwoorden blijf ik tot op heden schuldig.
Botjah Semawis
14